Aantal boeken: 4

  • Der dy namma fan heten is

    It komôf fan plaknammen
    Pieter Duijff
     22,50

    Der dy namma fan heten is

    Yn Fryslân tilt it op fan doarpen, en der binne ek noch alve stêden. Efter de namme fan elk fan dy delsettingen sit in ferhaal. Wêrom hawwe de minsken harren wenplak neamd sa’t it hyt? Hoe kamen de minsken op de plaknamme ‘Wyldinghen’ en wat is de doarpsnamme no? In hiel soad plaknammen binne foar it earst oerlevere yn it twadde part fan de midsiuwen, mar der is net by skreaun wat de eftergrûn fan dy nammen is. Mei kennis fan it Frysk en oare talen kin fan gâns fan dy nammen dochs hiel wat fan it komôf sein wurde. Yn dit boek wurde yn goed fjouwerhûndert koarte haadstikjes de nammen fan alle offisjele Fryske delsettingen beskreaun.

    Pieter Duijff is al mear as trije desennia oan de Fryske Akademy ferbûn. Hy hat dêr al dy tiid warber west op it mêd fan Fryske wurdboeken en wurdlisten. Boppedat hat er bygelyks skreaun oer taalfariaasje yn Fryslân, yn it bysûnder oer it Stedfrysk.

     22,50
  • De melkveerevolutie

    Transitie naar een duurzame landbouw op Schiermonnikoog
    Jan Willem Erisman, Koen van Wijk
     22,50

    De melkveerevolutie

    Terwijl de stikstofcrisis Nederland in de greep houdt en de melkveehouderij onder het vergrootglas ligt, zetten de boeren van Schiermonnikoog een rigoureuze stap. Ze geven een derde van hun melkkoeien op om de stikstofdepositie op de omringende natuur te beperken. De veehouders van Schiermonnikoog omarmen een natuurinclusieve bedrijfsvoering die de biodiversiteit moet verbeteren en zorgt voor een veerkrachtig ecologisch voedselsysteem. Om de krimp in productie te compenseren, produceren de boeren nu hun het eigen kaasmerk ‘Van Schier’, waarmee zij de eilander melk een lokaal gezicht geven.
    De melkveerevolutie is een leerzaam en verhelderend voorbeeld voor de transitie naar een duurzame landbouw, voor alle boeren, ondernemers in de agrobusiness, landschapsspecialisten, bestuurders, beleidsontwikkelaars in heel Nederland.

    Jan Willem Erisman is hoogleraar milieu- en duurzaamheid aan de Universiteit Leiden en was directeur van het Louis Bolk Instituut. Koen van Wijk is freelance journalist, gespecialiseerd in de land- en tuinbouwsector.

     22,50
  • Friluftsliv

    Gids voor de natuur als tweede huis
    Benjamin Brinckmann, Eric Brinckmann
     22,90

    Friluftsliv

    Friluftsliv (letterlijk vrije-lucht-leven) is de Noorse manier om je thuis te voelen in de buitenruimte. Eric Brinckmann beschrijft met zijn zoon Benjamin op een luchtige, verhalende en praktische manier het leven in de open ruimte van het Noorse en Nederlandse landschap: buiten slapen, je oriënteren op de zon en de sterren, kamperen met zo min mogelijk spullen, of kanoën in een eindeloos landschap vermengt met praktische toepassingen van eetbare planten, bruikbare bomen en leesbare wolken en Sami-weetjes. Dit is een lees-, reis- en doe-boek dat begint in je eigen tuin of op je balkon: daar valt de buitenwereld al op een spannende manier te beleven. Je kunt daar blijven of er verder op uit trekken, allebei goed. De auteurs vergeten niet dit buitenleven in een historische en filosofische context van Arne Naess en Spinoza te plaatsen en daarmee extra diepgang te geven.

    Eric Brinckmann (1961) studeerde rechten en filosofie en is momenteel directeur van landgoed Het Lankheet in Overijssel en schrijver van filosofische wandelboeken.
    Benjamin Brinckmann (1992) studeerde milieukunde in Noorwegen en woont nu in Sandefjord (Noorwegen) waar hij onder andere docent Friluftliv is.
    Geïllustreerd met informatieve zwart/wit tekeningen.

     22,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00