Wat zouden dieren zeggen als we ze de juiste vragen stelden?
€ 24,90Een must voor iedereen die met dieren werkt en een genot voor iedereen die al grinnikend wil begrijpen hoe dieren denken.
Staan koeien de hele dag te niksen? Maken vogels kunst? Kunnen apen werkelijk na-apen? Zien dieren zichzelf zoals wij hen zien? Kunnen ze in opstand komen? En — misschien een vreemde vraag — is het wel gepast om in hun bijzijn te plassen?
In dit boek beantwoordt de Belgische filosofe Vinciane Despret zesentwintig verrassende vragen die vastgeroeste ideeën over dieren op de proef stellen. Ze laat onderzoekers, filosofen en dierverzorgers aan het woord en laat zien hoe we anders over dieren kunnen denken.
Met een voorwoord van Bruno Latour en een nawoord van Michel Vandenbosch
Vinciane Despret is filosoof aan de Universiteit van Luik. Ze schreef meerdere boeken over dieren, waaronder Bêtes et hommes (Gallimard, 2007) en Penser comme un rat (Quae, 2009).Lentz
€ 32,50‘Wij menen dat er geen politieman, geen V-Mann, zelfs geen provocateur is geweest die de Nederlandse zaak zo een onmetelijke schade heeft berokkend als de schepper van het persoonsbewijs, Lentz,’ schreef historicus Loe de Jong. Lentz was hoofd van de Rijksinspectie voor de Bevolkingsregisters en de bedenker van het beruchte persoonsbewijs. Met zijn perfect geordende bevolkingsadministratie was hij de Duitse bezetter erg van dienst.
Lentz verdedigde zich na de oorlog, net als Eichmann, door te zeggen dat hij deed wat hem werd opgedragen, zonder veel eigen inbreng. Zijn kwaad zou daarmee in de terminologie van Hannah Arendt ‘banaal’ zijn. Dit boek, gebaseerd op nieuw en uitgebreid onderzoek in weinig geraadpleegde archieven, prikt de mythe van het banale kwaad definitief door. Lentz liet zijn dataverzameling bewust uitgroeien tot een instrument van het kwaad en verrijkte zich en passant.
Het verhaal van een Nederlandse Eichmann.
Jurriën Rood is filosoof en filmmaker. Zijn praktisch-filosofische boek Wat is er mis met gezag? haalde de shortlist van de Socratesprijs; zijn tweede boek De kwestie Pegida bereikte de longlist. Ook schreef hij Filosofie van de jamsessie.
Friluftsliv
€ 22,90Friluftsliv (letterlijk vrije-lucht-leven) is de Noorse manier om je thuis te voelen in de buitenruimte. Eric Brinckmann beschrijft met zijn zoon Benjamin op een luchtige, verhalende en praktische manier het leven in de open ruimte van het Noorse en Nederlandse landschap: buiten slapen, je oriënteren op de zon en de sterren, kamperen met zo min mogelijk spullen, of kanoën in een eindeloos landschap vermengt met praktische toepassingen van eetbare planten, bruikbare bomen en leesbare wolken en Sami-weetjes. Dit is een lees-, reis- en doe-boek dat begint in je eigen tuin of op je balkon: daar valt de buitenwereld al op een spannende manier te beleven. Je kunt daar blijven of er verder op uit trekken, allebei goed. De auteurs vergeten niet dit buitenleven in een historische en filosofische context van Arne Naess en Spinoza te plaatsen en daarmee extra diepgang te geven.
Eric Brinckmann (1961) studeerde rechten en filosofie en is momenteel directeur van landgoed Het Lankheet in Overijssel en schrijver van filosofische wandelboeken.
Benjamin Brinckmann (1992) studeerde milieukunde in Noorwegen en woont nu in Sandefjord (Noorwegen) waar hij onder andere docent Friluftliv is.
Geïllustreerd met informatieve zwart/wit tekeningen.De academie van Vriesland
Geschiedenis van de academie en het athenaeum te Franeker, 1585-1843€ 16,90De academie van Vriesland
€ 16,90Geschiedenis van de Academie en het Athenaeum te Franeker, 1585-1843
Opgericht in 1585 bestond er in het provinciestadje Franeker ruim 250 jaar lang een instelling voor academisch onderwijs, eerst als universiteit en later als athenaeum. Dit boek beschrijft deze geschiedenis: waarom opgericht, waarom juist hier, en waarom weer gesloten, over de professoren en hun studenten, over het onderwijs inhoudelijk en naar methode. Uitgebreid wordt de bibliotheek belicht: beleid, doelgroep, en de collectie als spiegel van onderwijs en van wetenschapsgeschiedenis. De rode draad is het grote verschil tussen een instelling voor hoger onderwijs toen en een moderne universiteit als centrum voor fundamenteel onderzoek.