Uitgeverij Noordboek | Sterck & DeVreese | HL Books | Bornmeer | Noordboek-Van Gorcum https://noordboek.nl/ Tue, 09 Sep 2025 13:18:39 +0000 nl-NL hourly 1 Boek van de maand september https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-september/ Thu, 04 Sep 2025 14:49:28 +0000 https://noordboek.nl/?p=84831 Deze maand heeft onze uitgever Erno Eskens het boek van de maand gekozen! Het werd het vuistdikke gedichtenboek Er hangt iets van lente in de klas... Het boek biedt een overzicht van Nederlandstalige gedichten uit en over het onderwijs vanaf de Middeleeuwen tot nu.

  1. Waarom moet je dit boek lezen?

Ik moet niets! Het staat toch niet op mijn verplichte literatuurlijst? Nee, zo’n prachtig boek vol gedichten over leraren, leerlingen, klassen en inspecteurs lees je toch uit vrije wil? Er valt echt veel te genieten met dit boek hoor. Het is een schitterende verzameling gedichten vanaf de middeleeuwen tot nu. Honderden dichters en bijna 900 pagina’s! Wat is er leuker dan daar lekker in te bladeren? Je blik valt op een paar zinnen en in een oogwenk ben je terug in je eigen schooltijd. Je komt alles tegen: het pesten, het huiswerk, de luie leerling, rumoer in de klas en die ene goede leraar die je uit het moeras van je eigen onkunde weet te trekken.

  1. Wat vind je goed aan de dichters?

Oh, er zitten zoveel schitterende dichters van naam en faam tussen. Maar misschien heb ik nog wel de meeste bewondering voor de samenstellers. Wat een werk moet het geweest zijn om al die gedichten bij elkaar te zoeken, over te typen en de rechten te regelen! Maar het resultaat is er dan ook naar. Het is echt een kloek werk met een uniek overzicht van onderwijsgedichten. Achterin hebben de samenstellers een lijst opgenomen met onderwerpen. Je kunt daardoor altijd snel even snel een passend citaatje zoeken bij een onderwerp. Ook handig.

  1. Wat is je favoriete passage of hoofdstuk en waarom?

Ik vond het voorwoord van onderwijsfilosoof Gert Biesta interessant. Hij wijst erop dat de huidige richtingenstrijd in het onderwijs in feite van alle tijden is. Dat blijkt uit de gedichten. Zo citeert hij Nicolaes Beets (1814-1903) die de vraag op tafel legt of onderwijs moet zorgen voor de vorming van “een Mensch, geschikt voor ’t Leven” of “een goed Gereedschap voor een werkkring, voor een ambt”.

Ik vond het gedicht van Akwasi ook erg raak. Hij schrijft heel puntig over leraren die hem als een leerling ‘kansarm’ zagen die waarschijnlijk niets van het leven ging maken. Zo’n gedicht vat de zwakheid van het huidige onderwijsstelsel – het bevestigt ongelijkheid – in een paar zinnen samen. Dat is knap gedaan. (En hoe hebben die docenten zich vergist!)

Het eerste gedicht in het boek vond ik ook prachtig. Het stamt uit de twaalfde eeuw: Floris ende Blancefloer. Het vertelt onder meer hoe een vader zijn kinderen op school voorbereidt:

“Minne,” seit hi, “ic sal di ter scolen doen.
Di sal leren meester Gaydoen,
een wijs meester ende een vroet.”

Ik vind Gaydoen sowieso een geweldige naam voor een leraar. Ze zouden allemaal zo moeten heten. Je ziet gelijk een vrolijke docent voor je. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij tot de LHBTQI-gemeenschap behoort, ook al is dat onzin. Hoewel, de man was zijn tijd wel vooruit, want hij gaf niet alleen les aan jongens (Floris) maar klaarblijkelijk ook aan een meisje (Blancefloer). En dat in de twaalfde eeuw!

Ook de typering van Gaydoen zet mijn fantasie aan het werk. Hij is namelijk niet alleen wijs – zo’n leraar wil je! – maar ook ‘een vroet’. Zou meester Gaydoen in de jonge geestjes vroeten om er het beste uit te halen? Nee, waarschijnlijk niet. In zijn tijd dacht men nog dat de de geest van de leerling eerst leeggemaakt moest worden – met het latje – voordat je er iets waardvols in kon stoppen. Als Gaydoen dus vroette, dan om het slechte eruit te halen. Maar toen ik de vertaling las – alle oude gedichten zijn ook in modern Nederlands afgedrukt – en er zelf nog eens over nadacht, viel het kwartje. Diderik van den Assenede, de dichter, bedoelde natuurlijk dat meester Gaydoen een soort vroedvrouw was; iemand die iets moois geboren laat worden. Is dat nou niet een schitterende taakomschrijving voor iedere leraar?

