Aantal boeken: 7

  • Dahlia

    Ode aan de koningin van de pluktuin
    Angelo Dorny
     27,50
  • Tomaat

    Zelfgekweekt smaakt beter
    Angelo Dorny
     27,50

    Tomaat

    ‘Tomaat. Zelfgekweekt smaakt beter’ brengt een ode aan de zuiderse vrucht die al jaren een vaste plaats heeft in onze eetcultuur. Tomaten zijn onmisbare ingrediënten in pastaschotels, tapenades of pizza’s. Maar heb je ooit een zelfgekweekte tomaat geproefd, zongerijpt op een warm balkon, in een kas of in volle grond? Wat een smaakexplosie, wat een sensatie! Als er al een vrucht is die zoveel beter smaakt als je deze zelf kan telen, dan is het wel de tomaat.
    Maar hoe begin je eraan? Van het zaaien in het voorjaar, via het uitplanten tot de oogst in de zomer: Angelo geeft alle tips en tricks mee die hij als doorgewinterde moestuinier verzamelde. Hij selecteerde vijftig oude en nieuwe variëteiten met bijzonder veel smaak. Dertig heerlijke gerechten, makkelijk te bereiden en bijzonder origineel, vormen het sluitstuk van dit boek: de tuin op tafel in de praktijk.

    Angelo Dorny is tuinspecialist en groenjournalist. Hij enthousiasmeert duizenden mensen via zijn boeken en sociale media. Hij teelt al ruim twintig jaar tomaten.

     27,50
  • Fokje Pasma (1865-1956)

    Boerin, vroedvrouw, muze van Pieter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     24,90

    Fokje Pasma (1865-1956)

    De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.

    Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.

     24,90
  • Vogels

    De veranderende kijk op vogels in de kunst
    Dr. Roger J. Lederer
     39,90

    Vogels

    Al meer dan 40.000 jaar zijn vogels een geliefd onderwerp in de kunst, vanaf de tijd dat onze vroegste voorouders afbeeldingen van gevederde figuren in rotsen krasten of schilderden. Door de eeuwen heen kwamen we steeds meer te weten over de vogelwereld waardoor we op een andere manier naar vogels zijn gaan kijken. In dit boek vertelt ornitholoog Roger Lederer hoe vogelafbeeldingen de laatste 400 jaar zijn veranderd, en is het werk van 40 van de grootste kunstenaars verzameld – van Frans Snyders, Mechior d’Hondecoeter, John James Audubon en Edward Lear, tot hedendaagse kunstenaars als Elizabeth Butterworth en Lars Jonsson.
    Vogels laat een grote rijkdom aan vogelrassen zien en toont hoe zorgvuldige bestudering van de soorten zowel de wetenschap als de kunst hebben verrijkt.

    Dr. Roger J. Ledere is ornitholoog en emeritus professor of biological sciences aan de California State University. Hij bestudeert vogels al meer dan 40 jaar, heeft een aantal boeken op zijn naam staan en is adviseur voor de BBC, de bladen National Geographic en Vanity Fair en Condé Nast. Hij schrijft bovendien een blog op Ornithology.com

     39,90
  • Fersen foar Fokje

    Syklus fan Piter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     12,50

    Fersen foar Fokje

    Yn de simmer fan 1881 krige de jonge Piter Jelles Troelstra ferkearing mei de boeredochter Fokje Frânses Pasma fan Westermar. Doe’t hy studint waard yn Grins, moast dit oer wêze neffens de famylje Troelstra.

    Yn njoggentjin fersen fan Piter Jelles fynt men dêrfan de delslach. De fersen foar Fokje beskriuwe syn jongfeinte lok en lijen. ‘De leafde foel as simmerrein m’yn ’t hert,’ skriuwt er. De opgong, de twifel, de hope op better as de ferkearing in jier tusken heakjes set wurdt, de ferstille wanhoop en mankelikens komme allegear werom yn dizze syklus.

    Bertus Mulder ( It Hearrenfean, 1949) studearre arbeidssosjology, wie dosint sosjale skiednis en promovearre yn 1991 oan de Ryksuniversiteit Grins. Hy is auteur fan de boeken De jonge Piter Jelles, Jaap Nieuwenhuize Onstuimig en onvervaard en de Nazi’s te slim af zijn.

     12,50
  • Appelscha

    Door de eeuwen heen
    Rinze Lenstra
     25,00

    Appelscha

    Appelscha door de eeuwen heen

    Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
    Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
    Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.

    Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).

     25,00
  • Hannekemaaiers en Kiepkerels

    Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
    In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders.

     16,90