Aantal boeken: 8

  • Sis my wa’t ik bin

    Hanneke de Jong
     7,90

    Sis my wa’t ik bin

    It is 1956, nei de simmerfakânsje. Loek sit yn de twadde klasse fan de ULO. In nije learaar lêst alle nammen fan de learlingen op, behalve Loek sines. Hy lêst ek in namme op dy’t gjinien wat seit. Mar wa’t dat is, wit er net. De learaar tinkt dat Loek him foar de gek hâldt en sleept him mei nei de direkteur. Dy stjoert Loek nei hûs mei it boadskip dat it tiid wurdt dat syn heit en mem alles fertelle.
    Noch hieltyd hat er gjin idee. Syn mem jout him in deiboekje dat se byholden hat. It begjint yn 1944, as it oarloch is. Foar Loek begjint de syktocht nei wa oft hy no eins is.

    Troch hiel Europa lizze stroffelstiennen (struikelstenen of, de oarspronklike namme, Stolpersteine). Al dy stiennen meiinoar binne ien grut monumint foar de slachtoffers fan de Twadde Wrâldoarloch: de Joaden, Roma en Sinti, homo’s, handikapten en Jehova’s tsjûgen. Dy stiennen lizze foar de huzen fan minsken dy’t yn ‘e oarloch út harren huzen helle binne, nei kampen brocht en fermoarde. Foar de âlden fan Louis lizze twa stiennen foar it hûs dêr’t se eartiids wennen en dêr’t se weihelle waarden.

     7,90
  • Wat het hele dorp wist

    Het zwijgen van een Joods oorlogskind
    Hanneke de Jong
     14,90

    Wat het hele dorp wist

    Lion woont in Israël. Voor zijn zestiende verjaardag mag hij met zijn moeder en opa op vakantie naar Nederland. Daar groeide opa op in Friesland. Lion heeft vaak gevraagd naar opa’s leven van toen, maar antwoord kreeg hij nooit. De geschiedenis van zijn grootvader heeft iets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen een peuter, dus hoe zit dat precies?
    Misschien kan hij dat vertellen als hij terug is in zijn oude dorp. Maar als Lion ziet hoe moeilijk opa het heeft met dat verleden, vraagt hij zich af of deze reis wel zo’n goed idee was.

    Leeftijd 14+

     14,90
  • Tot in de puntjes …

    Praktische leestekengids
    Miet Ooms
     24,90

    Tot in de puntjes …

    Velen vinden leestekens saai en lastig, niemand kan uitleggen waar ze precies voor dienen. Wie heeft ze trouwens ooit bedacht? Sommige leestekens zijn stokoud, enkele duizenden jaren zelfs, andere zijn wat jonger. Elk leesteken heeft in ieder geval zijn eigen unieke verhaal dat verklaart waarom en hoe we leestekens gebruiken. Want leestekens zijn broodnodig. Ze blazen zuurstof in de tekst, zorgen voor structuur, geven aan waar een zin eindigt, of de zin een mededeling bevat of een vraag. En dan zijn er nog de ‘nieuwelingen’ onder de leestekens, zoals de # en de @. Leestekens kun je ‘het hang- en sluitwerk van de taal’ noemen.

    Miet Ooms vindt leestekens leuk speelgoed. Met veel humor en zelfrelativering legt ze haarfijn uit hoe je leestekens perfect naar je hand zet. De plezierige weetjes en anekdotes waarmee je iedereen, inclusief jezelf, versteld laat staan, krijg je er zomaar bij geserveerd.

    Miet Ooms is vertaler, variatielinguïst en Nieuwe en taalliefhebber pur sang.

