Aantal boeken: 7

  • De Scharrelaar

    Vogeltijdschrift voor lezers
    Alexander Reeuwijk, Emile Brugman, Jean-Pierre Geelen, Saskia van Loenen
     16,90

    De Scharrelaar

    Vogels en goed geschreven verhalen: een ideale combinatie! Vanaf november verschijnen weer de mooiste verhalen, essays, reportages en hedendaagse poëzie over vogels, in een mooie vormgeving.
    In De Scharrelaar, hét halfjaarlijkse tijdschrift over vogels met verrassende fictie en nonfictie verhalen, lees je als eerste het nieuw werk van je favoriete Nederlandse en Vlaamse (natuur)schrijvers zoals Marja Vuijsje, Stefan Brijs, Remco Daalder, Luc Hoogenstijn, Rob Buiter, Nienke Beintema, Achilles Cools, Dik van der Meulen en vele anderen. Daarnaast worden in ieder nummer vogelillustraties afgebeeld van gerenommeerde kunstenaars, zoals Erik van Ommen, Sabine Liedtke en Roos Holleman. In het komende nummer staan vogeletsen van Han van Hagen centraal.

    De redactie bestaat uit uitgever Emile Brugman, Volkskrant-journalist Jean-Pierre Geelen, NRC-journalist Saskia van Loenen en schrijver Alexander Reeuwijk. Zij laten de schrijvers, dichters en kunstenaars schitteren onder het motto: vogels zijn onze cultuur!

     16,90
  • De Duiven van Temminck en Knip

    Alexander Reeuwijk, Hay Wijnhoven
     35,00
  • De Bonte Bentheimer

    Het smakelijke verhaal van een tegendraads varken
    Martin Woestenburg
     17,90
  • Een filosofie voor het onderweg-zijn

    Dennis Prooi, Dirk-Jan Laan
     20,90

    Een filosofie voor het onderweg-zijn

    Twee Rotterdamse filosofiestudenten besluiten tot iets nutteloos: liften naar Hong Kong. Waarom ook niet? Om er te komen, moeten ze dwars door Siberië en dan rechtsaf de eindeloze Gobiwoestijn in. Op de kaart ziet het er eenvoudig uit. Maar als ze door dronken Russen worden ondervraagd over MH17, spookrijden over de niet-belijnde snelwegen, in een achterbak Mongolië binnenkomen, en door een argwanende politieagent uit Wuhan worden aangezien voor drugssmokkelaars, blijkt de praktijk weerbarstig. Onderweg naar het Oosten filosoferen de twee over vriendschap, Lada’s, vooruitgaan, onderweg zijn en hun uiteindelijke bestemming. Natuurlijk moeten ze wel eerst een lift krijgen.

    Dirk-Jan Laan is langeafstandsloper, programmeur en promovendus in de filosofie. Dennis Prooi werkt in Hong Kong aan een proefschrift over Japanse filosofie.

     20,90
  • Paradijsvogels in cultuur en natuur

    Afbeeldingen uit Richard Bowdler Sharpe's Birds of Paradise (1891-1898)
    Alexander Reeuwijk, Steven van Impe
     39,95

    Paradijsvogels in cultuur en natuur

    Het was zo’n mooie gedachte: paradijsvogels zweven zonder vleugels in de lucht dichtbij God. Ze hebben geen poten, omdat zij pas na hun dood op aarde neervallen. De vogel laaft zich aan de dauw of drinkt rechtstreeks uit een wolk en voedt zich met manna. De zeelui van Ferdinand Magellaan (1480-1521), die als eerste de wereld rond zeilden, bazuinden dit verhaal rond. Zo kwamen de vogels aan hun naam. De paradijsvogels vergaarden in korte tijd grote roem omdat ze er prachtig uitzagen en slechts een handvol ontdekkingsreizigers ze ook in het echt hadden gezien. Ook vandaag kunnen we ons vergapen aan de pracht en praal van deze fladderende kleurboekjes dankzij uitgever en auteur Richard Bowdler Sharpe (1847-1909). Hij realiseerde met A Monograph of the Paradiseidae or Birds of Paradise in twee volumes een meesterwerk: de tekeningen zijn van uitzonderlijke kwaliteit, de inkleuring – door zijn tien dochters – is ronduit subliem.

    De verklarende inleidingen door Alexander Reeuwijk, auteur van boeken en artikelen over natuurhistorie en reizen, over wetenschapsgeschiedenis, cultuur en oude boeken in het algemeen; en Steven Van Impe, curator van de erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen, accentueren het belang van en geven de nodige achtergrond bij de publicatie van dit boek.
    Inleiding door Alexander Reeuwijk en Steven van Impe

     39,95
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00