Aantal boeken: 8

  • Op reis met de Klipfontein

    Verhalen van een scheepsarts 1946-1948
    Mirjam de Meijer
     22,90

    Op reis met de Klipfontein

    In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.

    Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.

     22,90
  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Sis my wa’t ik bin

    Hanneke de Jong
     7,90

    Sis my wa’t ik bin

    It is 1956, nei de simmerfakânsje. Loek sit yn de twadde klasse fan de ULO. In nije learaar lêst alle nammen fan de learlingen op, behalve Loek sines. Hy lêst ek in namme op dy’t gjinien wat seit. Mar wa’t dat is, wit er net. De learaar tinkt dat Loek him foar de gek hâldt en sleept him mei nei de direkteur. Dy stjoert Loek nei hûs mei it boadskip dat it tiid wurdt dat syn heit en mem alles fertelle.
    Noch hieltyd hat er gjin idee. Syn mem jout him in deiboekje dat se byholden hat. It begjint yn 1944, as it oarloch is. Foar Loek begjint de syktocht nei wa oft hy no eins is.

    Troch hiel Europa lizze stroffelstiennen (struikelstenen of, de oarspronklike namme, Stolpersteine). Al dy stiennen meiinoar binne ien grut monumint foar de slachtoffers fan de Twadde Wrâldoarloch: de Joaden, Roma en Sinti, homo’s, handikapten en Jehova’s tsjûgen. Dy stiennen lizze foar de huzen fan minsken dy’t yn ‘e oarloch út harren huzen helle binne, nei kampen brocht en fermoarde. Foar de âlden fan Louis lizze twa stiennen foar it hûs dêr’t se eartiids wennen en dêr’t se weihelle waarden.

     7,90
  • Wat het hele dorp wist

    Het zwijgen van een Joods oorlogskind
    Hanneke de Jong
     14,90

    Wat het hele dorp wist

    Lion woont in Israël. Voor zijn zestiende verjaardag mag hij met zijn moeder en opa op vakantie naar Nederland. Daar groeide opa op in Friesland. Lion heeft vaak gevraagd naar opa’s leven van toen, maar antwoord kreeg hij nooit. De geschiedenis van zijn grootvader heeft iets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen een peuter, dus hoe zit dat precies?
    Misschien kan hij dat vertellen als hij terug is in zijn oude dorp. Maar als Lion ziet hoe moeilijk opa het heeft met dat verleden, vraagt hij zich af of deze reis wel zo’n goed idee was.

    Leeftijd 14+

     14,90
  • Mens & ruimte

    Otto Friedrich Bollnow
     24,90

    Mens & ruimte

    In 1963 publiceerde de Duitse natuurkundige en filosoof Otto Friedrich Bollnow dit standaardwerk over de relatie tussen mens en ruimte. We lezen over de plekken waar we wonen en werken; over schimmige ruimten, de prettige omgeving en angstaanjagende ruimten. Bollnow legt uit hoe we ruimten ervaren en waarom we op sommige plekken aarden en op andere niet. In het bijzonder bij antropologen, pedagogen en architecten behoort dit boek, dat in tal van talen is vertaald, inmiddels tot de verplichte literatuur.

    ‘Wat valt van Bollnow te leren? Bijvoorbeeld dat normen en waarden niet alleen een kwestie zijn van recht en orde, fatsoensregels en gezin, stadswachten en tourniquets, maar ook van joie de vivre, hoogwaardige stedenbouw en voldoende groen. Tijd om Bollnow aan de vergetelheid te ontrukken.’ – Jos Simons in Trouw

    ‘Bollnow zoekt in zijn filosofie naar de kenmerken van ‘de gelukkige ruimte’; de ruimte waarin mensen zich kunnen ontplooien. Hij streeft naar ruimtes waarin je je kunt settelen zonder te verstijven, waarin je wortel kunt schieten zonder jezelf te isoleren en waarin je jezelf kunt vertrouwen zonder jezelf op te geven.’ – Frankfurter Allgemeine Zeitung

     24,90
  • Heksegrytta

    Hanneke de Jong
     15,00
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00