Uitgeverij Noordboek | Sterck & DeVreese | HL Books | Bornmeer | Noordboek-Van Gorcum https://noordboek.nl/ Wed, 17 Dec 2025 12:58:39 +0000 nl-NL hourly 1 Marcel Rijs: Eén boek werd drie boeken https://noordboek.nl/marcel-rijs-een-boek-werd-drie-boeken/ Thu, 18 Dec 2025 09:00:36 +0000 https://noordboek.nl/?p=91215 Ik wilde graag een boek schrijven over het Eurovisie songfestival. Er was alleen een probleem: er waren al veel boeken over dit onderwerp verschenen, zowel in Nederland als internationaal. Wat zou ik daar nog aan kunnen toevoegen?

Mijn eigen interesse voor het songfestival begon al vroeg, en ging gelijk op met mijn grote frustratie: de liedjes die ik zelf het mooiste vond wonnen nooit. In tegenstelling tot veel mensen was ik maar matig onder de indruk van Johnny Logan, Sandra Kim en Celine Dion. Veel mooier en interessanter vond ik de liedjes van Bamses Venner, Kojo en Evridiki. En zo besloot ik al snel dat er een boek moest komen over alle liedjes, niet alleen de winnaars.

Dat dit aardig wat werk was, was meteen duidelijk. Sinds 1956 waren er al 1754 liedjes opgevoerd. Er was maar één manier om aan deze taak te beginnen: bij het begin. Met behulp van gedigitaliseerde kranten uit binnen- en buitenland, websites, podcasts en televisie-uitzendingen ging ik op zoek naar interviewfragmenten van artiesten, dirigenten en liedjesschrijvers. Vervolgens heb ik alle songfestivals nog eens bekeken.

In de eerste jaren waren er genoeg smeuïge schandalen en schandaaltjes om te beschrijven, zoals de zangeres die de dirigent een ‘varken’ noemde, aantijgingen van plagiaat en artiesten die bepaald niet blij waren met het lied waarmee ze op pad werden gestuurd. Later werd het beschrijven van de optredens zelf interessanter: op een gegeven moment verschenen de mannen met ontblote borsten die op grote trommels sloegen, een man in een hamsterwiel, vuurwerk, schaatskampioenen en natuurlijk de monsters van Lordi.

Ik was bekend met het overgrote deel van de liederen, maar door op deze manier onderzoek te doen naar de achtergronden ging het festival echt ‘leven’. Natuurlijk, soms is er kritiek dat het ‘allemaal zo politiek is geworden’ (dat was het altijd al) en dat het ‘een circusshow is geworden’ (niet zo gek als het op televisie wordt uitgezonden en kijkers geen genoegen meer nemen met een artiest die heel rustig staat te zingen), maar uiteindelijk gaat het toch om de muziek. De songs van het songfestival zijn inmiddels genre-overstijgend. Van rustige ballads tot wilde hardrock, alles kan tegenwoordig. Een beetje muziekliefhebber moet daarom eigenlijk wel kennis nemen van ‘de Olympische Spelen van de muziek’.

Uiteindelijk ben ik drie jaar bezig geweest. En dat ene boek dat ik dacht te schrijven werd uiteindelijk drie boeken. Geen wonder: zoveel woorden en zoveel afbeeldingen pasten niet in één band. De prachtige vormgeving en de luxe uitvoering zorgen ervoor dat ik nog steeds niet echt kan bevatten dat ik dit allemaal heb voortgebracht. Om met Linda Williams te spreken: het is een wonder.

Marcel Rijs werd geboren in 1970 en werkt sinds 1997 bij de Koninklijke Bibliotheek. Hij beheert de officiële website van Kim Wilde en schreef eerder Kim Wilde – Pop Don’t Stop: A biography. Sinds 1979 volgt hij het Eurovisie Songfestival. Hij bezocht de edities van 2000 en 2001, in Stockholm en Kopenhagen.

 

Alle Songs van het songfestival 

 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Boek van de maand december 2025: Verboden taal https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-december-2025-verboden-taal/ Wed, 03 Dec 2025 12:19:46 +0000 https://noordboek.nl/?p=90697 We sluiten het jaar af met de laatste editie van onze Boek van de Maand-serie, die we begin 2025 introduceerden. Voor deze maand koos onze redacteur Kirsten het boek Verboden Taal.

Benieuwd waarom juist dit boek haar favoriet is? Lees snel verder en ontdek het!

Waarom moet je dit boek lezen?

Er zijn weinig boeken die via het perspectief van een kind zo goed een historisch en universeel fenomeen kunnen weergeven. Ruthline vertelt met een laagje warme Curaçaose cultuur een verhaal dat iedereen in Nederland zou moeten kennen; hoe het voor de bevolking op de Antillen was om gekoloniseerd te worden. Dit verhaal kennen we oppervlakkig, maar nog niet vaak is het zo innig doorleefd verteld. Het is namelijk niet alleen de formele communicatie die wegvalt als je je eigen taal niet meer mag spreken, maar je hele zijn.

Wat vind je goed aan deze auteur?
In Verboden taal worden af en toe woorden uit het Papiamentu gebruikt, de taal die hoofdpersoon Yu niet meer mag spreken. Gerechten en herinneringen van vroeger worden eerst aangeduid met de term in het Papiaments, en daarna in het Nederlands. Hierdoor leest het boek alsof je in het hoofd van Yu zit, waar de dingen die ze zo goed kent van vroeger eerst in de originele taal opkomen voor ze vertaald moeten worden naar het Nederlands.