     24,90
  • 12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen
    Guido Tack, Martin Hermy, Paul van den Bremt, Pieter Blondé
     99,95

    12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen 12.000 jaar Bos t’Ename Bos t’Ename kan op vele vlakken model staan voor alle andere bossen in de Lage Landen, maar onderscheidt zich sterk door de veelheid van kennis die erover is vergaard. Duizenden jaren geschiedenis liggen hier op de bodem en werden bovengespit. Bijna veertig jaar intensief onderzoek bracht het erfgoed inclusief de biodiversiteit uit het verleden in kaart, maar daarnaast spitste het onderzoek zich ook toe op de inventarisatie van de actuele biodiversiteit. Vele tientallen specialisten uit binnen- en buitenland en vrijwilligers hebben zich daarbij ingezet om de 15 à 19.000 soorten in kaart te brengen. De mens was verantwoordelijk voor het verdwijnen van een aantal soorten, maar tegelijk toont onderzoek aan dat menselijke beïnvloeding een rijke biodiversiteit niet uitsluit. Een rijke natuur en dito cultuur kunnen perfect hand in hand gaan. Als dat geen hoopvolle boodschap is.

    Guido Tack (1958) werkt bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid op het snijvlak met natuur en bos, landbouw en ruimtelijke ordening en is conservator van het Bos t’Ename. Pieter Blondé (1980) is procesbegeleider bij Natuurpunt en is conservator van het Bos t’Ename. Paul Van den Bremt (1952) werkte als erfgoedconsulent en erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Martin Hermy (1956) is emeritus professor van de KU Leuven, waar hij 25 jaar onder andere de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie aan de bio-ingenieurs gaf. Nele Vanmaele (1978) werkt als erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed.

     99,95
  • Kunst in Games

    Arranged Realism
    Merijn de Boer
     19,95

    Kunst in Games

    In de bijna onbeperkte mogelijkheden om ‘uit te beelden’, historische werkelijkheden digitaal te verwezenlijken en fantasie om te zetten in werelden die zich hyperrealistisch voordoen, loopt de game voorop. Beter dan welke andere discipline ook is zij in staat mensen te betrekken en werelden te laten ervaren waarin werkelijkheid en fantasie, waarheid en fictie in elkaar vervloeien.

    Games komen tot stand dankzij de bijdragen van honderden specialisten uit verschillende vakgebieden. Tezamen hebben zij de laatste decennia de game in technologisch maar ook beelden opzicht naar een uitzonderlijk hoog niveau weten te tillen.

    Het boek ‘Kunst in Games’ blikt terug op vijftig jaar innovatie, maar schenkt vooral aandacht aan laatste ontwikkelingen en aan het werk van een toonaangevende kunstenaars binnen de game industrie.

     19,95
  • Heksegrytta

    Hanneke de Jong
     15,00
  • Buurtaal

    Praktische gids voor het Nederlands in België en Nederland
    Miet Ooms
     24,90

    Buurtaal

    In Nederland en Vlaanderen spreken we dezelfde taal. Althans, dat denken we. Hoewel we veel ‘Nederlands’ delen, zijn beide ‘Nederlandsen’ niet helemaal identiek. Die grote verschillen en nuances in uitspraak en woordenschat zorgen voor hilariteit, ergernis, discussies en soms misverstanden en onbegrip. Betekent ‘Wat een enerverende dag’ wel hetzelfde in
    Nederland en Vlaanderen? In welke volgorde kun je de werkwoorden ‘moeten’, ‘hebben’ en ‘gedaan’ op het einde van een bijzin plaatsen? Kun je spreektalige woorden als het Vlaamse ‘goesting’ en het Nederlandse ‘optyfen’ wel in geschreven teksten gebruiken? Hoe Vlaams mag je tekst zijn voor een Nederlands publiek en omgekeerd, hoe Nederlands voor Vlaamse lezers? En bestaat een neutrale Nederlandse tekst voor het hele taalgebied wel? In dit boek staan het Belgisch- en Nederlands-Nederlands broederlijk naast elkaar. Met aandacht voor de historische achtergrond van de taalontwikkeling en
    de cultuurverschillen tussen Nederland en Vlaanderen. Met vele rake voorbeelden en handige lijstjes voor onmiddellijk gebruik.

    Miet Ooms is vertaler, variatielinguïst en taalliefhebber pur sang. Op haar website taalverhalen.be vertelt ze met veel liefde en verwondering over taalvariatie in het Nederlands.

     24,90