Aantal boeken: 8

  • In het hart van het Overijsselse landschap

    Een erfenis van de textielindustrie
    Luc Jehee, Mark van Veen
     29,90
  • Boeren op de buitenplaats

    De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadië (1640-1840)
    Gerrit van Oosterom
     49,90

    Boeren op de buitenplaats

    In de zeventiende en achttiende eeuw waren pachtboerderijen een vast onderdeel van de vele buitenplaatsen rond Amsterdam. Waarom was dat en welke rol speelden die boerderijen en de pachtboeren die er woonden in het buitenleven van de Amsterdamse elite? In Boeren op de buitenplaats wordt deze onbekende agrarische geschiedenis van de Hollandse buitenplaats voor het eerst tot in detail gereconstrueerd en verklaard.
    Voor dit boek onderzocht Gerrit van Oosterom ruim honderdzestig buitenplaatsen uit het Amstelland, hun eigenaren, pachtboeren en landbezit. Naast de economische aspecten besteedt hij veel aandacht aan de manier waarop die boerderijen ruimtelijk werden ingepast op de buitenplaats. In zijn veel omvattende onderzoek beschrijft hij ook de sociale verhouding tussen boeren en pachtheren, de rol van vee binnen de buitenplaatscultuur en de ideologie achter deze unieke combinatie van nut en genoegen.
    Gerrit van Oosterom is landschapsarchitect en landschapshistoricus. Hij is gefascineerd door fenomenen die zich in de marge van de buitenplaatscultuur manifesteren en onderzoekt buitenplaatslandschappen op regionale schaal.

     49,90
  • Fokje Pasma (1865-1956)

    Boerin, vroedvrouw, muze van Pieter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     24,90

    Fokje Pasma (1865-1956)

    De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.

    Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.

     24,90
  • Martha’s labyrint

    Een uitzonderlijke vrouwengeschiedenis 1938-1944
    Marc Verschooris
     27,50

    Martha’s labyrint

    Een filmscenario waard!

    ‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo

    Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.

    Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.

    Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.

    Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.

     27,50
  • Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang

    Wie overweegt vrouwen rechten toe te kennen, kan ze net zo goed gelijk aan dieren geven, grapt Thomas Taylor vol sarcasme in 1792. Precies een eeuw later beseft de Britse emancipatiestrijder Henry Salt, dat Taylor (onbedoeld) een punt heeft: waarom zouden dieren niet eenzelfde rechtsbescherming verdienen als ieder ander wezen met belangen? Op volstrekt originele wijze werkt hij dit idee uit in dit nog altijd actuele en bijzonder goed leesbare essay.
    Henry Stephens Salt (1851-1939) was een politiek geëngageerde Britse auteur. Hij pleitte voor hervorming van het onderwijs, van het gevangeniswezen, van economische instituties en van de dierhouderij. Hij was bevriend met Gandhi en Tolstoj en oefende ook op latere schrijvers (waaronder Peter Singer) veel invloed uit.

    Vertaling en inleiding: Jabik Veenbaas.

    ~

    ‘De eerste titel in de nieuwe “Dierenrechtenbibliotheek” werd geschreven in 1892 en is om meerdere redenen
    een interessante keuze. Het is een erudiet essay, leuk geschreven. (…) Het werkt heel verfrissend om de eerste uitgesproken en weloverwogen gedachten op dit gebied tot je te laten doordringen. Salt daagt uit tot vergelijking en verduidelijking en tot bezinning op wat “vooruitgang” betekent – voor dier en mens.’ – E. Evertsen voor NDB Biblion

    ~

    ‘Een meesterwerk; het blijft een van de meest lucide en overtuigende van alle boeken geschreven ter verdediging van dieren.’ -Keith Thomas, New York Review of Books

    ~

    ‘Dierenrechten en maatschappelijke vooruitgang blijft relevant omdat het veel meer is dan een incidenteel pleidooi. Het boek is bijna honderddertig jaar oud, maar het is nog volstrekt niet verouderd. Wie het leest, begrijpt dat het iets wezenlijks toevoegt aan het denken over de morele verhouding tussen mens en dier: een voortreffelijk beargumenteerde filosofische grondslag.’ -Jabik Veenbaas in de inleiding

    ~

    ‘Dit boek vormt niet voor niets het begin van de dierenrechtenbibliotheek van Uitgeverij Noordboek. Het is het eerste boek dat het idee van dierenrechten consequent probeert te doordenken. Salt laat zien dat dieren niet tot hun recht komen als ze alleen ‘de nodige zorg’ krijgen. Hun belangen moeten op een faire wijze, volgens het gelijkheidsbeginsel, worden meegewogen in de democratie. Zolang onze democratie weigert om dit te doen, is ze gemankeerd.’
    -Erno Eskens, dierfilosoof en uitgever bij Noordboek

     17,90
  • Fersen foar Fokje

    Syklus fan Piter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     12,50

    Fersen foar Fokje

    Yn de simmer fan 1881 krige de jonge Piter Jelles Troelstra ferkearing mei de boeredochter Fokje Frânses Pasma fan Westermar. Doe’t hy studint waard yn Grins, moast dit oer wêze neffens de famylje Troelstra.