‘Ik keek naar druppels die neerplonsden in de aarde en fluisterde zachtjes tegen mezelf: “M’a nase, m’a nase, m’a nase, ik ben geboren, ik ben geboren, ik ben geboren.” Waarom ik dit steeds herhaalde, wist geen mens, ook ik zelf niet.’

Door deze schrijfstijl laat Ruthline ons zien hoe de taal die je spreekt bepalend is voor hoe de wereld om ons heen ervaren wordt. Die taal staat namelijk symbool voor de plek waar ze vandaan komt en die haar gevormd heeft. Die plek laat je niet zomaar los.

Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?
De eerste helft van het boek is een soort tropische waas van nostalgie waar Yu van het Curaçaose eten en mooie rokken dagdroomt. Niet altijd is er geld voor dat genot, maar desondanks zijn de ‘armeluismaaltijden’ voor kleine Yu feestmaaltijden. Dit deel was prachtig om te lezen, omdat het zo levendig verteld wordt.

Welk(e) gelijksoortig(e) boek(en) zou je aanbevelen?

Wieg | Joan Kruger | ISBN 9789464714296 | 440 pagina’s | Paperback | Nederlands | Bestel hier

Beklemde zielen | Sietse van der Hoek | ISBN 9789464713503 | 240 pagina’s | paperback | Nederlands | Bestel hier

Pake en zijn vee | Froukje Santing | ISBN 9789464713985 | 208 pagina’s | paperback | Nederlands | Bestel hier

Het ‘Boek van de maand’ is een maandelijkse rubriek waarin één boek extra in de schijnwerpers wordt gezet. Onze medewerkers selecteren de boeken en beantwoorden vier vragen om je een inkijkje te geven in hun boekenkast.

]]>
Peter Barthel en Klaas van Berkel: “Zie de maan schijnt door de bomen ….” https://noordboek.nl/peter-barthel-en-klaas-van-berkel-zie-de-maan-schijnt-door-de-bomen/ Thu, 20 Nov 2025 09:00:04 +0000 https://noordboek.nl/?p=89443 De maan zien we vaak schijnen door de bomen, maar wat is de maan eigenlijk? Het eenvoudige antwoord is: een enigszins ruwe, ronde steenklomp die op zo’n  400.000 kilometer rondom de aarde draait en zich steeds weer in een andere gedaante aan ons vertoont. Maar de maan is nog zoveel meer.

De maan lijkt dan wel ver weg, maar zij is ons toch ook heel nabij. De maan is ons op een bepaalde manier zelfs veel vertrouwder dan de zon. De zon is machtig, imposant, verzengend, de maan is mooi, lieflijk, sereen, maar ook geheimzinnig en soms zelfs wat sinister. Daarom is de maan altijd een vast element in religie en cultuur geweest, een onuitputtelijke bron van inspiratie in de beeldende en literaire kunst, en een object van oneindige fascinatie in de ogen van de wetenschapper én de leek.

Over dat alles, zowel de fysische als de cultuurhistorische aspecten van de maan hebben wij, een hoogleraar sterrenkunde en een hoogleraar geschiedenis de Gids voor de maan geschreven. In de 29 hoofdstukken komen al die aspecten ruimschoots aan bod. Die hoofdstukken zijn gegroepeerd in vijf delen, te weten: De maan voor beginners, Hoe zijn we aan die kennis gekomen?, De maan als object van verbeelding , De maan voor gevorderden, en Maanreizen.

We zijn begonnen met deze Gids omdat we gefascineerd waren door de maan, en tijdens het schrijven ervan werd onze fascinatie gaandeweg alleen maar groter. Onze kennis over de maan is in de afgelopen decennia enorm toegenomen. We weten nu dat maan en aarde vrijwel gelijktijdig zijn ontstaan. Zij vormen – in een majestueuze interactie – een unieke ‘dubbelplaneet’; de eerste heeft waarschijnlijk een essentiële rol gehad in de ontwikkeling van het leven op de tweede.

 

“Van de maan af gezien zijn wij allen even groot” – Multatuli

 

De historische, culturele en spirituele betekenis van de maan is immens, en bestrijkt de meest uiteenlopende vormen, van taal tot tijdmeting, van literatuur tot religie, van muziek tot beeldende kunst, van cartografie tot sciencefiction films, enzovoorts. Van de twaalf mensen die – inmiddels meer dan vijftig jaar geleden – op de maan gelopen hebben zijn er nog maar een paar in leven. Wat deze mensen destijds gedaan hebben en wat we dankzij hen nu van de maan weten is ongelooflijk, maar waar (ondanks de complottheorieën …).

Die nog steeds groeiende fascinatie was echter niet onze enige drijfveer. Na het Apollo- tijdperk werd het stil rond de maan. Ruim tien jaar geleden veranderde dat, en nu spreken we van een heuse renaissance van het maanonderzoek. Ruimteagentschappen uit diverse landen én commerciële private ondernemingen hebben robotische maanmissies uitgevoerd en veel grootsere – ook bemenste – missies in de planning staan. Wij maken ons zorgen over die ontwikkelingen. Hoe ver moeten we gaan, bij de toekomstige exploratie én exploitatie van onze maan? Is Luna straks een industrieterrein, mijnbouwgebied, toeristische bestemming, begraafplaats, vuilnisbelt, tankstation ….? Is de maan niet werelderfgoed par excellence?

In onze Gids voor de maan pleiten we tegen de ont-tovering van de maan en voor mondiale afspraken en coördinatie. Met een knipoog naar de titel van dit stukje, maar in volle ernst zeggen wij: “Makkers, staakt uw wild geraas”.

