12.000 jaar Bos t’Ename
€ 99,95Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen 12.000 jaar Bos t’Ename Bos t’Ename kan op vele vlakken model staan voor alle andere bossen in de Lage Landen, maar onderscheidt zich sterk door de veelheid van kennis die erover is vergaard. Duizenden jaren geschiedenis liggen hier op de bodem en werden bovengespit. Bijna veertig jaar intensief onderzoek bracht het erfgoed inclusief de biodiversiteit uit het verleden in kaart, maar daarnaast spitste het onderzoek zich ook toe op de inventarisatie van de actuele biodiversiteit. Vele tientallen specialisten uit binnen- en buitenland en vrijwilligers hebben zich daarbij ingezet om de 15 à 19.000 soorten in kaart te brengen. De mens was verantwoordelijk voor het verdwijnen van een aantal soorten, maar tegelijk toont onderzoek aan dat menselijke beïnvloeding een rijke biodiversiteit niet uitsluit. Een rijke natuur en dito cultuur kunnen perfect hand in hand gaan. Als dat geen hoopvolle boodschap is.
Guido Tack (1958) werkt bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid op het snijvlak met natuur en bos, landbouw en ruimtelijke ordening en is conservator van het Bos t’Ename. Pieter Blondé (1980) is procesbegeleider bij Natuurpunt en is conservator van het Bos t’Ename. Paul Van den Bremt (1952) werkte als erfgoedconsulent en erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Martin Hermy (1956) is emeritus professor van de KU Leuven, waar hij 25 jaar onder andere de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie aan de bio-ingenieurs gaf. Nele Vanmaele (1978) werkt als erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed.
Humor in Grunnegerlaand
€ 14,90Een heruitgave ter gelegenheid van de 150e geboortedag van Kornelis ter Laan – 8 juli 2021
Kornelis ter Laan werd in Slochteren geboren op 8 juli 1871. Hij ontwikkelde zich tot onderwijzer, schoolhoofd, politicus en burgemeester, folklorist, taalkundige en publicist. In Groningen werd hij vooral bekend vanwege zijn Nieuw Groninger Woordenboek en als nestor van het Gronings-eigene. In 1947 verscheen de eerste druk van Humor in Grunnegerlaand. Hierin verklaart de auteur uitdrukkingen en grapjes en rijgt hij de verschillende onderwerpen op de voor hem zo kenmerkende manier aaneen; gemoedelijk en met een warm hart voor zijn ‘laive laandlu’. Johan Dijkstra, bekend van kunstkring De Ploeg, leverde de ‘schilderkes’. Ter Laan sluit dit vrolijke boek serieus af met de volgens hem broodnodige ‘regels voor de eenheid van spelling van alle Groninger dialecten’.Ter Laans werk is van blijvende waarde voor Groningen en de Groningers. Zijn jongste kleindochter nam daarom het initiatief tot deze heruitgave: dit unieke werkje vol humoristische verhalen en anekdotes met de originele tekeningen van Johan Dijkstra zorgt voor ‘Grunnegs plezaaier in vrouger doagen’.
Veldgids Orchideeën
€ 39,90Wilde orchideeën zijn spectaculaire planten, die vaak moeilijk op naam zijn te brengen. Met deze gids, die volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten is samengesteld, is dat voor iedere natuur- en plantenliefhebber nu wel mogelijk. Deze uitgebreide fotogids, met meer dan 2000 foto’s, bevat alle 300 taxa (soorten, ondersoorten en variëteiten) plus 70 natuurlijke hybriden van Europa en het mediterrane gebied. De Veldgids Orchideeën is geschreven door de belangrijkste wetenschappers op het gebied van orchideeën in Europa. Zij hebben voor het eerst een gemakkelijk te gebruiken veldgids geschreven, die de enorme variatie in deze groep toegankelijk en hanteerbaar maakt.
Doopsgezinden in Friesland
€ 16,90In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.
Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.