Aantal boeken: 7

  • Wat schaft de pot?

    Eetcultuur in Nederland door de jaren heen
    Irene van Renswoude, Judith Brouwer, Marieke Hendriksen, Marieke van Erp, Olga Leonhard, Rebeca Ibáñez Martín
     21,90
  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Het grote psychologieboek

    Aat van Uijen, Catherine Collin, Joannah Ginsburg, Marcus Weeks, Merrin Lazyan, Nigel Benson, Voula Grand
     39,90
  • Kaas = NL?

    Melk, koe, ras, kolonie, taal, kunst, mest en meer
    Geertje Mak, Leonie Cornips, Marieke Hendriksen
     27,50
  • Prinsentuin Leeuwarden

    Van stadhouderlijke lusthof naar stadswandelpark
    Els van der Laan – Meijer, Willemieke Ottens
     17,90

    Prinsentuin Leeuwarden

    In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
    Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
    Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.

     17,90
  • Wild jaar

    365 nachten buiten
    Koen Arts
     22,50

    Wild jaar

    Of zo’n experiment anderen valt aan te raden? Absoluut.
    Natuurbescherming is een idee dat moet worden verdedigd en een praktijk die moet worden geleefd.

    Wanneer je een ‘echte’ natuurervaring op wilt doen, kun je die zoeken in de Gobiwoestijn, de bossen van Canada, of de tropische wouden van Papoea. Maar Koen Arts maakt het zichzelf moeilijker. Hij blijft thuis en gaat samen met zijn vrouw een experiment aan om te onderzoeken of ze in hun eigen omgeving, en als onderdeel van het dagelijks bestaan, wildheid kunnen vinden. Ze besluiten om 365 nachten buiten te slapen, en in ieder seizoen tenminste vijftig procent van de tijd buiten door te brengen.

    Wild Jaar is een virtuoos geschreven verslag van wat evenzeer een wild als sociaal jaar werd. Koen Arts volgt zijn groene wortels naar jeugdherinneringen in het bos, klooft hout met familie en vrienden, en gaat na hoe hij zich verhoudt tot natuur in een sterk gecultiveerd land. Ondertussen komt het jaar door een tragische gebeurtenis in familiekring in gevaar. Zijn vrouw en hij worden geconfronteerd met de vraag hoe belangrijk natuurervaring nu eigenlijk is, en tegen welke prijs hun experiment moet worden doorleefd.

    Koen Arts is docent aan Wageningen Universiteit. Hij onderzoekt de relatie tussen mens en natuur, en werkte onder andere in Brazilië, Schotland en India. Ook zet hij zich met een eigen bedrijf en andere initiatieven in voor de promotie van elementaire natuurvaardigheid.

     22,50
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00