    Yn njoggentjin fersen fan Piter Jelles fynt men dêrfan de delslach. De fersen foar Fokje beskriuwe syn jongfeinte lok en lijen. ‘De leafde foel as simmerrein m’yn ’t hert,’ skriuwt er. De opgong, de twifel, de hope op better as de ferkearing in jier tusken heakjes set wurdt, de ferstille wanhoop en mankelikens komme allegear werom yn dizze syklus.

    Bertus Mulder ( It Hearrenfean, 1949) studearre arbeidssosjology, wie dosint sosjale skiednis en promovearre yn 1991 oan de Ryksuniversiteit Grins. Hy is auteur fan de boeken De jonge Piter Jelles, Jaap Nieuwenhuize Onstuimig en onvervaard en de Nazi’s te slim af zijn.

     12,50
  • Uit de lus van de strop

    Gentenaars in de bres voor de Joodse bevolking 1940-1944
    Marc Verschooris
     27,50

    Uit de lus van de strop

    Al in de jaren 1920-30 komen vele Joodse studenten uit de Oost-Europese landen naar Gent, op de vlucht voor discriminatie en raciale vervolgingen. Deze toekomstige ingenieurs studeren in de ‘Bijzondere Scholen voor de Burgerlijke Bouwkunde, Mijnen en Kunst- en Fabriekwezen’. Na hun studies kan een groot deel van hen in het Gentse industriebekken terecht.
    En dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Vanaf 1942 is het vooral de hoop, het vertrouwen, de moed en de kracht die in sterke mate de overlevingsdrang van de Joodse families bepalen. Niet alle verhalen lopen goed af. In het Gentse verzet nemen de ingenieurs een belangrijke plaats in, maar ook burgers uit alle lagen van de
    bevolking bieden weerwerk.
    Marc Verschooris reconstrueert het leven van de slachtoffers maar brengt ook de verhalen van de overlevenden die als bij wonder aan de strop van de haat zijn ontsnapt. Naast angst voor het antisemitisme van vroeger en nu, is er ook dankbaarheid voor de heldendaden van zij die resoluut kozen voor steun, respect en solidariteit. Vele, niet eerder gepubliceerde foto’s, geven de hoofdrolspelers in dit boek, een gelaat.

    Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA. ‘De papegaai is niet dood. Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters – Gent 1944’ verscheen bij uitgeverij Sterck & De Vreese.

     27,50
  • De papegaai is niet dood

    Geheim agenten Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters-Gent 1944
    Marc Verschooris
     27,50

    De papegaai is niet dood

    Gent 1944

    Marc Verschooris, geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA, haalt drie geheim agenten voor het voetlicht: Albert Deweer, Albert Mélot en Albert Wouters. Op basis van tal van tot nu toe onbekende archiefstukken, ook familie-archieven, reconstrueert hij hun verzetsdaden. Vele nooit eerder gepubliceerde foto’s tonen de onverschrokken helden van toen.

    Geheim agent Albert Mélot wordt geparachuteerd op 11 april 1944 en krijgt Gent als werkterrein. In de donkere nacht van de ‘nieuwe maan van mei’ springt ook zijn marconist, Albert Wouters, uit het vliegtuig. Een week na D-Day is het over en uit voor Mélot: de Duitsers brengen hem naar de Gentse gevangenis waar nog een ander geheim agent gevangenzit: Albert Deweer.

    Het verzet wil beiden koste wat kost bevrijden. Op 15 juli 1944 wordt Mélot bevrijd uit een Duitse gevangeniswagen in de Gentse Papegaaistraat. De gevolgen van deze daad zijn dramatisch. Ongeveer 100 mensen, onder wie de familie Mélot, worden opgepakt. Een groot deel wordt in concentratiekampen vastgezet. De dodentol bedraagt ongeveer zestig personen.

    Albert Deweer komt vrij door omkoping. Het geld wordt ter beschikking gesteld door een economische collaborateur die op een toekomstige clementie rekent. In oktober 1945 zal Deweer zijn ‘redder’, ter dood veroordeeld, op een spectaculaire manier uit dezelfde gevangenis halen en naar Frankrijk brengen waar hij als uitvinder geschiedenis zal schrijven.

    Albert Wouters heeft minder geluk. In de eerste bevrijdingsmaand en met de radio op pad, treft hij de allerlaatste Duitsers, die hem genadeloos doden.

    Met meer dan 100 foto’s, vaak niet eerder gepubliceerd

     27,50