Peter Barthel is hoogleraar astrofysica aan het Kapteyn Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Sterrenstelsels met actieve kernen vormen het hoofdthema van zijn onderzoek. Daarnaast heeft hij grote affiniteit met wetenschapscommunicatie en was hij vele jaren rector van de Scholierenacademie van de universiteit.

Klaas van Berkel is als Rudolf Agricola hoogleraar geschiedenis verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is werkzaam op het terrein van de wetenschaps- en cultuurgeschiedenis. Tot zijn recente publicaties behoort een driedelige geschiedenis van de Groningse universiteit van 1614 tot heden (2014-2022).

“Fraaie kennismaking met onze naaste buur in het heelal.” Govert Schilling, in De Volkskrant

“.. fijn dat-ie er is: een uiterst leesbare Gids voor de maan, boordevol diepgravende kennis en verrassende weetjes.” Arjan Reinders, Dagblad van het Noorden

“Ik las (en keek) het in een ruk uit, bij kunstlicht, zonlicht en maanlicht.” Rob Schouten, in de 2024 Trouw Boekentop25

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

Foto: Roelof Bos

]]>
Boek van de maand november https://noordboek.nl/89448-2/ Thu, 06 Nov 2025 13:41:43 +0000 https://noordboek.nl/?p=89448 Deze maand kiest onze backoffice­medewerker Vera het boek van de maand. Het was geen moeilijke keuze: Songs van het Songfestival (2011–2025).
Benieuwd waarom er geen moment twijfel was? Lees het hier:

Songs van het Songfestival (2011-2025)

  1. Waarom moet je dit boek lezen?

Het Eurovisie Songfestival is veel meer dan een jaarlijkse muzikale wedstrijd – het is een cultureel fenomeen dat generaties verbindt. De Songfestivalboeken brengen die rijke geschiedenis tot leven, vol verhalen, beelden en herinneringen die niet alleen fans, maar ook liefhebbers van cultuur en geschiedenis zullen raken.

Het lezen van deze boeken is als het openslaan van een tijdcapsule: van zwart-wittelevisies tot streamingtijdperk, van klassiekers die de hele straat meezong tot verrassende moderne optredens die grenzen verlegden. Ze roepen een warm gevoel van nostalgie op, het herbeleven van avonden met familie voor de buis, vlaggetjes in de hand, en het meeleven met “onze inzending”.

2. Wat vind je goed aan de auteur?

De auteur heeft een zeer volledig en helder overzicht weten te geven over al die jaren cultureel erfgoed. De complete set neemt je vanaf dag één mee in de rijke geschiedenis van het Songfestival, met waardevolle achtergrondinformatie, verrassende weetjes en prachtige details die de verschillende edities tot leven brengen. Wat ik vooral bewonder, is de manier waarop de auteur feitelijke nauwkeurigheid combineert met een vlotte, toegankelijke schrijfstijl. Het boek is niet alleen informatief, maar ook meeslepend; je voelt de passie voor muziek, cultuur en geschiedenis op elke pagina.

Daarnaast weet de auteur een mooie balans te vinden tussen nostalgie en actualiteit: oudere generaties herkennen hun favoriete momenten, terwijl nieuwe lezers worden meegenomen in het tijdloze karakter van het festival. Het resultaat is een naslagwerk dat zowel de fan als de nieuwsgierige lezer zal weten te boeien.

3. Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?

Dat moet het jaar zijn waarin Nederland won: 2019! Ik herinner het me nog goed, samen met mijn toen vijfjarige dochter op de bank, liedjes vergelijken en allebei overtuigd dat Duncan Laurence móést winnen.
De auteur schetst een compleet en informatief beeld, niet alleen van de show zelf, maar ook van de verhalen achter de songteksten. Bovendien zorgen de leuke trivia en weetjes over elke act ervoor dat het nostalgische gevoel moeiteloos terugkeert.

4. Welk(e) gelijksoortig(e) boek(en) zou je aanbevelen?

  • Denis Michiels – Dagboek van de popmuziek
  • Jan Vollaard – Pop!
  • Tim Treffers – Polderpower
]]>
Jan Bouwstra: ‘Alles ontkennen, dat ga ik doen…’ https://noordboek.nl/jan-bouwstra-alles-ontkennen-dat-ga-ik-doen/ Thu, 16 Oct 2025 08:00:01 +0000 https://noordboek.nl/?p=86069 ‘Het verlangen om het verleden te laten herleven is het plaatsen van een ladder tegen een muur die al is omgevallen.’

Dit soort uitspraken doen de dieren in mijn nieuwste boek De krekel, het bos en de wereld, waarin zij nadenken en praten over alles wat er om hen heen gebeurt.

In honderd filosofische fabels wordt de wereld vermomd tot iets waar je over kunt praten met begrip, liefde en humor. Je zult de waarheid niet vinden in mijn fabels, die is onbereikbaar, maar wel een poging om dichterbij te komen.

Mijn fabels passen naadloos in een lange, literaire fabeltraditie, vanaf de Middeleeuwen (Van den vos Reynaerde) tot aan onze tijd (Toon Tellegen). Van oudsher werden fabels gebruikt om een morele boodschap over te brengen, of om kritiek te hebben op de heersende macht, maar ik stel in mijn werk filosofische kwesties aan de orde. Er wordt over nagedacht en gepraat op een naïeve en humoristische manier, zonder pretenties.

Dit heeft geresulteerd in honderd korte, filosofische fabels waarvan de betekenis het bezit zal zijn van de lezer in wiens hoofd zij, naar ik hoop, met een glimlach wordt geboren.

