Aantal boeken: 6

  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • De verstandige kock

    Alexandra van Dongen, Manon Henzen, Marleen Willebrands
     35,00

    De verstandige kock

    De verstandige kock, of sorghvuldige huyshoudster was een kleine honderd jaar lang dé culinaire bestseller van Nederlandse bodem. Het is het enige gedrukte Nederlandstalige kookboek uit de zeventiende eeuw in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Amsterdamse druk uit 1669 werd als sluitstuk opgenomen in het driedelige Het Vermakelijck landtleven, een handleiding voor buitenplaatsbezitters om zelfvoorzienend te zijn. Een kookboek om lekker te koken met wat de grond schaft.

    MARLEEN WILLEBRANDS, ALEXANDRA VAN DONGEN EN MANON HENZEN
    De verstandige kok Lekker koken met wat de grond schaft Marleen Willebrands, neerlandica en culinair-historisch deskundige, hertaalde 194 recepten in modern-Nederlands en geeft uitgebreide achtergrondinformatie bij dit bijzondere kookboek. Alexandra van Dongen, kunsthistorica en conservator van Museum Boijmans Van Beuningen, beschrijft het keuken- en tafelgerei dat voorkomt in De verstandige kok aan de hand van eigentijdse schilderijen en voorwerpen, en koppelt dit aan de recepten. Manon Henzen, culinair historica en eigenaar van historisch kookatelier eet!verleden, bewerkte twintig tongstrelende recepten voor de moderne keuken. Zo kan iedereen de smaak van de zeventiende eeuw ontdekken.

     35,00
  • Zuivelfabrieken in Friesland

    Marijn Molema, Peter Karstkarel
     39,90

    Zuivelfabrieken in Friesland

    In Friesland zijn sinds het einde van de negentiende eeuw meer dan 160 zuivelfabrieken gebouwd. Ruim een derde van de dorpen en steden had zo’n fabriek. Net als de kerk werd de zuivelfabriek een sociaal referentiepunt, een plek die de mensen in en rondom dorp of stad verenigde in een gemeenschappelijke activiteit, namelijk het maken van boter en kaas.

    Van al die oude zuivelfabrieken zijn nog slechts enkele in bedrijf, en meer dan honderd zijn er – soms gedeeltelijk – afgebroken. Zuivelfabrieken in Friesland geeft voor het eerst een compleet en rijk geïllustreerd overzicht van deze fabrieken en hun geschiedenis.

    In Zuivelfabrieken in Friesland plaatst historicus Marijn Molema de komst en ontwikkeling van de Friese zuivelfabrieken in een bredere, maatschappelijke context. Architectuurkenner Peter Karstkarel behandelt in het tweede deel de zuivelfabrieken alfabetisch per plaats. Hij gaat daarbij in op ontstaan, geschiedenis en architectonische kenmerken van zowel de fabriek als de directeurswoning.

    De basis voor dit standaardwerk is de collectie van Robert Visser, die al zo’n dertig jaar alles verzamelt wat ook maar enigszins te maken heeft met zuivelfabrieken en industriële processen die daarin plaatsvonden. Een unieke collectie die in dit boek is vastgelegd.

     39,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00
  • Het Jabikspaad

    Wandel- en fietsroute van Sint-Jacobiparochie (Frl.) naar Hasselt (Ov.)
    Stichting Jabikspaad Fryslân
     16,90

    Het Jabikspaad

    Stichting Jabikspaad Fryslân

    Het Jabikspaad
    wandel- en fietsroute van Sint-Jacobiparochie (Frl.) naar Hasselt (Ov.)

    7de geheel herziene druk

    Het Jabikspaad is veelzijdig: het is een aaneenschakeling van geschiedenissen van de mensen die Noord-Nederland gemaakt hebben tot wat het nu is. Het pad begint in Sint-Jacobiparochie dat zo’n 500 jaargeleden werd gesticht op een plaats waarvan Plinius naar huis schreef: “een erbarmelijk land, waar de bewoners wonen op terpen waar zij in hun hutten hun verstijfde ledematen verwarmen aan een vuur van gedroogd slik”. Het pad eindigt bij de deftige koopmanshuizen in het prachtige hanzestadje Hasselt.
    Het Jabikspaad loopt zowel door gebieden waar de veeteelt verheven is tot de hoogste productie ter wereld als door het veenplassengebied ten zuiden van de Linde, waar de oudste comfortabele dakbedekking nog steeds wordt geteeld en gekoesterd. Het Jabikspaad loopt ook nog eens door drie taalgebieden.
    Het Jabikspaad is geïnitieerd op de geschiedenis van de eerste boeteling die vanuit Friesland ter pelgrimage werd gestuurd. Het Jabikspaad is een op zichzelf staande route, maar kan voor u de eerste stap zijn op weg naar een hoger doel. Voor fietsers zijn het 130 km, voor de wandelaars zo’n 20 kilometers meer.
    De route is, ter ondersteuning van beschrijving en kaart, in het veld gemarkeerd.

     16,90
  • Mijn bijtring was een hazenbot

    Belevenissen van een polderjager
    Martin Tulp
     17,50

    Mijn bijtring was een hazenbot

    Jachtpassie is niet erfelijk, maar als zoon van ‘Meester’ Tulp, onderwijzer – en jager – in Hoogwoud, ging de schrijver (1950) al heel jong mee op jacht. Eerst als drijver, en vanaf zijn 16e met het geweer. Bijna vijftig jaar later is hij nog steeds te vinden in de West-Friese velden. In diverse jachttijdschriften publiceerde hij regelmatig verhalen en artikelen over de jacht.

    De illustraties zijn van Kees van Scherpenzeel (1955). Hij was tussen 1978 en 2012 werkzaam als professioneel illustrator. In de loop der jaren heeft hij honderden natuurboeken, kinderboeken, streekromans en tijdschriften van tekeningen voorzien. Ook illustreerde hij een aantal jachtboeken.

     17,50