]]>
Luc Hoogenstein: Op safari in eigen tuin https://noordboek.nl/luc-hoogenstein-op-safari-in-eigen-tuin/ Thu, 21 Aug 2025 11:33:36 +0000 https://noordboek.nl/?p=84435 Het is nog niet eens zo lang geleden dat Nederland vast zat in een corona lockdown. Mijn eigen wereld veranderde van de natuurgebieden van Natuurmonumenten in een rijtjeshuis met een laptop. Ik werkte destijds als Boswachter Ecologie in het Naardermeer, een groots natuurgebied en de basis van de Nederlandse natuurbescherming. Een groter contrast met mijn huis in Utrecht was bijna niet mogelijk. Ik had echter nooit kunnen voorspellen wat deze gedwongen isolatie voor verandering te weeg zou gaan brengen.

Soms is een calamiteit nodig om een creativiteit te laten ontwaken die anders nooit aan het oppervlak gekomen zou zijn. Na de zoveelste online meeting was ik het binnen zitten zó zat dat ik de camera pakte en naar buiten trok ter bestrijding van de corona-verveling. Op safari in eigen tuin, op zoek naar een plant of dier om te fotograferen. De eerste verrassing trof ik op een kogeldistel, een bontgekleurde bessenschildwants. Een prachtig, groot, roodgroen insect waarvan ik me niet kon herinneren die ooit eerder gezien te hebben. Op een plant daarnaast rustte een fraaie geelzwarte wesp met curieus verbrede voorpoten, de kleine zeefwesp. Ook dat was een nieuwe soort voor me. Twee nieuwelingen in mijn eigen tuin, binnen een paar minuten.  Wat voor ecologische geheimen zou de tuin nog meer herbergen? Hoeveel soorten dieren en planten zouden hier wel niet in een jaar te vinden zijn?

 

Vuursteenvlinder, een nachtvlinder die Luc op zijn balkon vond.

 

Het zaadje in mijn hoofd ontkiemde net zo snel als dat het was geplant. De zoektocht in eigen tuin was geboren, net als de naam van het project: mijn 1000 soortentuin. En zo begon het natuuravontuur voor de deur. Mijn persoonlijke stadssafari. Ik zocht van 1 januari tot en met 31 december naar alle dieren en planten in en rondom mijn rijtjeshuis en ontdekte de ene na de andere verrassende soort. Het werd de start van een avontuur dat – uiteindelijk – veel verder reikte dan mijn eigen tuin. Het avontuur kreeg een fysieke manifestatie in de vorm van het boek Mijn 1000 soortentuin, waarvan de eerste druk in no time uitverkocht was. Het boek opende vele deuren met lezingen en presentaties van Zuidlaren tot Bergeijk en van Den Haag tot Almelo en een eigen tv-programma bij RTV Utrecht. Op een van de presentaties kwam ik in contact met MN Media, het bedrijf achter grote bioscoopsuccessen als De Nieuwe Wildernis, De Wilde Noordzee en Onder Het Maaiveld. Of ik interesse had om mee te denken over een bioscoopfilm over natuur in de stad, werktitel De Groene Stad. Wat denk je zelf! De samenwerking met MN Media resulteerde zelfs in een complete theatershow, Stadssafari, die in het seizoen 26/27 in heel Nederland te zien zal zijn.

Binnenkort verschijnt de derde druk van Mijn 1000 soortentuin én er komt dit najaar een nieuw boek aan, Natuur in eigen tuin, 100 soorten die je zelf makkelijk kan ontdekken.

Nu ik dit zo schrijf en teruglees kan ik een glimlach niet onderdrukken. Het voelt nog steeds een beetje onwerkelijk, als een wonderlijke avonturenboek met een open einde. Wat ooit begon als projectje ter bestrijding van corona-verveling heeft een wereld geopend die ik niet voor mogelijk hield. Een boek kan je leven veranderen, of in ieder geval in de richting van een nieuwe wereld leiden. Soms overkomt het de lezer, soms ook de schrijver.

Luc Hoogenstein is bioloog, presentator, theatermaker, prijswinnend natuurfotograaf en schrijver van de boeken Mijn 1000 soortentuin en Natuur in eigen tuin, 100 soorten die je zelf makkelijk kan ontdekken. Hij heeft onder andere gewerkt bij Vogelbescherming en Natuurmonumenten en is momenteel werkzaam in de duurzame energiesector.

 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Boek van de maand augustus https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-augustus/ Wed, 06 Aug 2025 12:33:41 +0000 https://noordboek.nl/?p=83844 Deze maand heeft onze PR-verantwoordelijke Marloes opnieuw het boek van de maand gekozen! Het is het boek de geïllustreerde meditaties geworden van de bekende Romeinse keizer en filosoof Marcus Aurelius.

