Aantal boeken: 5

  • Ambachtelijk ijs in zeven lessen

    Een ijsje, zelfgemaakt, heerlijk van smaak en goed van consistentie. Met een mooie afsmeltkarakteristiek: niet te lang, niet te kort, waardoor aroma’s zich in de mond volledig kunnen ontwikkelen. Wie wil dat nu niet? Recepten voor ijsjes die je op internet of in kookboeken vindt, voldoen zelden aan deze criteria. En dat is ook wel logisch, want er schuilt heel wat technologie achter goed ambachtelijk ijs. Je ontkomt er niet aan om wat te rekenen. Moeilijk? Nee, het rekenwerk kunnen we overlaten aan spreadsheets: je hoeft alleen maar de gewenste waardes in te vullen en er rolt zo een recept uit je rekenmodel.

    Ambachtelijk ijs in zeven lessen is een lees- en leerboek ingedeeld in drie categorieën: de kunst van het ijs bereiden, de technologie daarachter, en nog een categorie met anekdotes en luchtige verhaaltjes. Van sorbets tot lekker zuivelijs en van eenvoudige tot complexe ijscreaties. Als je daar bent aanbeland en alle ijsjes, of in ieder geval meeste, zelf hebt gemaakt, kun je je een volleerd ijsmaker noemen. En je gasten zullen versteld staan!

     24,90
  • Alledaagse moleculen

    Bouwstenen van onze wereld
    Anouk Lubbe, Ben Feringa
     29,90
  • De onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek tussen Schütz en Bach (1650-1700)

    Ignace Bossuyt opent de deuren van de onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek tussen 1650 en 1700, de periode na de Dertigjarige Oorlog. Een uitzonderlijk rijke tijd die vooral opvalt door open artistieke grenzen en de daaruit voortvloeiende assimilatie van zee diverse invloeden. Bossuyts boek staat vol geheimtips voor zelden gehoorde werken van bekende en minder bekende componisten. Hij bezorgt de lezer het zalige gevoel dat gepaard gaat met het horen van een schitterend muziekwerk waarvan men enkele minuten eerder het bestaan niet eens kende. QR-codes bij elk muziekwerk leiden meteen naar het juiste muziekfragment. Lezen en luisteren vormen een perfecte combinatie.

    Ignace Bossuyt is emeritus professor musicologie aan de KU Leuven.

     20,00
  • Hannekemaaiers en Kiepkerels

    Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
    In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders.

     16,90