Halfhaantje en de Hardrijder
De mooiste, grappigste en griezeligste volksverhalen uit Nederland en Vlaanderen€ 24,90Een filosofie voor het onderweg-zijn
€ 20,90Twee Rotterdamse filosofiestudenten besluiten tot iets nutteloos: liften naar Hong Kong. Waarom ook niet? Om er te komen, moeten ze dwars door Siberië en dan rechtsaf de eindeloze Gobiwoestijn in. Op de kaart ziet het er eenvoudig uit. Maar als ze door dronken Russen worden ondervraagd over MH17, spookrijden over de niet-belijnde snelwegen, in een achterbak Mongolië binnenkomen, en door een argwanende politieagent uit Wuhan worden aangezien voor drugssmokkelaars, blijkt de praktijk weerbarstig. Onderweg naar het Oosten filosoferen de twee over vriendschap, Lada’s, vooruitgaan, onderweg zijn en hun uiteindelijke bestemming. Natuurlijk moeten ze wel eerst een lift krijgen.
Dirk-Jan Laan is langeafstandsloper, programmeur en promovendus in de filosofie. Dennis Prooi werkt in Hong Kong aan een proefschrift over Japanse filosofie.
Hermann Johannes Conring
€ 24,90De Oostfriese Hermann Johannes Conring was een Duitse jurist die in de jaren 1940-1945 als gedelegeerde van de Duitse bezettingsmacht fungeerde. Hij werd ervan beschuldigd in de hoedanigheid van Beauftragte van Seyss-Inquart meegewerkt te hebben aan het plan om de Nederlandse staat op te heffen. Ook werd Conring ervan beschuldigd de Joden in de provincie Groningen te hebben vervolgd en standrechtelijke executies te hebben laten uitvoeren bij de april-meistaking in 1943. Conring was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog Landrat in de Oostfriese Landkreis Leer. In de naoorlogse jaren zette Conring zich als CDU-Bundestag-Abgeordnete in voor landbouw, kunstbeveiliging en dewaterhuishouding in Oost-Friesland.
Alie Noorlag studeerde Communicatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij is verbonden aan de Gedenkstätte Esterwegen, die aan de vijftien Emslandkampen en hun slachtoffers herinnert.
Houtstromen
€ 49,90In Houtstromen ontrafelt Paul Borghaerts de herkomst van hout waarmee boerderijen gebouwd werden in Noord-Nederland in de periode van 1550 tot 1950. Hij stelt vast dat de herkomst van het hout in de loop van de jaren verschoof. Zo werd er aanvankelijk hout uit West-Duitsland en Zuid-Noorwegen geïmporteerd, maar later uit de Baltische staten en zelfs Wit-Rusland.
Om tot dit inzicht te komen heeft de auteur verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd. Zo bestudeerde hij duizenden archiefstukken, heeft hij van meer dan 200 boerderijen de draagconstructie ingemeten, en heeft hij dendrochronologische dateringen gedaan. Dit laatste maakte het mogelijk om elke onderzochte boerderij tot op het jaar nauwkeurig te dateren. Daarmee heeft hij de ontwikkeling van de greidschuur of greidboerderij, die in het brandpunt van de economische ontwikkeling van het rurale gebied in Nederland stonden, tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft inzicht in de internationale netwerken van de (hout)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar oude gebouwen in Nederland en naar schepen van bijvoorbeeld de VOC.