  1. Waarom moet je dit boek lezen?

Omdat het op een heldere en mooie manier laat zien wat Marcus Aurelius dacht over het leven. De teksten zijn kort en krachtig, en gaan over onderwerpen die nog steeds herkenbaar zijn: omgaan met tegenslag, rust bewaren, jezelf niet verliezen. Door de toelichting en de illustraties leest het prettig, ook als je niet eerder iets van hem gelezen hebt.

  1. Wat vind je goed aan de auteur(s)?

Marcus Aurelius schrijft krachtig en tijdloos. Zijn gedachten zijn helder, persoonlijk en nog steeds actueel. De vertaling van Rutger H. Cornets de Groot is prettig leesbaar en blijft trouw aan het origineel. James Romm verzorgt de inleidingen, die duidelijk uitleg geven zonder te zwaar te worden. De illustraties van Joanna Lisowiec maken het geheel visueel aantrekkelijk en versterken de sfeer van het boek.

  1. Wat is je favoriete passage of hoofdstuk en waarom?

Mijn favoriete passage staat op bladzijde 38:

“Wees goed, nu je nog leeft, nu het nog kan.”

Deze woorden spreken mij erg aan. Ze herinneren eraan dat het belangrijk is om niet te wachten, maar nu al te proberen een goed mens te zijn. Het is een aansporing om bewust en met aandacht te leven, zonder uitstel.

  1. Welke gelijksoortige boeken zou je aanbevelen?

De renga-meester – Henk Akkermans, Wim Boot

Openstaan voor overweldigende ervaringen – Peter Jurgens

]]>
Petra Quaedvlieg: Het grappige is dat Descartes zelf een hondje had… https://noordboek.nl/petra-quaedvlieg-het-grappige-is-dat-descartes-zelf-een-hondje-had/ Thu, 17 Jul 2025 08:00:20 +0000 https://noordboek.nl/?p=82800 Drie jaar geleden ging onze hond dood. Het was niet zomaar een hond. Ze was een reisgenoot, want we kregen haar in China, toen mijn man en ik daar werkten als correspondenten. Ze heette Xiaohei, wat Zwartje betekent. Ze was bij ons gekomen via een adoptie-organisatie voor straathonden. Op dat moment woonden we in de miljoenenstad Shanghai en eigenlijk was er geen haar op ons hoofd die eraan dacht om een hond te nemen. Maar onze dochter, enig kind, had het altijd over dieren, en ze verlangde hevig naar een kameraad. Zo kwam Xiaohei in ons leven, we wilden een van de vele dieren in het grote land een beter leven geven.

En een beter leven kreeg ze. Want ze kwam uit de binnenlanden van China, uit Changsha, een stad in het hart van China. Ze werd gevonden door twee lieve Shanghaise vrouwen die voor zaken in Changsha moesten zijn. Ze hoorden zacht gepiep en zagen in een zijstraatje een jonge hond aan een paal gestrikt. De draad had een diepe snee in haar hals veroorzaakt. Ze maakten haar los en namen haar mee naar hun hotel. En de volgende dag op het vliegtuig naar Shanghai. Toen zaten ze opeens met een hond op veertienhoog. Daarom gingen ze op zoek naar een adoptiegezin.  

Xiaohei was de liefste, trouwste hond ter wereld. Heel slim en heel contemplatief. Ze kon tijdens een wandeling plotseling gaan zitten en minutenlang voor zich uit staren, haar neus in de wind, terwijl alleen haar oren bewogen, als gevoelige antennes (ze had spitse, fluweelzachte oren). Ik had graag willen horen wat zij allemaal hoorde. Ik had ook graag willen weten wat ze allemaal rook en hoe ze die geuren interpreteerde. Wat zijn de zintuigen van mensen toch beperkt. Ik stelde me voor dat de geursporen die zij volgde vergelijkbaar waren met het lezen van een boek. 

Toen we terug naar Nederland gingen, vloog ze met ons mee, onze dierbare reisgenoot. En toen, mooie jaren later, vertrok ze op een dag naar de Elysese velden – zo zie ik het graag: dat ze daar heerlijk door het wuivende gras rent en in de zon zit. Maar ze was dus dood en ik kon niets anders dan dezelfde rondjes blijven lopen die ik eerst met haar liep. In mijn hoofd begon ik haar brieven te schrijven. 

Die brieven gingen over de diepe band tussen ons, en gaandeweg over veel meer, over de bijzondere relatie tussen dier en mens, over de vraag waarom we het ene dier koesteren als onze trouwste vriend en het andere zonder blikken of blozen opeten. Ik realiseerde me dat het veel te maken heeft met zien, met kijken. Dat de mens met de dingen die hij niet ziet geen relatie aangaat, er niet door geraakt wordt. Uit het oog uit het hart.  

