Aantal boeken: 6

  • Atlas van de Homo Sapiens

    Telmo Pievani, Valéry Zeitoun
     34,90

    Atlas van de Homo Sapiens

    Deze atlas laat op tal van fraaie kaarten zien hoe de Homo sapiens zich over de aarde verspreidde. We zien en lezen hoe onze voorouders samenleefden met de Neanderthalers, de Denisova-mens en de Floresmens. Ook zien we waar en wanneer de verschillende talen ontstonden en waar de domesticatie van dieren en de landbouw begon. De atlas brengt kennis uit de archeologie, paleontologie en genetica, geografie, geschiedenis, etnologie en natuurwetenschappen samen. Het resultaat is een schitterend boek vol intrigerende kaarten, schema’s, foto’s, chronologische tabellen en reconstructies van vroege menssoorten.

    Telmo Pievani is hoogleraar Filosofie van de biologie aan de Universiteit van Padua. Valéry Zeitoun is lid van het Centre de Recherche en Paléontologie in Parijs en specialist op het gebied van de genetica van de Homo erectus en de prehistorische culturen in Zuidoost-Azië. Het voorwoord is van Yves Coppens.

    Origineel: Grand atlas du Homo Sapiens • Vertaling: Ger Meesters

     34,90
  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Uit balans

    Werken aan natuurbescherming in Nederland
    Bjørn van den Boom, Marc van den Tweel
     14,90

    Uit balans

    ‘Kunnen we de natuur écht herstellen in balans met landbouw, woningbouw en de energietransitie? En moet dat natuurbeheer erop gericht zijn om zoveel mogelijk planten en dieren te beschermen, of leidt dat alleen maar tot geknutsel en wensnatuur?’

    Het Nederlandse landgebruik is ongekend intensief, de politiek wispelturig en het maatschappelijk debat in toenemende mate oververhit. Marc van den Tweel en Bjørn van den Boom beschrijven van binnenuit hoe Natuurmonumenten, de grootste natuurvereniging van Nederland, voor dilemma’s gesteld wordt en koers bepaalt in lastige en regelmatig terugkerende discussies; bijvoorbeeld over bomenkap, faunabeheer, windmolen en de relatie tussen natuur en landbouw.

     14,90
  • Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl

    Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard werd in 1782 geboren in het Drentse Rolde en overleed in Leeuwarden in 1851. Dit boek plaatst zijn werk in de context van de tuinarchitectuur in Noordwest-Europa. Roodbaard werkte in de landschapsstijl die zich kenmerkt door kronkelpaden, slingervijvers, open en dichte tuindelen en tuinsieraden zoals priëlen.

    Roodbaards levensloop is beschreven waarbij vele verrassende nieuwe feiten aan het licht kwamen. Hij was favoriet binnen een groot netwerk van de Friese, Groninger en Drentse elite. Het leverde hem veel opdrachten op. Hij ontwikkelde een eigen stijl waarin zijn beeldend vermogen een grote rol speelde. Zowel zijn uitgebreide oeuvre als de beïnvloeding door Nederlandse en buitenlandse tuinarchitecten zijn geanalyseerd. Nieuw is de methode van reconstructie van zijn werkwijze op basis van niet eerder gebruikte archivalia. Ten slotte besteedt de auteur van dit rijk geïllustreerde boek met veel onbekend beeldmateriaal aandacht aan de navolging en waardering van Roodbaards werk.

    Rita Radetzky studeerde kunstgeschiedenis en klassieke archeologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij publiceert over de elitecultuur, in het bijzonder over architectuur en tuinarchitectuur in Friesland. In 2021 promoveerde zij op het onderzoek Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard en de landschapsstijl.

     49,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00