 

Tralies

‘Wat vind jij zelf,’ zei de mier tegen de schildpad, ‘wat vind jij zelf dan van jouw schild?’

De mier stond naast de schildpad commentaar te leveren op zijn schild en legde uit: ‘Want de uil zegt dat een schild super onhandig is bij het vliegen.’

De mier tikte tegen het schild om te horen of het hol was, liep eroverheen, liet zich er weer vanaf glijden en zei: ‘Doe dat schild toch weg en ga in een mierenhoop wonen, zoals iedereen.’

De schildpad slikte zijn hap gras door en zei: ‘Waarom zou ik?’

De mier antwoordde: ‘Een mierenhoop woont lekker en is een prima belegging. En als je een kamer over hebt, verhuur je die aan de pissebed. Doe ik ook.’

‘Maar mier,’ de schildpad klonk vermoeid, ‘een belegging vind ik niet belangrijk.’

‘Hoezo niet?’

‘En het bezitten van een mierenhoop is ook niet belangrijk, en een molshoop niet en mijn schild niet. Het is allemaal niet belangrijk. Het is alleen maar een decor.’

De schildpad sprak dat laatste woord met nadruk uit, want hij had er heel lang over nagedacht.

‘Een decor?’

De mier keek naar zijn eigen zwartleren jasje dat glom als een spiegel en toen weer naar het gedeukte schild van de schildpad vol met vlekken en zei: ‘Jouw decor is niet om aan te zien, schildpad.’

De schildpad zakte door zijn voorpoten en zuchtte: ‘Wanneer jij mijn schild niet mooi vindt, dan komt dat door jouw ogen.’

‘Hoezo? Mijn ogen zijn prima.’

‘Jouw ogen zijn de slaven van een onbegrepen leven, mier.’

De mier begon zijn zwarte jack te poetsen en vergat de wereld even. De schildpad keek er hoofdschuddend naar en legde uit: ‘En jouw oordelen over mijn schild, mier, en over mierenhopen, en over beleggingen en over alles in het bos, dat zijn tralies die jij om jezelf heen plaatst.’

De mier was nog bezig met het poetsen van zijn jack en knikte dat hij het allang best vond.

De schildpad keek er meewarig naar. ‘En jouw gewoontes zijn dat ook, mier, het zijn de gewoontes van datzelfde onbegrepen bestaan.’

De mier was klaar met poetsen, hoorde dat laatste en vroeg: ‘Zijn gewoontes dan soms ook tralies?’

De schildpad knikte en de mier keek om zich heen. ‘Maar ik zie geen tralies.’

‘Het zijn onzichtbare tralies, mier.’

‘Dan zou het kunnen,’ moest de mier toegeven, ‘maar wat is er dan achter die tralies, schildpad, waar ik niet bij kan komen? Kun jij daar wel bij?’

‘Nee,’ zei de schildpad, ‘ik kan ook niet verder lopen dan ik loop, en denken dan ik denk, en leven dan ik leef, dus voorbij mijn tralies kom ik niet.’

‘Schiet niet op, schildpad.’

De schildpad vond ook dat het niet opschoot.

De mier vervolgde: ‘Maar kan er niemand tussen die tralies door ontsnappen? De uil bijvoorbeeld, kan die er niet overheen vliegen, over die tralies heen?’

‘Nee, die ontsnapt zeker niet, die heeft overal een mening over.’

‘Die zet overal tralies neer, dus,’ begreep de mier nu en de schildpad knikte.

Het werd avond en de zon zakte weg achter de bomen en ze keken naar een wereld die tot rust kwam en ging slapen. Ze hoorden de uil in de verte roepen en de schildpad zag de eerste sterren aan de hemel flonkeren en zei: ‘Maar mier, over die tralies…’

‘Ja, schildpad.’

‘Jij wilde ontsnappen?’

‘Graag.’

‘Dan,’ en de schildpad tilde zijn poot vermoeid op, ‘dan moet je het uiterlijk van de wereld om jou heen ontkennen.’

‘Huh?’

‘Ja, negeren,’ zei de schildpad, ‘pas dan heeft het mysterie toegang tot jouw ziel.’

‘Ga ik doen, schildpad,’ zei de mier, die tegen de schildpad aan ging liggen en zijn ogen sloot. ‘Alles ontkennen, dat ga ik doen.’

Maar eerst ging de mier dromen over honingstengels en pruimenwijn en een nieuw zwartleren jasje dat hij in de uitverkoop had zien hangen.

Er was nog een lange weg te gaan.

 

Jan Bouwstra is schrijver, dichter en biochemicus. Hij studeerde Moleculaire Wetenschappen in Wageningen en promoveerde in Utrecht, waar zijn passie voor filosofie en fabels is ontstaan. Eerder verscheen bij Noorboek van zijn hand De brilslang, de boktor en de andere dieren.

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

 

 

]]>
Pre-order Nederblues https://noordboek.nl/pre-order-nederblues/ Fri, 03 Oct 2025 10:09:35 +0000 https://noordboek.nl/?p=86109 Pre-order nu jouw exemplaar en hoor bij de eersten die het boek in april 2026 in handen krijgen — mis deze unieke kans niet!
Laat je verrassen en wees er als eerste bij wanneer de ‘Nederblues‘ tot leven komt.

