Aantal boeken: 5

  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Uitgestorven

    Op plantenjacht rond de wereld
    Maarten Christenhusz, Rafaël Govaerts
     59,90

    Uitgestorven

    In ware detectivestijl!

    De meeste mensen kunnen een dier noemen dat van de aardbodem is verdwenen. De dodo is bijvoorbeeld zo’n icoon. Over het uitsterven van planten daarentegen is over het algemeen weinig bekend.

    Botanici Maarten Christenhusz en Rafaël Govaerts nemen u mee op een reis rond de wereld en presenteren in ware detectivestijl hoe plantenjagers soorten ontdekken waarvan men aannam dat ze niet meer voorkwamen. Vaak is men er niet helemaal zeker van dat planten voor altijd verdwenen zijn, en dan moeten ze worden opgespoord. Oorzaken? De introductie van grazers, bouwwoede, klimaatverandering, toerisme, verdwijnen van biotopen, te vaak maaien van weiden …

    Maar niet alles is verloren. De auteurs benadrukken dat bedreigde soorten weer in aantal kunnen toenemen wanneer de omstandigheden ten goede keren. Zaden kunnen immers vele jaren in de grond liggen ‘wachten’. Ook tuinen spelen een belangrijke rol, ze kunnen herintroducties faciliteren wanneer een soort plaatselijk of wereldwijd is verdwenen.

    Dit rijk geïllustreerde boek laat de diversiteit aan planten zien die we zijn kwijtgeraakt, maar inspireert ook om er iets aan te doen. Je kunt zelfs je eigen uitgestorven plant kweken.

    Dr. Maarten J.M. Christenhusz MSc, PhD, FLS, een Nederlandse bioloog, natuurhistoricus en auteur, en reist de wereld rond om nieuwe en verloren gegane plantensoorten te ontdekken. Hij ontdekte 37 nieuwe soorten, acht nieuwe geslachten en drie nieuwe plantenfamilies. Rafaël H. A. Govaerts BSc, FLS, een Belgische bioloog, probeert sinds zijn tienerjaren uitgestorven planten terug te vinden. Momenteel werkt hij in de Royal Botanic Gardens, Kew in Londen.

     59,90
  • Verzameldrift

    Biografie van Nanne Ottema (1874 - 1955)
    Antoon Ott
     39,90

    Verzameldrift

    Nanne Ottema was als bestuurder, conservator, notaris, publicist en spreker actief in het Friese culturele leven. Hij stelde een wereldberoemde keramiekcollectie samen die in 1917 resulteerde in het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden. Het vermogen dat hij vergaarde, leidde tot de Ottema-Kingma Stichting, de grootste mecenas voor de kunst- en cultuurhistorie in Friesland. Zijn roem is zo langzamerhand verzonken in zijn onmetelijke verzamelingen, maar in zijn tijd was hij een vermaard, berucht en dominant persoon. In deze biografie wordt duidelijk hoe briljant Ottema was en hoe tegelijkertijd zijn leven intens dramatisch verliep. Nooit eerder werd beschreven wat de verborgen drijfveren waren van deze in zijn tijd alom bekende figuur.

    Antoon Ott (1972), kunsthistoricus en jurist, is werkzaam als adviseur op het gebied van kunst, cultuur en recht.

     39,90
  • Wallonië en de Ardennen

    365 buitengewone plekken
    Kristien Hansebout
     35,00

    Wallonië en de Ardennen

    Kristien Hansebout is verzot op Wallonië en de Ardennen. En dat laat ze zien in dit prachtig geïllustreerde boek. Ze selecteerde 365 authentieke plekken, waarvan je je soms afvraagt: ‘Bestaat dit nog?’ Daarnaast ontwikkelde ze 32 nieuwe schilderachtige wandelroutes (203 km), 22 fietstochten (1,111 km), en 10 auto- of motortochten (861 km) in alle uithoeken van dit gebied, waardoor je jouw eigen ideale parcours kunt samenstellen. En waarom maak je dan niet gelijk een twee- of driedaagse tour en overnacht je dan niet in een Sphair, woonwagen, yurt of Dom’up?

    Kristien Hansebout ademt toerisme. Met haar bedrijf Parkoers heeft ze zich erin gespecialiseerd om op maat voor klanten fietsroutes te ontwikkelen voor een optimale beleving van de regio.

     35,00
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00