Aantal boeken: 4

  • It smelle ûngelok

    Harke Bremer, Jarich Hoekstra
     12,50

    It smelle ûngelok

    Smelle ûngelokken, se komme jin alle dagen oer. Gjin stof foar grutte literatuer, soe men sizze. Te sleau en te pynlik om oer te praten. In taboe dêr’t dizze bondel lang om let mei ôfweeft. Bremer en Hoekstra ha de klassike balladefoarm foar kar nommen om de universelens fan dit tema en syn yngreven belang foar it minskene bestean klear yn ’t ljocht te setten. Sa nimme se de lêzer mei fan foar de widze oant oer it grêf.

    Harke Bremer (1955) en Jarich Hoekstra (1956) skriuwe sûnt har studintejierren tegearre. Fan harren ferskynde earder it satiryske heldedicht Leffert.

     12,50
  • Tony Cragg

    Points of View
    Han Steenbruggen, Jon Wood
     15,00
  • Eetbare natuur

    De essentie van landbouw en voeding
    Michiel Korthals
     16,90

    Eetbare natuur

    De Nederlandse landbouw- en voedingssector verkeert in zwaar water. Van alles is teveel: landbouwhuisdieren, chemie, vervuiling, uitputting en grootspraak (‘Nederland voedt de wereld!’). Er is ook te weinig: variatie van landschap, natuur en smaak. De auteur geeft scherp inzicht in deze problemen en laat zien dat samenwerken met de aarde, de bodem, de dieren, het landschap, radicale veranderingen nodig maakt.

    Landbouw en voeding staan niet voor marginale activiteiten, waar je je beter niet mee kunt bemoeien, maar voor levensvraagstukken. Korthals toont overtuigend aan dat samenwerken van mensen met natuur essentieel is. Soms schuurt het, soms moet je omwegen bewandelen, maar het loont altijd met levenskwaliteit.

     16,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50