Aantal 1–12 van 69 totaal

  • Recht voor natuur

    Beleid en recht als contrapunt
    Fred Kistenkas
     19,90
  • Opa en oma pluus in ‘t sallands

    In opa en oma pluus in ’t Sallands gaat nijntje op ‘bezuuk’ bij opa en oma. ‘opa heb ’n step emäk veur nijn’ en nijntje ‘hef ’n umslagdoek veur oma pluus ebreid’ Bij een ‘köppie’ thee eten ze een ‘botterkukies’, ‘nijntje hef t’r twee egettn’

    Nijntje is al meer dan 65 jaar onverminderd populair onder peuters en kleuters. Uitgeverij Bornmeer verzorgde al tientallen vertalingen van nijntje in streektalen. Na het succes van nijntje op de fietse in ’t Sallands is het nu de beurt aan opa en oma pluus in ’t Sallands. De vertaling is gemaakt door Gerard Oosterlaar, een van de leden van cabaretgroep Höllenboer. Hij werd bijgestaan door streektaaldeskundige Herman Koerhuis en Annet Ellenbroek, eigenaar van Bruna Ellenbroek Raalte en initiatiefneemster van de Sallandse vertaling van nijntje.

     7,95
  • Fokje Pasma (1865-1956)

    Boerin, vroedvrouw, muze van Pieter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     24,90

    Fokje Pasma (1865-1956)

    De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.

    Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.

     24,90
  • het feest van nijntje Oud Grieks

    ἡμέρᾳ τινὶ μίφα κυνίκλου

    ἤδη ἅμα ὄρθῳ ἀνέστη

    ἐλούσατο ἐκ κεφαλῆς εἰς πόδας

    καλῶς τοῦτ᾽ ἐπέπρακτο

     7,95
  • kleine pluus

    In 't Zeêuws
    Dick Bruna
     7,95
  • nijntje den parke di bestia na Papiamentu

    Nijntje, tata di rib’un dia

    mi a pensa un kos

    nos ta ban parke di bestia

    ami ku bo, nos dos

     7,95
  • Friluftsliv

    Gids voor de natuur als tweede huis
    Benjamin Brinckmann, Eric Brinckmann
     22,90

    Friluftsliv

    Friluftsliv (letterlijk vrije-lucht-leven) is de Noorse manier om je thuis te voelen in de buitenruimte. Eric Brinckmann beschrijft met zijn zoon Benjamin op een luchtige, verhalende en praktische manier het leven in de open ruimte van het Noorse en Nederlandse landschap: buiten slapen, je oriënteren op de zon en de sterren, kamperen met zo min mogelijk spullen, of kanoën in een eindeloos landschap vermengt met praktische toepassingen van eetbare planten, bruikbare bomen en leesbare wolken en Sami-weetjes. Dit is een lees-, reis- en doe-boek dat begint in je eigen tuin of op je balkon: daar valt de buitenwereld al op een spannende manier te beleven. Je kunt daar blijven of er verder op uit trekken, allebei goed. De auteurs vergeten niet dit buitenleven in een historische en filosofische context van Arne Naess en Spinoza te plaatsen en daarmee extra diepgang te geven.

    Eric Brinckmann (1961) studeerde rechten en filosofie en is momenteel directeur van landgoed Het Lankheet in Overijssel en schrijver van filosofische wandelboeken.
    Benjamin Brinckmann (1992) studeerde milieukunde in Noorwegen en woont nu in Sandefjord (Noorwegen) waar hij onder andere docent Friluftliv is.
    Geïllustreerd met informatieve zwart/wit tekeningen.

     22,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Fersen foar Fokje

    Syklus fan Piter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     12,50

    Fersen foar Fokje

    Yn de simmer fan 1881 krige de jonge Piter Jelles Troelstra ferkearing mei de boeredochter Fokje Frânses Pasma fan Westermar. Doe’t hy studint waard yn Grins, moast dit oer wêze neffens de famylje Troelstra.

    Yn njoggentjin fersen fan Piter Jelles fynt men dêrfan de delslach. De fersen foar Fokje beskriuwe syn jongfeinte lok en lijen. ‘De leafde foel as simmerrein m’yn ’t hert,’ skriuwt er. De opgong, de twifel, de hope op better as de ferkearing in jier tusken heakjes set wurdt, de ferstille wanhoop en mankelikens komme allegear werom yn dizze syklus.

    Bertus Mulder ( It Hearrenfean, 1949) studearre arbeidssosjology, wie dosint sosjale skiednis en promovearre yn 1991 oan de Ryksuniversiteit Grins. Hy is auteur fan de boeken De jonge Piter Jelles, Jaap Nieuwenhuize Onstuimig en onvervaard en de Nazi’s te slim af zijn.

     12,50
  • Het fees van nijntje in ut utregs

    sei soch un heul moai jurkie uit
    ut moaiste uit de kâs
    en weet je wervoar nijn da dee
    omdât sei jarig wâs

     7,95
  • nijntje hef feest in twente

    zee zochen zich ’n kleedken oet
    ’t schierste oet de kas
    en road es woarum zee dat deu
    umdat zee jöarig was

     7,95
  • nijntje in ut franekers

    midden in un groate tún
    stôn un leuk wit hús
    dêr woanden twee kenyntsys in
    menear en mefrou plús

     7,95