Aantal boeken: 4

  • De onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek tussen Schütz en Bach (1650-1700)

    Ignace Bossuyt opent de deuren van de onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek tussen 1650 en 1700, de periode na de Dertigjarige Oorlog. Een uitzonderlijk rijke tijd die vooral opvalt door open artistieke grenzen en de daaruit voortvloeiende assimilatie van zee diverse invloeden. Bossuyts boek staat vol geheimtips voor zelden gehoorde werken van bekende en minder bekende componisten. Hij bezorgt de lezer het zalige gevoel dat gepaard gaat met het horen van een schitterend muziekwerk waarvan men enkele minuten eerder het bestaan niet eens kende. QR-codes bij elk muziekwerk leiden meteen naar het juiste muziekfragment. Lezen en luisteren vormen een perfecte combinatie.

    Ignace Bossuyt is emeritus professor musicologie aan de KU Leuven.

     20,00
  • Klaas Koopmans 1920-2006

    Op zoek naar de essentie
    Bart Marius, Bert Looper, Hans Smelik, Jan Henk Hamoen
     29,90

    Klaas Koopmans 1920-2006

    In 2020 is het een eeuw geleden dat de Friese kunstschilder Klaas Koopmans werd geboren. Koopmans was een autodidact, leefde in eerste instantie van zijn werk als huisschilder, maar groeide daarna uit tot een van de belangrijkste kunstschilders van de twintigste eeuw in Fryslân.

    Dit boek schetst de ontwikkeling van zijn kunstenaarschap. Vier auteurs gaan vanuit verschillende invalshoeken in op Koopmans’ plaats binnen de Friese cultuur, zijn verhouding tot het Friese expressionisme en hoe zijn werk met een psychiatrische achtergrond valt te kwalificeren. Afsluitend is er speciale aandacht voor de brieven van Koopmans in de periodes dat hij opgenomen was in psychiatrische inrichtingen.

    Dit boek toont met zijn vele illustraties de kracht van Koopmans’ werk.

     29,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00