Nederblues
Cuby + Blizzards, Bintangs, Livin’ Blues, Brainbox, Oscar Benton Blues Band, Barrelhouse, Flavium, Magic Frankie
door Ben Maarleveld & Loek Dekker

]]>
Boek van de maand oktober https://noordboek.nl/85981-2/ Wed, 01 Oct 2025 12:36:08 +0000 https://noordboek.nl/?p=85981 Deze maand tipt onze uitgever Paul Kemmeren Handboek Trekvogels als boek van de maand. Benieuwd waarom hij dit boek iedereen aanbeveelt? Ontdek het hier:

  1. Waarom moet je dit boek lezen?

Twee keer per jaar trekken grote aantallen trekvogels van hun broedgebieden naar hun overwinteringsgebieden en weer terug. Tijdens hun vliegreis (zowel overdag als in de nachts!) verbinden ze landen, continenten én ons, mensen. De vogels hebben ‘spreken’ tijdens de reis hun eigen taal (waaraan je de soort kunt herkennen – en belangrijker waarmee ze informatie met elkaar delen over route, tijdstip van vertrek, waar te fourageren). Twee keer per jaar kun je zelf dit machtige fenomeen waarnemen. Het Handboek Trekvogels leert je nog beter naar de vogels te kijken en te luisteren. Het is nu oktober: dus hup naar buiten en ga kijken en luisteren.

2. Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?

Ik vind het altijd ontroerend om te bedenken dat een boerenzwaluw van zo’n 15-20 gram hier ergens op het platteland broedt en om te overwinteren in een week helemaal naar Zuid-Afrika vliegt. Bij Cape Gris Nez in Frankrijk heb ik ooit staan kijken hoe vogels uit Engeland aangevlogen kwamen. Over zee zie je dan bijv. een Groene specht aan komen die dan doodmoe op de eerste graspol ploft. Wat een helden!

3. Welk(e) gelijksoortig(e) boek(en) zou je aanbevelen?

Zwaluwen van Gaast

Sinagote

Zakgids Kustvogels

Wondervogels

Knooppunt waddenzee

De kanoet

]]>
Ferdinand de Jong: Toan ambysje! https://noordboek.nl/ferdinand-de-jong-toan-ambysje/ Thu, 18 Sep 2025 08:00:42 +0000 https://noordboek.nl/?p=85199 Ferline wike ferskynde myn njoggende roman, tiid foar in presintaasje. Dit, omdat ik fyn dat in nij boek noch altyd reden is foar in feestje. Hielendal as der in útjouwer anno 2025 noch sa moedich is om in oarspronklik yn it Frysk skreaun stikje fiktyf proaza yn in omkaft te slaan. Dat tsjûget fan in oantal dingen, fertrouwen en miskien ek ambysje?

Wy wurde algeduerigen om de earen slein mei ambysjes. Ik sil jim in pear foarbylden fan dizze grif goed bedoelde loftspegelingen jaan.

As wy it ynearsten oer de amtlike boech goaie komme der de bekende rideltsjes boppedriuwen. Dit binne de hjoeddeistige stekwurden: bestjoerlike kwaliteit, ynterbestjoerlike gearwurking, klimaat, wetter, grien, lânskip, biodiversiteit, mobiliteit, berikberens, enerzjy, transysje, sirkulêre ekonomy en ynnovaasje.

De measte wurden yn boppesteand oersjoch binne iepen doarren. Elts himsels respektearjend bestjoer soe him dêr oer bekroadzje moatte. Eins net folle nijs ûnder de sinne.

Dan komme wy by de wat mear filosofyske ambysjes. Foar guon ek wol bekend as it geitewollensokken-oersjoch.

‘Wat wolle wy?’

‘Wêr moatte wy hinne?’

‘Hoe moat Fryslân der yn 2050 út sjen?’

As je yn it oantal liters kofje rekkenje dêr’t beide blokjes ambysje mei ta stân komme, soe de takomst fan Douwe Egberts net in tel yn gefaar wêze. Ik sil myn argewaasjes ditoangeande net iepenbier meitsje, want ik mei my mar fiif minuten deis ergerje fan myn frou. Dat helje ik tsjinwurdich maklik en dat is gjin goed nijs.

Mar eh… Misse jim ek wat? Ja, krekt. Kultuer, mar dan wat spesifiker. Even sjen wat der op de ynterwebs oer dat protsje ambysje stiet:

 

Cultuur & identiteit

Beschermen en promoten van de Friese taal en cultuur.

Investeren in erfgoed, musea en culturele evenementen.

Fryslân internationaal op de kaart zetten via cultuur en sport

Litte wy ris begjinne mei de lêste rigel:

It skûtsjesilen wurdt online wrâldwiid mei triennen yn de eagen besjoen troch Friezen om utens dy’t eins op bleate knibbels wol werom wolle soenen. Dus dat is wol slagge. Fierljeppe sjogge minsken bûten Winsum, Burgum en It Heidenskip allinnich nei op Dumpert en keatsen sil op de PC nei nea grut wurde. Dat is ek net nedich, it binne Fryske sporten, hielendal prima. Mar om dat ynternasjonaal op de kaart te krijen? Hoe dan? In geitewollen sok fol weismiten jild. Ynternasjonaal (lês: boppe de evener) is Fryslân mar om ien ding echt bekend as it om sport en kultuer giet: iisstadion Thialf op It Hearrenfean. En dat is ek allinnich mar foar de leafhawwers fan reedriden, dus soks moatte jo ek net oerskatte.

Dan de middelste rigel:

Ynvestearje yn erfguod wylst de agraryske sektor stelselmjittich nei gychem holpen wurdt omdat wy (fierstente folle) hûzen bouwe wolle, twa kear yn it jier mei it fleantúch fakânsje fiere moatte, wolven as moardwapen tsjin skiep ynsette litte troch de griene tsjerke, in flugge treinferbining hast as hielendal sûnder Fryske halten (hat de sjoernalistyk him dat wolris ôffrege?) troch ús lânskip winskje en wy dêrom it echte Fryske Erfguod, ús romte, útruilje tsjin rânestêdlike tinkbylden, is dat in goede gearfetting?