Ik kwam er ook achter dat we een stuk van onze ziel zijn kwijtgeraakt in ons geconditioneerde, technologische, leven. Dat we soms wel lijken op machines. Precies zoals de filosoof Descartes het ooit zei over dieren. Hij zei dat dieren geen ziel hebben omdat ze niet kunnen denken. Het zijn dus net machines, zei de filosoof. Het grappige is dat Descartes zelf een hondje had, monsieur Grat, en dat hij dus heus wel gezien heeft wat een levende ziel zijn huisdier was. En zo leidden mijn brieven van het een naar het ander, een gedachtestroom over wie wij zijn als mensen, over onze dwaze superioriteit, en over het woordeloze geluk dat dieren ons kunnen geven. Dat werd Je hond eet je niet op. 

Petra Quaedvlieg is journalist en schrijver. Meer info op www.petraquaedvlieg.nl 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Boek van de maand juli https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-juli/ Thu, 03 Jul 2025 07:33:26 +0000 https://noordboek.nl/?p=82373 Deze maand is het boek van de maand gekozen door onze nieuwe assistent-uitgever Stijn. Zijn keuze? Kleine filosofie van het ommetje.
Lees snel verder waarom juist dit boek hem zo aanspreekt…

1. Waarom moet je dit boek lezen?

Een bekend adagium (van K. Schippers) is dat poëzie, of kunst in het algemeen, het bijzondere gewoon maakt en het gewone bijzonder. Wat voor velen gewoon of alledaags is, wordt naar bijzondere proporties verheven. Dit alledaagse zoals onze straat, de stoep, het paadje of onze buurt is dan niet meer alleen een achtergrond, maar wordt toneel.

Niks is zo alledaags als het ommetje, het maken van een kleine wandeling door de buurt. Voor velen gaat het aan hen voorbij. Het is dan simpelweg een ruimte om van A naar B te komen. Een tussenruimte, zoals Pieter Hoexum het noemt. Met dit boek laat Hoexum ons nauwkeuriger kijken naar deze tussenruimtes. Het zijn niet alleen ruimtes om je naar de bestemming te brengen, maar essentiële ruimtes op zichzelf.

Als je dit boek leest, leer je meer over deze tussenruimtes. Maar bovenal leer je beter naar het gewone en alledaagse om ons heen te kijken. Zoals in het ommetje zelf neemt het boek geen standpunt in. Het blijft lopen, zwerven, mijmeren. Soms staat het stil, maar niks staat vast want men kan altijd weer verder lopen.

2. Wat vind je goed aan deze auteur?

Pieter Hoexum brengt op een eigenzinnige manier veel verschillende soorten bronnen bij elkaar. Hij trekt in zijn korte beschouwingen een rode draad door filosofische en stedenbouwkundige boeken evenals romans en gedichten. Het boek blijft overtuigend en verwonderend tegelijkertijd.

3. Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?

Het hoofdstuk ‘Tussen ontlopen en ontmoeten’ is een van mijn favoriete hoofdstukken van het boek. In dit hoofdstuk probeert Hoexum de vinger te leggen op wat een openbare ruimte leefbaar maakt. Er zijn veel stadsplanologen die pleiten voor een openbare ruimte die aanzet tot ontmoetingen. Hoe meer ontmoetingen, hoe beter. Toch is dit volgens Hoexum slechts één kleur in het hele spectrum. Ontmoetingen in het openbaar met vreemden zijn waardevol, maar ook zeldzaam. Het kunnen ontlopen van elkaar is net zo belangrijk en schept ruimte. Deze ruimte betekent dat er ook ruimte is voor verschillen tussen mensen. Ontmoeten komt namelijk neer op het uitvlakken van verschillen. Terwijl de openbare ruimte er juist is om het samenleven met verschillen mogelijk te maken. Hiermee maak je, in de woorden van Hoexum, paradoxaal genoeg juist ruimte voor ontmoetingen.

4. Welk(e) gelijksoortig(e) boek(en) zou je aanbevelen?

Boomtijd – Beitske Bouwman
Landschap (be)leven – François Jullien

]]>
Sietze Norder: De aarde is een archipel https://noordboek.nl/sietze-norder-de-aarde-is-een-archipel/ Mon, 23 Jun 2025 11:17:47 +0000 https://noordboek.nl/?p=81794 De ‘mogelijke tekenen van buitenaards leven’ zoals gezien door mijn sterrenkundige collega’s ten spijt, is onze aarde vooralsnog de enige levende planeet. Dit kleine blauwe bolletje is alles wat we hebben, een klein eiland omgeven door een uitgestrekte oceaan.

