Tot in de puntjes …
€ 24,90Velen vinden leestekens saai en lastig, niemand kan uitleggen waar ze precies voor dienen. Wie heeft ze trouwens ooit bedacht? Sommige leestekens zijn stokoud, enkele duizenden jaren zelfs, andere zijn wat jonger. Elk leesteken heeft in ieder geval zijn eigen unieke verhaal dat verklaart waarom en hoe we leestekens gebruiken. Want leestekens zijn broodnodig. Ze blazen zuurstof in de tekst, zorgen voor structuur, geven aan waar een zin eindigt, of de zin een mededeling bevat of een vraag. En dan zijn er nog de ‘nieuwelingen’ onder de leestekens, zoals de # en de @. Leestekens kun je ‘het hang- en sluitwerk van de taal’ noemen.
Miet Ooms vindt leestekens leuk speelgoed. Met veel humor en zelfrelativering legt ze haarfijn uit hoe je leestekens perfect naar je hand zet. De plezierige weetjes en anekdotes waarmee je iedereen, inclusief jezelf, versteld laat staan, krijg je er zomaar bij geserveerd.
Miet Ooms is vertaler, variatielinguïst en Nieuwe en taalliefhebber pur sang.
Vogels
€ 39,90Al meer dan 40.000 jaar zijn vogels een geliefd onderwerp in de kunst, vanaf de tijd dat onze vroegste voorouders afbeeldingen van gevederde figuren in rotsen krasten of schilderden. Door de eeuwen heen kwamen we steeds meer te weten over de vogelwereld waardoor we op een andere manier naar vogels zijn gaan kijken. In dit boek vertelt ornitholoog Roger Lederer hoe vogelafbeeldingen de laatste 400 jaar zijn veranderd, en is het werk van 40 van de grootste kunstenaars verzameld – van Frans Snyders, Mechior d’Hondecoeter, John James Audubon en Edward Lear, tot hedendaagse kunstenaars als Elizabeth Butterworth en Lars Jonsson.
Vogels laat een grote rijkdom aan vogelrassen zien en toont hoe zorgvuldige bestudering van de soorten zowel de wetenschap als de kunst hebben verrijkt.Dr. Roger J. Ledere is ornitholoog en emeritus professor of biological sciences aan de California State University. Hij bestudeert vogels al meer dan 40 jaar, heeft een aantal boeken op zijn naam staan en is adviseur voor de BBC, de bladen National Geographic en Vanity Fair en Condé Nast. Hij schrijft bovendien een blog op Ornithology.com
Buurtaal
€ 24,90In Nederland en Vlaanderen spreken we dezelfde taal. Althans, dat denken we. Hoewel we veel ‘Nederlands’ delen, zijn beide ‘Nederlandsen’ niet helemaal identiek. Die grote verschillen en nuances in uitspraak en woordenschat zorgen voor hilariteit, ergernis, discussies en soms misverstanden en onbegrip. Betekent ‘Wat een enerverende dag’ wel hetzelfde in
Nederland en Vlaanderen? In welke volgorde kun je de werkwoorden ‘moeten’, ‘hebben’ en ‘gedaan’ op het einde van een bijzin plaatsen? Kun je spreektalige woorden als het Vlaamse ‘goesting’ en het Nederlandse ‘optyfen’ wel in geschreven teksten gebruiken? Hoe Vlaams mag je tekst zijn voor een Nederlands publiek en omgekeerd, hoe Nederlands voor Vlaamse lezers? En bestaat een neutrale Nederlandse tekst voor het hele taalgebied wel? In dit boek staan het Belgisch- en Nederlands-Nederlands broederlijk naast elkaar. Met aandacht voor de historische achtergrond van de taalontwikkeling en
de cultuurverschillen tussen Nederland en Vlaanderen. Met vele rake voorbeelden en handige lijstjes voor onmiddellijk gebruik.Miet Ooms is vertaler, variatielinguïst en taalliefhebber pur sang. Op haar website taalverhalen.be vertelt ze met veel liefde en verwondering over taalvariatie in het Nederlands.
Kloostermoppen
€ 35,00In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.
In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.