Bliuwt oer, de boppeste rigel:

Beskermje en promoatsje fan de Fryske taal. Myn nije roman is mei ta stân kaam troch jild fan de provinsje. Dus dêr gjin opmerkings oer. Wol oer promoatsje. Dêr soe wolris wat mear ambysje by om de hoeke komme meie. En dan net mei it safolste byld op de Gouden Hoep of wit ik folle mei hokker betocht festival dêr’t je gjin wurd Frysk hearre mar dat wol in dikke graai út de pot mei jild docht.

Toan in kear ambysje. Sjoch nei de lannen om jim hinne. Oeral litte se harren identiteit sjen troch spannende searjes yn de eigen taal te meitsjen. Wales, Denemarken, Sweden, Finlân, Nij-Seelân, oeral. Mar net hjir, omdat wy ús yn it foar al deljouwe om reden dat wy út de Rânestêd en it Hilversumse net ferwachtsje dat se oanslaan sille op in Frysktalich skript.

Doch it dan sels! De kontint is der wol, it akteartalint dat de tiidwurden noch goed seit ek, as je in kear bûten de fluorre paden sykje. Neffens de berjochten buorket de provinsje sa goed dat der jild is foar in oantalikoanyske projekten. Meitsje ris in oare kar as de 27e film oer it Waad.

Toan ambysje!

 

Alle moannen skriuwt ien fan ús auteurs in kollum oer it boek dat hja resint – of minder resint – skreaun hawwe. De kollums jouwe in foarpriuwke op it boek of fertelle in ekstra ferhaal dat it boek net helle hat.

]]>
Boek van de maand september https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-september/ Thu, 04 Sep 2025 14:49:28 +0000 https://noordboek.nl/?p=84831 Deze maand heeft onze uitgever Erno Eskens het boek van de maand gekozen! Het werd het vuistdikke gedichtenboek Er hangt iets van lente in de klas... Het boek biedt een overzicht van Nederlandstalige gedichten uit en over het onderwijs vanaf de Middeleeuwen tot nu.

  1. Waarom moet je dit boek lezen?

Ik moet niets! Het staat toch niet op mijn verplichte literatuurlijst? Nee, zo’n prachtig boek vol gedichten over leraren, leerlingen, klassen en inspecteurs lees je toch uit vrije wil? Er valt echt veel te genieten met dit boek hoor. Het is een schitterende verzameling gedichten vanaf de middeleeuwen tot nu. Honderden dichters en bijna 900 pagina’s! Wat is er leuker dan daar lekker in te bladeren? Je blik valt op een paar zinnen en in een oogwenk ben je terug in je eigen schooltijd. Je komt alles tegen: het pesten, het huiswerk, de luie leerling, rumoer in de klas en die ene goede leraar die je uit het moeras van je eigen onkunde weet te trekken.

  1. Wat vind je goed aan de dichters?

Oh, er zitten zoveel schitterende dichters van naam en faam tussen. Maar misschien heb ik nog wel de meeste bewondering voor de samenstellers. Wat een werk moet het geweest zijn om al die gedichten bij elkaar te zoeken, over te typen en de rechten te regelen! Maar het resultaat is er dan ook naar. Het is echt een kloek werk met een uniek overzicht van onderwijsgedichten. Achterin hebben de samenstellers een lijst opgenomen met onderwerpen. Je kunt daardoor altijd snel even snel een passend citaatje zoeken bij een onderwerp. Ook handig.

  1. Wat is je favoriete passage of hoofdstuk en waarom?

Ik vond het voorwoord van onderwijsfilosoof Gert Biesta interessant. Hij wijst erop dat de huidige richtingenstrijd in het onderwijs in feite van alle tijden is. Dat blijkt uit de gedichten. Zo citeert hij Nicolaes Beets (1814-1903) die de vraag op tafel legt of onderwijs moet zorgen voor de vorming van “een Mensch, geschikt voor ’t Leven” of “een goed Gereedschap voor een werkkring, voor een ambt”.

Ik vond het gedicht van Akwasi ook erg raak. Hij schrijft heel puntig over leraren die hem als een leerling ‘kansarm’ zagen die waarschijnlijk niets van het leven ging maken. Zo’n gedicht vat de zwakheid van het huidige onderwijsstelsel – het bevestigt ongelijkheid – in een paar zinnen samen. Dat is knap gedaan. (En hoe hebben die docenten zich vergist!)

Het eerste gedicht in het boek vond ik ook prachtig. Het stamt uit de twaalfde eeuw: Floris ende Blancefloer. Het vertelt onder meer hoe een vader zijn kinderen op school voorbereidt:

“Minne,” seit hi, “ic sal di ter scolen doen.
Di sal leren meester Gaydoen,
een wijs meester ende een vroet.”

Ik vind Gaydoen sowieso een geweldige naam voor een leraar. Ze zouden allemaal zo moeten heten. Je ziet gelijk een vrolijke docent voor je. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij tot de LHBTQI-gemeenschap behoort, ook al is dat onzin. Hoewel, de man was zijn tijd wel vooruit, want hij gaf niet alleen les aan jongens (Floris) maar klaarblijkelijk ook aan een meisje (Blancefloer). En dat in de twaalfde eeuw!