Dat we op dit moment geconfronteerd worden met meerdere planetaire uitdagingen is geen nieuws. Klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, en vervuiling van bodem, water en ons eigen lijf. Al hebben menselijke acties mondiale consequenties, we hebben nog geen manier gevonden om ons wereldwijd op een duurzame manier te verhouden tot de natuur.

Verrassend genoeg kunnen juist kleine eilanden inspiratie bieden om die grote uitdagingen aan te gaan. Alle eilanden ter wereld vormen samen een regenboog aan mens-natuurrelaties. Het zijn duizenden miniatuurwerelden die in bepaalde opzichten op elkaar lijken maar in andere juist van elkaar verschillen. Door al die eilanden in samenhang te bekijken kunnen we zien waarom sommige eilandsamenlevingen er wel in slagen een duurzame relatie aan te gaan met het lokale ecosysteem, en anderen niet.

Voor mijn onderzoek naar mens-natuurrelaties heb ik in de afgelopen jaren verschillende eilanden bezocht en bestudeerd. Een belangrijke reden om De wereld in het klein te schrijven was om mijn fascinatie voor eilanden te delen en te laten zien wat hen zo bijzonder maakt. Alle eilanden samen beslaan slechts een fractie van het wereldwijde landoppervlak maar leveren een disproportionele bijdrage aan de verscheidenheid van het leven op aarde.

Eilanden bevinden zich echter ook in de frontlinie van de biodiversiteitscrisis: het merendeel van de uitgestorven soorten leefde op eilanden. Ook bij andere mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering en zeespiegelstijging worden eilanden vaak hard getroffen en komen gevolgen sneller tot uiting. Op eilanden liggen wereldwijde milieuveranderingen onder een vergrootglas.

Door hun afgebakende grenzen, isolatie en beperkte oppervlakte, wordt op eilanden duidelijk zichtbaar in welke mate samenlevingen verweven zijn met hun lokale ecosysteem. Maar net als in Nederland, zijn ook eilandsamenlevingen sterk afhankelijk van (voedsel)importen van elders.

Op wereldschaal gaat deze truc niet werken, er is geen planeet B waar we ons voedsel vandaan kunnen halen als het hier even tegenzit. In die zin is de eiland-aardemetafoor treffend: het benadrukt dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Anderzijds doet deze metafoor geen recht aan de enorme variatie aan lokale mens-natuurrelaties en aan de mate waarin verschillende plaatsen op aarde met elkaar verknoopt zijn. Ieder eiland is een uniek experiment van mens en natuur. Laten we de inzichten die zijn opgedaan in die talloze lokale experimenten wereldwijd met elkaar delen. We moeten lokaal aan de slag maar ons er tegelijkertijd van bewust zijn dat we samen één aarde delen, want als eilanden kleine werelden zijn, dan is de aarde een archipel.

Sietze Norder (1987) werkt als universitair docent bij de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar biodiversiteit, culturele diversiteit, en mens-natuurrelaties. Hij promoveerde aan de universiteit van Lissabon op een onderzoek over eilandbiogeografie. In 2024 verscheen bij Noordboek een heruitgave van zijn boek De wereld in het klein. Wat eilanden ons vertellen over de relatie tussen mens en natuur.

 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Boek van de maand – juni https://noordboek.nl/80452-2/ Tue, 03 Jun 2025 15:06:12 +0000 https://noordboek.nl/?p=80452 Deze maand kiest onze assistent uitgever Nieske het boek van de maand. Welk boek is het geworden? Polderpower van Tim Treffers! Lees hieronder waarom dit boek deze maand in de spotlight staat:

Polderpower is een rijk geïllustreerde ode aan bijna vijftig Nederlandse zangeressen uit ruim 65 jaar nederpop. In het boek vertellen zij openhartig over hun dromen, het ontdekt worden, succes en het behouden daarvan, concessies doen, (over)leven in een mannenwereld en grensoverschrijdend gedrag. Met bijdragen van onder anderen Anita Meyer, Angela Groothuizen, Edsilia Rombley, Ellen ten Damme, Roxeanne Hazes en Numidia El Morabet biedt het boek een unieke kijk op de rol van vrouwen in de Nederlandse popmuziek.

  1. Wat vind je goed aan deze auteur?

Tim Treffers is niet alleen journalist en nederpopkenner, maar ook muzikant. Hij brak als zanger door in Japan, waar hij op tour ging en drie albums opnam. Zijn ervaring als muzikant geeft hem een uniek perspectief op de muziekindustrie. Daarnaast heeft hij met Carolien Borgers de podcastserie De Nederpopcast gemaakt, wat zijn jarenlange interesse en kennis van de Nederlandse popmuziek onderstreept. Zijn enthousiasme voor vrouwen in de nederpop komt dan ook goed in het boek naar voren en werkt aanstekelijk.

