Opstand in de turf
€ 19,90
Opstand in de turf is het verhaal van de turfgravers van westelijk Opsterland en het noordoostelijke gedeelte van de gemeente Heerenveen. Historicus en oud-journalist Kerst Huisman is geboren en getogen in het gebied dat hij beschrijft. Hij heeft de tijd waarin het boek speelt (van 1750 tot 1940) niet zelf meegemaakt, maar heeft er uit overlevering veel over gehoord. Bovendien heeft hij tientallen mensen die het wel hebben meegemaakt, uitgebreid geïnterviewd. Daarbij heeft hij ook nog veel archiefonderzoek gedaan.
Hebben mensen nog wel een idee hoe het is geweest? Hele dorpen in de winter op de vlucht voor het ijskoude kolkende water, omdat grootgrondbezitters de aanleg van een polderdijk tegenwerkten. Arme ouders die met hun kinderen uit hun onderkomens op straat werden gezet door hardvochtige armvoogden. Arbeiders die aan het einde van de koude winter een dode koe opgroeven, zodat ze toch wat te eten hadden. Een veenbaas die het hele jaar de halve centen spaarde, zodat hij de nieuwjaarsbedelaars geen hele cent hoefde te geven.
Veel aandacht besteedt het boek aan de sociale strijd in de veenpolders. Het bevat ook de geschiedenissen van moedige idealisten, schoolmeesters, handwerkslieden en arbeiders die alles, inkomsten ja zelfs hun gezondheid, opofferden omdat ze geloofden in een betere toekomst voor hun kinderen. Verhalen die ontroeren en inspireren. Maar het boek gaat niet alleen over het leven van de turfgravers. Het gaat ook over veenbazen, adellijke heren, schippers, dominees, winkeliers en herbergiers.
Dit boek is een volledig herziene en aangevulde versie van de eerste (1981) en tweede (1994) druk. Deze herziening was noodzakelijk vanwege voortgezet onderzoek en voortschrijdend inzicht inzake het verloop van de veenderijen, de veenstakingen, terwijl ook aanvullend genealogisch onderzoek is verricht naar mensen en families die in het boek voorkomen en die in het verhaal een bepaalde rol spelen.
Gerelateerde boeken
-
Geschiedenis van de veehandel en veemarkten in Friesland
Met een ferme handslag en een krachtig uitgesproken GELOK (geluk) accepteert een Friese veehandelaar het bod van een koper. De koop is gesloten. Zo is het eeuwenlang gegaan.
De veehandel in Friesland is al vele generaties belangrijk voor families die er hun brood in verdienen en draagt wezenlijk bij aan de regionale welvaart. Dit rijk geïllustreerde boek toont het roemrijke verleden van de Friese veehandel en veemarkten. Naast aandacht voor de economische en sociale aspecten, de infrastructuur en logistiek, sluit het boek af met de boeiende geschiedenis van de familie Pilat, een geslacht van veehandelaren in Friesland. -
Appelscha
Appelscha door de eeuwen heen
Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).
-
Ferdban
De Oudfriese oorkonden in Ferdban weerspiegelen het dagelijkse leven van gewone mensen en van de allerrijksten en allermachtigsten in Friesland. Ze gaan ook over zaken als vete en vrijheidsstrijd, de veelzijdige activiteiten van kloosters, de groeiende invloed van steden en de bijzondere positie van Ameland. Ze laten bovendien de transformatie van Friesland zien in de jaren kort na 1500, toen de roemruchte, maar in crisis verkerende Friese vrijheid werd afgelost door een strakke, maar tegelijk vernieuwende vorstenheerschappij. Een veelzijdiger inkijk in de Friese maatschappij in het herfsttij van de middeleeuwen en het prille begin van de nieuwe tijd is nauwelijks voorstelbaar.
Oebele Vries is historicus en gezaghebbend kenner van het Oudfries. Hij was universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu gastonderzoeker bij de Fryske Akademy. Van zijn hand verscheen eerder Asega, is het dingtijd?, waarin hoogtepunten uit de Oudfriese wetsteksten centraal staan.
-
Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap
De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.“Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw