Aantal boeken: 4

  • Boeren op de buitenplaats

    De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadië (1640-1840)
    Gerrit van Oosterom
     49,90

    Boeren op de buitenplaats

    In de zeventiende en achttiende eeuw waren pachtboerderijen een vast onderdeel van de vele buitenplaatsen rond Amsterdam. Waarom was dat en welke rol speelden die boerderijen en de pachtboeren die er woonden in het buitenleven van de Amsterdamse elite? In Boeren op de buitenplaats wordt deze onbekende agrarische geschiedenis van de Hollandse buitenplaats voor het eerst tot in detail gereconstrueerd en verklaard.
    Voor dit boek onderzocht Gerrit van Oosterom ruim honderdzestig buitenplaatsen uit het Amstelland, hun eigenaren, pachtboeren en landbezit. Naast de economische aspecten besteedt hij veel aandacht aan de manier waarop die boerderijen ruimtelijk werden ingepast op de buitenplaats. In zijn veel omvattende onderzoek beschrijft hij ook de sociale verhouding tussen boeren en pachtheren, de rol van vee binnen de buitenplaatscultuur en de ideologie achter deze unieke combinatie van nut en genoegen.
    Gerrit van Oosterom is landschapsarchitect en landschapshistoricus. Hij is gefascineerd door fenomenen die zich in de marge van de buitenplaatscultuur manifesteren en onderzoekt buitenplaatslandschappen op regionale schaal.

     49,90
  • Art Nouveau in Nederland

    Architectuur rond 1900
    Bé Lamberts
     49,90

    Art Nouveau in Nederland

    De bloeitijd van de Art Nouveau rond het fin de siècle was kort maar hevig. Na jarenlang een buitenbeentje in de Nederlandse bouwkunst te zijn geweest, kwam in de jaren zestig de herwaardering voor de Art Nouveau op gang. Inmiddels wordt het belang van Art Nouveau voor de ontwikkeling van de bouwkunst algemeen erkend en neemt de interesse voor deze bijzondere, flamboyante stroming in de architectuur toe. In Art Nouveau in Nederland neemt Bé Lamberts u mee langs een groot aantal opmerkelijke zaken, die aansporen om bijzondere architectuur ter plekke te bekijken en die verwondering oproepen over dit waardevolle, maar zo kwetsbare erfgoed.

    Bé Lamberts studeerde kunst- en architectuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkte als onderzoeker en medewerker monumentenzorg bij diverse overheidsinstellingen en organisaties.

     49,90
  • Meeuwen

    Handboek voor Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten
    Frederic Jiguet, Mars Muusse, Peter Adriaens, Philippe J. Dubois
     34,90

    Meeuwen

    Meeuwen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten is een veelomvattende en moderne determinatiegids voor alle 44 soorten en ondersoorten meeuwen uit het West-Palearctische gebied. Het is de eerste meeuwengids die het herkennen van soms sterk gelijkende soorten en ondersoorten mogelijk maakt door deze op dezelfde pagina naast elkaar te vergelijken. Alle belangrijke kenmerken worden aangeduid op meer dan 1200, zorgvuldig gekozen foto’s, waardoor ook het op leeftijd brengen nu mogelijk is.
    Om de soortbesprekingen tot de essentie te beperken, worden leeftijdsbepaling en rui vooraf uitgebreid behandeld, in de inleidende hoofdstukken. Ook topografie, de onderdelen van de vogel, wordt daarin helder uitgelegd en geïllustreerd. De soortbesprekingen bevatten verder actuele informatie over voorkomen en verspreiding.
    De auteurs zijn vooraanstaande ornithologen. Zij zijn werkzaam bij onderzoeksbureaus, natuurhistorische musea en publiceerden tientallen artikels over het herkennen van meeuwen.

     34,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00