  1. Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?

Met name de hoofdstukken over de jaren negentig en de jaren nul zijn favoriet. In zijn inleidingen hierbij schetst Tim een heel herkenbaar tijdsbeeld. Liedjes als No limit van 2 Unlimited, Nobody’s wife van Anouk en Automatic van EliZe nemen je even mee terug in de tijd. Daarnaast is het indrukwekkend hoe het boek de persoonlijke verhalen van de zangeressen samenbrengt. Deze verhalen zijn niet alleen inspirerend, maar ook belangrijk voor het begrijpen van de evolutie van de Nederlandse popmuziek en de rol van vrouwen daarin.

  1. Welk(e) gelijksoortig(e) boek(en) zou je aanbevelen?

Als je geïnteresseerd bent in Polderpower, zijn de volgende boeken wellicht ook de moeite waard:

  • Margriet Eshuijs van Roel Smit: Deze biografie neemt de lezer mee op een roadtrip door het leven van Margriet Eshuijs en volgt haar muzikale carrière met alle hoogte- en dieptepunten: succes, tegenslag, huwelijk, liefde en eenzaamheid.
  • Dagboek van de popmuziek van Denis Michiels: Een naslagwerk dat de geschiedenis van de popmuziek documenteert, met aandacht voor zowel bekende als minder bekende artiesten.
]]>
Marcel Zantingh: Niet weten wat er is gebeurd, is het ergste wat er is https://noordboek.nl/marcel-zantingh-niet-weten-wat-er-is-gebeurd-is-het-ergste-wat-er-is/ Thu, 15 May 2025 08:00:09 +0000 https://noordboek.nl/?p=78165 Eind vorig jaar verscheen mijn tweede boek, Mensenjacht, over de organisatie en het optreden van de Duitse Sicherheitspolizei in Drenthe in de Tweede Wereldoorlog. Deze politieke recherche was in vijf jaar bezettingstijd verantwoordelijk voor ongeveer 150 doden op Drents grondgebied, waarschijnlijk zelfs nog meer. Ruim vijf jaar heb ik eraan gewerkt om deze Duitse organisatie in kaart te brengen en een compleet overzicht te geven van fusillades die door haar manschappen in Drenthe werden uitgevoerd. Daarbij keek ik ook naar de Sicherheitspolizei buiten Drenthe, in de buurprovincies maar ook landelijk.

In de vijf jaar tot publicatie van het boek heb ik intensief bronnenonderzoek uitgevoerd, in ongeveer 30 archieven in binnen- en buitenland. Het moeilijkste was voor mij niet het onderzoeksproces zelf maar het stoppen met onderzoeken. iets wat ik eerder ook had ervaren toen het definitieve manuscript van mijn eerste boek werd opgeleverd aan de uitgever. Jarenlang was ik druk met het uitvoeren van archiefonderzoek en het verwerken van steeds weer nieuwe informatie en details in het verhaal. Zo’n onderzoek houdt een historicus, mij in ieder geval, iedere dag bezig. Het is daarom niet gemakkelijk daar een einde aan te maken.

Natuurlijk leidt het publiceren ook tot mooie dingen. Het is goed om er een keer een punt achter te zetten en de resultaten van je onderzoek wereldkundig te maken. Mijn onderzoek over de Sicherheitspolizei maakte namelijk veel los onder het lezerspubliek. Hoewel het geen gemakkelijk onderwerp is en het direct raakt aan het nog steeds actuele maatschappelijk debat over ‘goed’ en ‘fout’ in de oorlog, waren de reacties steeds positief. Zowel van nazaten van slachtoffers van de Sicherheitspolizei als van nazaten van mannen die in de oorlog de kant van de Duitsers hadden gekozen. Iedereen is in zekere mate op zoek naar antwoorden.

Zo kwam ik al tijdens mijn onderzoek in contact met de kleindochters van Roelof Koops uit Hoogeveen, die in het najaar van 1944 door Nederlandse manschappen van de Sicherheitspolizei uit Assen uit huis werd gehaald en ’s nachts op straat werd doodgeschoten. Weduwe Koops had na de oorlog nooit willen spreken over wat er met haar man was gebeurd en haar dochtertje was te jong geweest om de tragedie bewust mee te krijgen. Hoewel weduwe Koops nog wel van plan was geweest om op haar sterfbed te praten over de dood van haar geliefde, kwam dit er uiteindelijk niet meer van.

Het gevolg was dat de nazaten van Koops niet wisten waarom en door wie hun opa en vader was vermoord. Tijdens mijn onderzoek vond ik in het Nationaal Archief de antwoorden op deze vragen. Ook bleek dat weduwe Koops in de jaren na de bevrijding uitgebreid had getuigd tegen de daders van de moord, zodat haar kleindochters toch nog haar verhaal te horen kregen, al was het indirect.