Ook de typering van Gaydoen zet mijn fantasie aan het werk. Hij is namelijk niet alleen wijs – zo’n leraar wil je! – maar ook ‘een vroet’. Zou meester Gaydoen in de jonge geestjes vroeten om er het beste uit te halen? Nee, waarschijnlijk niet. In zijn tijd dacht men nog dat de de geest van de leerling eerst leeggemaakt moest worden – met het latje – voordat je er iets waardvols in kon stoppen. Als Gaydoen dus vroette, dan om het slechte eruit te halen. Maar toen ik de vertaling las – alle oude gedichten zijn ook in modern Nederlands afgedrukt – en er zelf nog eens over nadacht, viel het kwartje. Diderik van den Assenede, de dichter, bedoelde natuurlijk dat meester Gaydoen een soort vroedvrouw was; iemand die iets moois geboren laat worden. Is dat nou niet een schitterende taakomschrijving voor iedere leraar?

]]>
Luc Hoogenstein: Op safari in eigen tuin https://noordboek.nl/luc-hoogenstein-op-safari-in-eigen-tuin/ Thu, 21 Aug 2025 11:33:36 +0000 https://noordboek.nl/?p=84435 Het is nog niet eens zo lang geleden dat Nederland vast zat in een corona lockdown. Mijn eigen wereld veranderde van de natuurgebieden van Natuurmonumenten in een rijtjeshuis met een laptop. Ik werkte destijds als Boswachter Ecologie in het Naardermeer, een groots natuurgebied en de basis van de Nederlandse natuurbescherming. Een groter contrast met mijn huis in Utrecht was bijna niet mogelijk. Ik had echter nooit kunnen voorspellen wat deze gedwongen isolatie voor verandering te weeg zou gaan brengen.

Soms is een calamiteit nodig om een creativiteit te laten ontwaken die anders nooit aan het oppervlak gekomen zou zijn. Na de zoveelste online meeting was ik het binnen zitten zó zat dat ik de camera pakte en naar buiten trok ter bestrijding van de corona-verveling. Op safari in eigen tuin, op zoek naar een plant of dier om te fotograferen. De eerste verrassing trof ik op een kogeldistel, een bontgekleurde bessenschildwants. Een prachtig, groot, roodgroen insect waarvan ik me niet kon herinneren die ooit eerder gezien te hebben. Op een plant daarnaast rustte een fraaie geelzwarte wesp met curieus verbrede voorpoten, de kleine zeefwesp. Ook dat was een nieuwe soort voor me. Twee nieuwelingen in mijn eigen tuin, binnen een paar minuten.  Wat voor ecologische geheimen zou de tuin nog meer herbergen? Hoeveel soorten dieren en planten zouden hier wel niet in een jaar te vinden zijn?

 

Vuursteenvlinder, een nachtvlinder die Luc op zijn balkon vond.

 

Het zaadje in mijn hoofd ontkiemde net zo snel als dat het was geplant. De zoektocht in eigen tuin was geboren, net als de naam van het project: mijn 1000 soortentuin. En zo begon het natuuravontuur voor de deur. Mijn persoonlijke stadssafari. Ik zocht van 1 januari tot en met 31 december naar alle dieren en planten in en rondom mijn rijtjeshuis en ontdekte de ene na de andere verrassende soort. Het werd de start van een avontuur dat – uiteindelijk – veel verder reikte dan mijn eigen tuin. Het avontuur kreeg een fysieke manifestatie in de vorm van het boek Mijn 1000 soortentuin, waarvan de eerste druk in no time uitverkocht was. Het boek opende vele deuren met lezingen en presentaties van Zuidlaren tot Bergeijk en van Den Haag tot Almelo en een eigen tv-programma bij RTV Utrecht. Op een van de presentaties kwam ik in contact met MN Media, het bedrijf achter grote bioscoopsuccessen als De Nieuwe Wildernis, De Wilde Noordzee en Onder Het Maaiveld. Of ik interesse had om mee te denken over een bioscoopfilm over natuur in de stad, werktitel De Groene Stad. Wat denk je zelf! De samenwerking met MN Media resulteerde zelfs in een complete theatershow, Stadssafari, die in het seizoen 26/27 in heel Nederland te zien zal zijn.

Binnenkort verschijnt de derde druk van Mijn 1000 soortentuin én er komt dit najaar een nieuw boek aan, Natuur in eigen tuin, 100 soorten die je zelf makkelijk kan ontdekken.

Nu ik dit zo schrijf en teruglees kan ik een glimlach niet onderdrukken. Het voelt nog steeds een beetje onwerkelijk, als een wonderlijke avonturenboek met een open einde. Wat ooit begon als projectje ter bestrijding van corona-verveling heeft een wereld geopend die ik niet voor mogelijk hield. Een boek kan je leven veranderen, of in ieder geval in de richting van een nieuwe wereld leiden. Soms overkomt het de lezer, soms ook de schrijver.

Luc Hoogenstein is bioloog, presentator, theatermaker, prijswinnend natuurfotograaf en schrijver van de boeken Mijn 1000 soortentuin en Natuur in eigen tuin, 100 soorten die je zelf makkelijk kan ontdekken. Hij heeft onder andere gewerkt bij Vogelbescherming en Natuurmonumenten en is momenteel werkzaam in de duurzame energiesector.

 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Boek van de maand augustus https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-augustus/ Wed, 06 Aug 2025 12:33:41 +0000 https://noordboek.nl/?p=83844 Deze maand heeft onze PR-verantwoordelijke Marloes opnieuw het boek van de maand gekozen! Het is het boek de geïllustreerde meditaties geworden van de bekende Romeinse keizer en filosoof Marcus Aurelius.

