Aantal boeken: 6

  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • 12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen
    Guido Tack, Martin Hermy, Paul van den Bremt, Pieter Blondé
     99,95

    12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen 12.000 jaar Bos t’Ename Bos t’Ename kan op vele vlakken model staan voor alle andere bossen in de Lage Landen, maar onderscheidt zich sterk door de veelheid van kennis die erover is vergaard. Duizenden jaren geschiedenis liggen hier op de bodem en werden bovengespit. Bijna veertig jaar intensief onderzoek bracht het erfgoed inclusief de biodiversiteit uit het verleden in kaart, maar daarnaast spitste het onderzoek zich ook toe op de inventarisatie van de actuele biodiversiteit. Vele tientallen specialisten uit binnen- en buitenland en vrijwilligers hebben zich daarbij ingezet om de 15 à 19.000 soorten in kaart te brengen. De mens was verantwoordelijk voor het verdwijnen van een aantal soorten, maar tegelijk toont onderzoek aan dat menselijke beïnvloeding een rijke biodiversiteit niet uitsluit. Een rijke natuur en dito cultuur kunnen perfect hand in hand gaan. Als dat geen hoopvolle boodschap is.

    Guido Tack (1958) werkt bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid op het snijvlak met natuur en bos, landbouw en ruimtelijke ordening en is conservator van het Bos t’Ename. Pieter Blondé (1980) is procesbegeleider bij Natuurpunt en is conservator van het Bos t’Ename. Paul Van den Bremt (1952) werkte als erfgoedconsulent en erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Martin Hermy (1956) is emeritus professor van de KU Leuven, waar hij 25 jaar onder andere de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie aan de bio-ingenieurs gaf. Nele Vanmaele (1978) werkt als erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed.

     99,95
  • In haar voetsporen

    Op zoek naar onze voormoeders
    Lise Hellemans, Maarten Larmuseau, Maite De Beukeleer
     24,90

    In haar voetsporen

    Familiegeschiedenis wordt nog vaak geschreven
    vanuit een mannelijk standpunt; vrouwen
    spelen hierin meestal slechts een bijrol.
    De vrouwelijke variant van een voorvader
    – ‘voormoeder’ – veroverde pas sinds kort een
    plaats in het woordenboek. Toch bestaan er
    voldoende bronnen om het leven van onze
    voormoeders te reconstrueren: familieverhalen,
    archiefdocumenten, erfstukken, DNA …
    Als bewijs nemen we je mee op onze zoektocht
    naar enkele gewone voormoeders, die allen op
    hun eigen manier juist buitengewoon blijken te
    zijn. We vertrekken met enkel een foto van een
    missiezuster zonder naam, een volksverhaal over
    een vermeende heks, of een vage herinnering
    aan een tante die kant verkocht tijdens de Eerste
    Wereldoorlog. Samen met hun nakomelingen
    trekken we naar het archief, en reconstrueren
    zo hun boeiende levensverhalen.
    Wil je zelf op zoek gaan naar je eigen
    voormoeders? In dit boek delen we talloze
    tips voor startende en ervaren genealogen,
    voor een inspirerende duik in je vrouwelijke
    familiegeschiedenis.

    Maite De Beukeleer is historica en vooral
    geïnteresseerd in de kleine geschiedenis van
    alledag. Maarten Larmuseau is genetisch
    genealoog en doet academisch onderzoek
    naar stambomen en DNA. Voor dit boek
    duiken ze samen in de archieven op zoek naar
    sporen van voormoeders. Ze worden hierin
    bijgestaan door historica Lise Hellemans.

     24,90
  • Eetbare natuur

    De essentie van landbouw en voeding
    Michiel Korthals
     16,90

    Eetbare natuur

    De Nederlandse landbouw- en voedingssector verkeert in zwaar water. Van alles is teveel: landbouwhuisdieren, chemie, vervuiling, uitputting en grootspraak (‘Nederland voedt de wereld!’). Er is ook te weinig: variatie van landschap, natuur en smaak. De auteur geeft scherp inzicht in deze problemen en laat zien dat samenwerken met de aarde, de bodem, de dieren, het landschap, radicale veranderingen nodig maakt.

    Landbouw en voeding staan niet voor marginale activiteiten, waar je je beter niet mee kunt bemoeien, maar voor levensvraagstukken. Korthals toont overtuigend aan dat samenwerken van mensen met natuur essentieel is. Soms schuurt het, soms moet je omwegen bewandelen, maar het loont altijd met levenskwaliteit.

     16,90
  • Vliegers op de vlucht

    De crash van de Amerikaanse bommenwerper Seattle Sleeper opzondagmorgen 26 november 1944 bij het Friese Haulerwijk staat diep in het lokale geheugen gegrift. Er zijn nog steeds ouderen die hierover kunnen vertellen. Latere generaties hebben zich via overlevering een beeld gevormd van de crash en de lotgevallen van de betrokken vliegers.
    In de loop van de tijd is dit beeld echtervervaagd. Voor Jan Slofstra en Jaap de Boer aanleiding om de geschiedenisvan de Seattle Sleeper opnieuw te bestuderen aan de hand van nieuwegegevens afkomstig uit archieven, publicaties en interviews. Dit leidde tot de gedetailleerde reconstructie van de gebeurtenissen die is weergegeven in dit boek.
    Wat het boek bijzonder maakt is de plaatsing van het onderwerp in de brede context van de luchtoorlog en de oorlogsgeschiedenis is van het Fries-Gronings-Drentse grensgebied.

    Bij het volgen van het spoor van de vliegers van de Seattle Sleeper raakten de auteurs onder de indruk van de moed die veel gewone mannen en vrouwen hebben getoond bij de hulp aan geallieerdevliegers. Aan hen en hun nagedachtenis dragen zij dit boek op.

     22,50
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00