Mijn gesprekken met de kleindochters van Koops bewezen voor mij de grote waarde van dit soort historisch onderzoek: het niet weten wat er is gebeurd, is het ergste wat er is. Ik ben enorm blij dat ik met mijn onderzoek heb kunnen bijdragen aan het beantwoorden van dit soort belangrijke vragen.

Marcel Zantingh is historicus en werkt bij Rijkswaterstaat als adviseur op het gebied van explosievenopsporing. Hij schreef het bij Noordboek-Van Gorcum uitgekomen Mensenjacht: Het optreden van de Sicherheitspolizei in Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek won in 2025 de DHV-prijs.

 

 

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Boek van de maand – mei 2025 https://noordboek.nl/boek-van-de-maand-mei-2025/ Wed, 07 May 2025 14:23:30 +0000 https://noordboek.nl/?p=79216 Deze maand heeft onze collega Marijke het boek van de maand gekozen! Het is De eetbare siertuin geworden. Lees verder om erachter te komen waarom dit het boek van de maand is geworden.

Waarom moet je dit boek lezen?

De eetbare siertuin is een inspirerende gids die laat zien hoe je een tuin kunt creëren die zowel mooi als functioneel is. Het boek beschrijft meer dan 1.000 planten die eetbaar zijn, waardoor je tuin een bron van voedsel wordt. Het gaat om heel gewone soorten, die misschien zelfs al in je tuin staan, waarvan je niet had verwacht dat deze eetbaar zijn. Per soort wordt aangegeven welke delen eetbaar zijn, worden praktische tips en culinaire suggesties gegeven.

Wat vind je goed aan deze auteurs?

Didier Willery en Pascal Garbe combineren hun uitgebreide kennis en passie voor tuinieren op een toegankelijke en inspirerende manier. Willery, als journalist en tuinfotograaf, en Garbe, als directeur van de Laquenexy Fruit Gardens, brengen zowel praktische ervaring als esthetisch inzicht in hun werk. Hun benadering moedigt lezers aan om creatief te zijn en laat zien dat het eigenlijk heel makkelijk is.​

Wat is je favoriete passage/hoofdstuk uit het boek en waarom?

Het gaat voor mij niet zozeer om één hoofdstuk, maar vooral om de verrassende inzichten die het boek biedt over planten die we allemaal kennen – en waarvan je in eerste instantie niet zou denken dat ze eetbaar zijn. Zo blijken bijvoorbeeld de bloemen van de fuchsia en jonge sparrenknoppen geschikt om kort te wokken. Die voorbeelden laten zien hoe alledaagse sierplanten onverwachte culinaire mogelijkheden bieden, wat de lezer uitnodigt om opnieuw te kijken naar je eigen tuin en de invulling daarvan.

Welke gelijksoortige boeken van Noordboek zou je aanbevelen?

Als je geïnteresseerd bent in De eetbare siertuin, zijn de volgende boeken van Uitgeverij Noordboek ook aan te raden:

  • Tuinplantenlexicon van Griselda Kerr: Een praktisch naslagwerk met maandelijkse verzorgingstips voor een breed scala aan tuinplanten.
  • De juiste boom voor elke tuin van Martin Hermy: een gids om voor elke situatie en tuintype de geschikte boom te vinden. Ook voor kleinere tuinen
]]>
Oerlizze fûgels oer grutte besluten? “Spannend as jo dêroan morrelje” https://noordboek.nl/oerlizze-fugels-oer-grutte-besluten-spannend-as-jo-deroan-morrelje/ Thu, 17 Apr 2025 14:54:28 +0000 https://noordboek.nl/?p=78256 Der is in moai artikel ferskynd oer Jantien de Boer en Wondervogels. Lês hjir it folsleine berjocht.

]]>
Hanneke de Jong: Eén verhaal, twee titels, in twee talen https://noordboek.nl/een-verhaal-twee-titels-in-twee-talen/ Thu, 17 Apr 2025 08:00:19 +0000 https://noordboek.nl/?p=76812 In 2015 kreeg ik de papieren van mijn vader in handen die hij had bewaard over de oorlog. Hij had ons er weleens iets over verteld maar dan als een spannend verhaal, met een Duitser in de achtervolging en een kuil in het bos als schuilplaats. De documenten die ik inzag gaven me een duidelijker beeld. Wat me bijbleef was zijn motivatie om in het verzet te gaan: ‘het rechtsgevoel en de zucht naar vrijheid van geweten en spreken’.