  1. Waarom moet je dit boek lezen?

Omdat het op een heldere en mooie manier laat zien wat Marcus Aurelius dacht over het leven. De teksten zijn kort en krachtig, en gaan over onderwerpen die nog steeds herkenbaar zijn: omgaan met tegenslag, rust bewaren, jezelf niet verliezen. Door de toelichting en de illustraties leest het prettig, ook als je niet eerder iets van hem gelezen hebt.

  1. Wat vind je goed aan de auteur(s)?

Marcus Aurelius schrijft krachtig en tijdloos. Zijn gedachten zijn helder, persoonlijk en nog steeds actueel. De vertaling van Rutger H. Cornets de Groot is prettig leesbaar en blijft trouw aan het origineel. James Romm verzorgt de inleidingen, die duidelijk uitleg geven zonder te zwaar te worden. De illustraties van Joanna Lisowiec maken het geheel visueel aantrekkelijk en versterken de sfeer van het boek.

  1. Wat is je favoriete passage of hoofdstuk en waarom?

Mijn favoriete passage staat op bladzijde 38:

“Wees goed, nu je nog leeft, nu het nog kan.”

Deze woorden spreken mij erg aan. Ze herinneren eraan dat het belangrijk is om niet te wachten, maar nu al te proberen een goed mens te zijn. Het is een aansporing om bewust en met aandacht te leven, zonder uitstel.

  1. Welke gelijksoortige boeken zou je aanbevelen?

De renga-meester – Henk Akkermans, Wim Boot

Openstaan voor overweldigende ervaringen – Peter Jurgens

]]>
Petra Quaedvlieg: Het grappige is dat Descartes zelf een hondje had… https://noordboek.nl/petra-quaedvlieg-het-grappige-is-dat-descartes-zelf-een-hondje-had/ Thu, 17 Jul 2025 08:00:20 +0000 https://noordboek.nl/?p=82800 Drie jaar geleden ging onze hond dood. Het was niet zomaar een hond. Ze was een reisgenoot, want we kregen haar in China, toen mijn man en ik daar werkten als correspondenten. Ze heette Xiaohei, wat Zwartje betekent. Ze was bij ons gekomen via een adoptie-organisatie voor straathonden. Op dat moment woonden we in de miljoenenstad Shanghai en eigenlijk was er geen haar op ons hoofd die eraan dacht om een hond te nemen. Maar onze dochter, enig kind, had het altijd over dieren, en ze verlangde hevig naar een kameraad. Zo kwam Xiaohei in ons leven, we wilden een van de vele dieren in het grote land een beter leven geven.

En een beter leven kreeg ze. Want ze kwam uit de binnenlanden van China, uit Changsha, een stad in het hart van China. Ze werd gevonden door twee lieve Shanghaise vrouwen die voor zaken in Changsha moesten zijn. Ze hoorden zacht gepiep en zagen in een zijstraatje een jonge hond aan een paal gestrikt. De draad had een diepe snee in haar hals veroorzaakt. Ze maakten haar los en namen haar mee naar hun hotel. En de volgende dag op het vliegtuig naar Shanghai. Toen zaten ze opeens met een hond op veertienhoog. Daarom gingen ze op zoek naar een adoptiegezin.  

Xiaohei was de liefste, trouwste hond ter wereld. Heel slim en heel contemplatief. Ze kon tijdens een wandeling plotseling gaan zitten en minutenlang voor zich uit staren, haar neus in de wind, terwijl alleen haar oren bewogen, als gevoelige antennes (ze had spitse, fluweelzachte oren). Ik had graag willen horen wat zij allemaal hoorde. Ik had ook graag willen weten wat ze allemaal rook en hoe ze die geuren interpreteerde. Wat zijn de zintuigen van mensen toch beperkt. Ik stelde me voor dat de geursporen die zij volgde vergelijkbaar waren met het lezen van een boek. 

Toen we terug naar Nederland gingen, vloog ze met ons mee, onze dierbare reisgenoot. En toen, mooie jaren later, vertrok ze op een dag naar de Elysese velden – zo zie ik het graag: dat ze daar heerlijk door het wuivende gras rent en in de zon zit. Maar ze was dus dood en ik kon niets anders dan dezelfde rondjes blijven lopen die ik eerst met haar liep. In mijn hoofd begon ik haar brieven te schrijven. 

Die brieven gingen over de diepe band tussen ons, en gaandeweg over veel meer, over de bijzondere relatie tussen dier en mens, over de vraag waarom we het ene dier koesteren als onze trouwste vriend en het andere zonder blikken of blozen opeten. Ik realiseerde me dat het veel te maken heeft met zien, met kijken. Dat de mens met de dingen die hij niet ziet geen relatie aangaat, er niet door geraakt wordt. Uit het oog uit het hart.  

Ik kwam er ook achter dat we een stuk van onze ziel zijn kwijtgeraakt in ons geconditioneerde, technologische, leven. Dat we soms wel lijken op machines. Precies zoals de filosoof Descartes het ooit zei over dieren. Hij zei dat dieren geen ziel hebben omdat ze niet kunnen denken. Het zijn dus net machines, zei de filosoof. Het grappige is dat Descartes zelf een hondje had, monsieur Grat, en dat hij dus heus wel gezien heeft wat een levende ziel zijn huisdier was. En zo leidden mijn brieven van het een naar het ander, een gedachtestroom over wie wij zijn als mensen, over onze dwaze superioriteit, en over het woordeloze geluk dat dieren ons kunnen geven. Dat werd Je hond eet je niet op. 

Petra Quaedvlieg is journalist en schrijver. Meer info op www.petraquaedvlieg.nl 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>