Shared space

Een innovatief verkeersconcept zonder regels

 22,50

De afgelopen 25 jaar heeft zich een stille revolutie voltrokken. Tal van kruisingen, straten en pleinen in Noord-Nederland zijn op een andere manier ingericht dan volgens de gebruikelijke richtlijnen op het gebied van infrastructuur en verkeer.
Het was de Friese Verkeerskundige Hans Monderman die vanaf de jaren ‘80 zocht naar manieren om van de openbare ruimte weer een ‘mensruimte’ te maken; een ruimte waarin verkeerssituaties gereguleerd worden op basis van eigen verantwoordelijkheid van mensen, in plaats van op basis van regels en verkeersborden. Zijn aanvankelijk controversiële ideeën ontwikkelden zich tot een aanpak met de naam Shared Space. Tegenwoordig is Shared Space een waardevol onderdeel van de gereedschapskist van verkeerskundigen, stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers. Daarnaast biedt de aanpak verrassende aanknopingspunten voor hedendaagse maatschappelijke opgaven waaronder het klimaatbestendiger maken van de openbare ruimte.
In dit boek vindt de lezer een overzicht van de ontwikkeling van Shared Space. De prachtige foto’s van onder andere Reyer Boxem tonen hoe het concept in de afgelopen decennia op talrijke plaatsen in Noord-Nederland is toegepast.

Afmeting:
241x239x10 mm
Gewicht:
494 gram
ISBN:
9789056159856
Druk:
1
Aantal pagina's:
96
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Taal:
Nederlands
Verschijningsvorm:
Paperback
Uitgiftedatum:
02-11-2022
Bekijk meer informatie over de auteur(s) van deze titel:

Gerelateerde boeken

  • Terpen- en Wierdenland

    De geschiedenis van het Noord-Nederlandse kustgebied – het land van de terpen en wierden – kent maar twee echte hoofdrolspelers: de mens en het water. De rode draad van dit boek is de interactie tussen die twee, vanaf 2500 jaar geleden toen de eerste bewoners op deze plek aankwamen tot nu, met een vooruitblik op de terp van de toekomst. Hoe hebben de bewoners van het kleigebied al die tijd geprofiteerd van, gewerkt met, en soms geleden onder het water?
    Erik Betten (historicus, journalist, schrijver) beschrijft in Terpen- en Wierdenland de dynamische ontwikkeling van tweeduizend jaar terpenland, steeds met het huidige landschap als gids. Aan de orde komen onder andere de vorming van het kustlandschap na de laatste ijstijd, de bloei van de Noordzeecultuur, en de bebouwing en het dagelijks leven op de terpen. r

     25,00
  • Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak

    Slauerhoff en Friesland
    Gerrit Jan Zwier
     12,90

    Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak

    J. Slauerhoff wordt algemeen gezien als een van Nederlands grootste dichters en schrijvers. Met zijn avontuurlijke en dwarse instelling is hij voor velen een inspiratiebron geweest, en hij is dat nog steeds.

    Een bijzondere en interessante kant aan de persoon en aan het werk van Slauerhoff is zijn relatie tot Friesland, waar hij is opgegroeid. Het is zonder meer waar dat een aantal van zijn mooiste verzen een Friese achtergrond heeft. Maar hoe liet hij zich over zijn geboortegrond uit? Hoe dachten belangrijke Friese auteurs over hun collega?

    In Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak draait alles om de connectie tussen de ‘Rimbaud van Leeuwarden’ en het Friese vaderland.

    Gerrit Jan Zwier is antropoloog en als reisauteur gespecialiseerd in noordelijke landen. Hij heeft diverse publicaties over Slauerhoff op zijn naam staan.

    met illustraties

     12,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Prinsentuin Leeuwarden

    Van stadhouderlijke lusthof naar stadswandelpark
    Els van der Laan – Meijer, Willemieke Ottens
     17,90

    Prinsentuin Leeuwarden

    In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
    Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
    Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.

     17,90