Aantal boeken: 3

  • De open samenleving en haar dieren

    De wetenschap is helder: dieren hebben gevoel en bewustzijn. Ze hebben, net als menselijke dieren, bepaalde elementaire belangen. Om deze belangen mee te wegen, klinkt de roep om dieren tot rechtssubject te maken en hun een stem te geven in het recht en in de politiek.

    Janneke Vink laat zien hoe verschillende landen omgaan met de veranderende status van het dier. Sommige landen, zoals Nederland, bungelen achteraan in de ontwikkeling, terwijl Zwitserland zo voorop wil lopen dat het over zijn eigen idealen struikelt. Verwijzend naar Karl Poppers ideaal van een staat waarin iedereen wordt gehoord, roept Vink op om dierenrechten stap voor stap in te voeren.

    ‘Een heldere en inzichtrijke verkenning van de diepgravende politieke en juridische onderwerpen die door de dierenbeweging op de kaart zijn gezet.’ – Peter Singer – Auteur van Animal Liberation en hoogleraar filosofie in Princeton

    ‘In dit innovatieve moreel-politieke en rechtsfilosofische boek toont Vink overtuigend aan dat niet-menselijke dieren een plek verdienen in ons rechtssysteem en dat hun belangen serieus horen mee te wegen. De liberaal-democratische beginselen vereisen het!’ – Robert Garner – hoogleraar politieke filosofie in Leicester

     32,50
  • Verhandeling over de aanleg van vrouwen voor de wetenschap

    De begaafde Anna Maria van Schurman kreeg als eerste vrouw in Nederland toestemming om colleges te volgen. De Universiteit van Utrecht bouwde voor de gelegenheid een hokje met een gordijntje voor haar. Van Schurman kon van daaruit de colleges van theoloog Voetius bijwonen, zonder daarbij de mannelijke studenten af te leiden.
    In dit korte essay uit 1641 legt Van Schurman uit waarom het logisch is om meer vrouwen toegang tot de
    universiteit te verlenen. Het argumentatieve geschrift inspireerde Margaret Cavendish en Mary Wollstonecraft en gaf de aanzet tot de eerste feministische beweging. Het zeer invloedrijke essay verschijnt in een geactualiseerde vertaling van Renée Ter Haar, met een voorwoord van Angela Roothaan. Jacob Bouwman zorgde voor de selectie van relevante brieven.

    “Wat een genot om zo’n erudiet pleidooi te lezen van een moedige vrouw. In zijn opdracht noemt tijdgenoot Johan van Beverwijck haar ‘onsterfelijk sieraad onder de vrouwen’. Met recht.” – Trouw

     17,90
  • Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl

    Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard werd in 1782 geboren in het Drentse Rolde en overleed in Leeuwarden in 1851. Dit boek plaatst zijn werk in de context van de tuinarchitectuur in Noordwest-Europa. Roodbaard werkte in de landschapsstijl die zich kenmerkt door kronkelpaden, slingervijvers, open en dichte tuindelen en tuinsieraden zoals priëlen.

    Roodbaards levensloop is beschreven waarbij vele verrassende nieuwe feiten aan het licht kwamen. Hij was favoriet binnen een groot netwerk van de Friese, Groninger en Drentse elite. Het leverde hem veel opdrachten op. Hij ontwikkelde een eigen stijl waarin zijn beeldend vermogen een grote rol speelde. Zowel zijn uitgebreide oeuvre als de beïnvloeding door Nederlandse en buitenlandse tuinarchitecten zijn geanalyseerd. Nieuw is de methode van reconstructie van zijn werkwijze op basis van niet eerder gebruikte archivalia. Ten slotte besteedt de auteur van dit rijk geïllustreerde boek met veel onbekend beeldmateriaal aandacht aan de navolging en waardering van Roodbaards werk.

    Rita Radetzky studeerde kunstgeschiedenis en klassieke archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij publiceert over de elitecultuur, in het bijzonder over architectuur en tuinarchitectuur in Friesland. In 2021 promoveerde zij op het onderzoek Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard en de landschapsstijl.

     49,90