Aantal boeken: 6

  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Lichteiland

    30 jaar op Great Skellig
    Robert Harris
     24,90

    Lichteiland

    ‘Op Skellig Michael verschijnen en verdwijnen duizenden vogels, die torens bouwen en samenkomen in vleugels van beweging die ontstaan en zich ontrafelen boven de lege zee. Vaak sta ik daar helemaal alleen op het eiland, omringd door een lege lucht en lege rotswanden. De geest dwaalt af: verbanden met het verleden worden gemakkelijk gelegd; oude zienswijzen herleven.’
    Robert L. Harris werd in 1987 aangesteld als gids op Skellig Michael, County Kerry, waar hij meer dan dertig jaar het team van gidsen leidde en het eiland observeerde. Hij heeft het grootste deel van zijn leven aan zee of op eilanden gewoond en heeft een grote belangstelling voor het kloosterleven en de natuur. Hij verblijft van mei tot en met oktober op Skellig Michael, als het eiland toegankelijk is, en tijdens de wintermaanden woont hij met zijn vrouw Maigread in County Leitrim.

     24,90
  • 24 uur in het oude Athene

    Het dagelijks leven van de Atheners
    Philip Matyszak
     21,90

    24 uur in het oude Athene

    Welkom in het Athene van 416 v. Chr. De stad heeft op dat moment ongeveer 30.000 inwoners, met meer genieën per vierkante meter dan ooit in de geschiedenis van de mensheid. Terwijl de stad op de rand van de rampzalige oorlog zweeft die het einde van haar gouden tijdperk zal betekenen, brengen wij vierentwintig uur met gewone Atheners door. Aan het woord komen
    onder andere een tempelbewaker, een slavin, een dokter en een priesteres. Hun verhalen scheppen een levendig beeld van hoe het was om in die tijd te leven. De kaderteksten met citaten uit de klassieke literatuur en aanvullende informatie schetsen een beeld van een tijd die nog altijd enorm tot de verbeelding spreekt.

    Philip Matsyzak studeerde geschiedenis en is docent aan het Madingley Hall, Cambridge. Hij heeft een groot aantal boeken
    op zijn naam, waaronder het vorig jaar verschenen 24 uur in het oude Rome.

     21,90
  • Hannekemaaiers en Kiepkerels

    Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
    In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders.

     16,90
  • 24 uur in het oude Rome

    Het dagelijks leven van de Romeinen
    Philip Matyszak
     21,90

    24 uur in het oude Rome

    Stap terug in de tijd en volg gedurende een etmaal 24 inwoners van de eeuwige stad in het jaar 137 na Christus. Zo krijg je een verrassend compleet beeld van hoe het dagelijks leven was in het Rome van keizer Hadrianus. Lees de spannende verhalen van onder anderen een bakker, een moeder, een senator, een slavin, een gladiator, een prostituee en een scholier en tegelijkertijd allerlei minder bekende wetenswaardigheden over het
    oude Rome.

    Door de vele citaten uit de klassieke literatuur, waaronder zelfs enkele recepten, en
    extra historische informatie komt een tijd die nog altijd tot de verbeelding spreekt, tot leven.

     21,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00