Toen ik het verzoek van de Stichting Mearslach kreeg om een Friestalig kinderboek te schrijven over een Smokkelkind hoefde ik dan ook niet lang na te denken. Het moest gaan over de kinderjaren van het Joodse jongetje Louis Godschalk. Geboren in 1942 te Amsterdam werden zijn ouders verraden op hun onderduikadres en werden ze naar de Joodse schouwburg gebracht. Louis ging naar de kindercrèche aan de overkant tot hij daar werd weggehaald door het verzet. Na veel omzwervingen kwam hij in het gezin Oosterkamp terecht, in Scharnegoutum. De oudste dochter, Hennie, kreeg als taak het jongetje te verzorgen. Na de oorlog trouwde Hennie met Feike Rienstra en ze mochten het jongetje, dat ze Loekie noemden, houden en later adopteren. Loekie wist dat niet, hij dacht dat heit en mama zijn echte ouders waren. Pas op zijn dertiende kwam hij er per toeval op de MULO achter.

Toen ik dat hoorde wist ik: daar gaat mijn boek beginnen, daar in die klas waar hij niets wist terwijl de jongens uit zijn dorp wel op de hoogte waren. Vandaar de titel Sis my wa’t ik bin, een boek voor de groepen 7 en 8 over de zoektocht naar wie hij is.

In Wie ben ik?, de biografie van Louis Godschalk geschreven door Koos Boorsma, kon ik de feiten lezen, maar voor de gevoelens moest ik bij Louis zelf zijn. Hij woonde al jaren in Israël met zijn gezin en hij was niet gewend om het met een wildvreemde over zijn gevoelens te hebben. Laat staan erover te mailen!

De uitgever verzocht me om het Friese boek te vertalen. Ik wilde het verhaal graag in het Nederlands schrijven maar dan totaal anders, zodat het geschikt was voor jongeren vanaf ongeveer 14 jaar. In het kinderboek had ik veel moeten weglaten wat toch wel de moeite van het schrijven waard was, nu kon ik vertellen over de tijd dat Louis ouder werd, naar het beroepsonderwijs ging en in dienst moest. Waar hij ontdekte dat er wel degelijk familieleden van hem waren die na de oorlog hun best deden om hem bij hen in huis te krijgen. De beslissing om hem in Friesland te laten opgroeien werd genomen door de OPK, de commissie voor Oorlogspleegkinderen. Een commissie die in de ogen van Louis een dubieuze beslissing nam die een allesbeslissende invloed op zijn leven had.

In het Nederlandstalige boek Wat het hele dorp wist krijgt de fictieve kleinzoon Lion op zijn zestiende verjaardag een reis naar Nederland aangeboden. Samen met zijn moeder die ook weinig tot niets weet van het verhaal van haar vader en grootvader gaan ze naar Scharnegoutum, waar Louis zijn jeugd heeft doorgebracht. Lion maakt filmpjes als opa met moeite zijn verhaal vertelt. Hoeveel kan zijn grootvader eigenlijk hebben? En waarom wordt zijn moeder zo boos? Ik wist meteen waar Wat het hele dorp wist zou eindigen: bij de struikelstenen van de ouders van Louis.

Zoals de grootvader van Lion zweeg, zo had mijn eigen vader ook niets verteld over zijn aandeel in het verzet. Dat vond ik jaren na zijn dood terug in papieren waarin hij verantwoording aflegt over die tijd. De volgende zin heeft me zeer gemotiveerd om dit boek te willen schrijven. “Het motief was rechtsgevoel en de zucht naar vrijheid van geweten en spreken. Vooral ook het feit dat men ons de nazi-wereld-en-levensbeschouwing wilde opdringen deed mij ertoe besluiten illegale lectuur te verspreiden.”

 Bekijk hier Wat het hele dorp wist van Hanneke de Jong.

Elke maand schrijft één van onze auteurs een column over het boek dat zij recent – of minder recent – geschreven hebben. De columns geven een voorproefje op het boek of vertellen een extra verhaal dat het boek niet gehaald heeft.

]]>
Jonas Roelens winnaar Jonge Veer 2025 https://noordboek.nl/jonas-roelens-winnaar-jonge-veer-2025/ Fri, 04 Apr 2025 07:50:08 +0000 https://noordboek.nl/?p=77467 Gefeliciteerd aan Jonas Roelens, met het winnen van De Jonge Veer 2025!

De Jonge Veer is een prijs voor veelbelovende jonge auteurs die met hun werk een frisse en vernieuwende stem in de Nederlandstalige literatuur laten horen. Jonas Roelens heeft met onder andere ‘De onuitspreekbare zonde’ indruk gemaakt en verdient deze erkenning volop!

Op woensdag 2 april heeft Bart Van Loo de Gouden Ganzenveer ontvangen. Van Loo mocht de Jonge Veer uitreiken aan een aanstormend talent. Hij koos Roelens omdat hij het symbool is van een jonge wetenschapper die er in slaagt zijn kennis te vertalen naar een breed publiek.

]]>