Aantal boeken: 10

  • Fries vlas

    Gerrit Herrema, Henk Dijkstra
     34,90

    Fries vlas

    Friesland is rond 1880 de grootste producent van vlas in Nederland. De teelt gaat in die jaren niet zozeer om het gewas zelf, maar is voornamelijk bedoeld als werkverschaffing. Het eindproduct linnen wordt veelal thuis en in spinhuizen gesponnen en door regionale wevers verwerkt. Voor veel burgerlijke- en kerkelijke gemeenten in de provincie is het dé manier om arbeiders en hun gezinnen de winter door te helpen. De arbeidsomstandigheden in de zogenoemde braakhokken zijn echter vaak ten hemel schreiend.
    Vanaf het begin van de twintigste eeuw verschijnen er in Friesland zo’n twintig fabrieken waarin vlas gemechaniseerd wordt verwerkt. Een van de vele vlasproducten – het lijnzaad – gaat dan een grote rol spelen bij de opkomst van de veevoerindustrie en de intensivering van de landbouw.

    In deze rijk geïllustreerde uitgave beschrijven Henk Dijkstra en Gerrit Herrema de Friese vlasgeschiedenis. Hoe en waar werd in Friesland vlas verbouwd, hoe werd het verwerkt, welke producten leverde het op en hoe was de afzet geregeld. Dit boek bevat een overzicht van veel gebruikte vlasserstermen in zowel het Fries als in het Nederlands. De auteurs sluiten af met de recente ontwikkelingen binnen de vlasteelt en de toekomstmogelijkheden voor Fries vlas.

     34,90
  • Prinsentuin Leeuwarden

    Van stadhouderlijke lusthof naar stadswandelpark
    Els van der Laan – Meijer, Willemieke Ottens
     17,90

    Prinsentuin Leeuwarden

    In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
    Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
    Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.

     17,90
  • 200 jaar Friese landbouwmechanisatie

    In de afgelopen twee eeuwen veranderde de wijze waarop in Friesland landbouw bedreven werd ingrijpend. Rond 1800 werkte de boer nog voornamelijk met de hand, geholpen door zijn paard. Een eeuw later nam de trekker de rol van het paard over en volgde op mechanisatiegebied de ene revolutionaire ontwikkeling na de andere. In Friesland begonnen in de jaren net voor en na de Tweede Wereldoorlog innovatieve dorpssmeden en uitvinders met de import, verkoop en bouw van landbouwwerktuigen. Een aantal van hen groeide uit tot succesvolle fabrikanten en handelaren en werden internationale spelers met een iconische status. Voorbeelden zijn de rood-gele landbouwwagens van Miedema, de blauwe hooischudder van Eureka, de maaibalk van Schukken en de gierpomp van Hermes. Friesland leverde ook wereldprimeurs, zoals de melkrobot uit Oentsjerk en de snarenbedpootmachine en looftrekker van uitvinder Abe Gerlsma.

    In dit rijk geïllustreerde standaardwerk beschrijft Henk Dijkstra de historie van de landbouwmechanisatie in Friesland, met uitstapjes naar nationale en internationale ontwikkelingen. Aan het eind van het boek wordt uitgebreid de geschiedenis van de 15 belangrijkste Friese fabrikanten van landbouwmachines beschreven.

    Henk Dijkstra (Gytsjerk, 1959) is directeur van het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden.

     49,90
  • Sinagote

    Het levensverhaal van een lepelaar
    Carl Zuhorn, Petra de Goeij, Theunis Piersma, Willem Bouten
     24,90

    Sinagote

    In dit boek vertellen we het levensverhaal van een lepelaar die we Sinagote hebben genoemd. Het gaat om een vrouwtje van Vlieland met in haar naam het woordje ‘Sina’, de Bretonse naam van het dorp waar ze ieder najaar heen trekt. Dit verhaal gaat over meer lepelaars dan alleen Sinagote. Het gaat zelfs over veel meer dan lepelaars. We vertellen over de connecties tussen lepelaars onderling, maar ook over de connecties tussen gebieden in Europa en Afrika en tussen mensen die in de gebieden wonen en werken. In een combinatie van love story en succesverhaal, vertelt Sinagote, het levensverhaal van een lepelaar over het belang om bij de bescherming van onze trekvogels verder te kijken, te denken en te doen dan onze landsgrenzen.

     24,90
  • Nijhuizum

    Frieslands kleine kerk
    Albert Reinstra, Hidde Feenstra
     17,50

    Nijhuizum

    Net ten oosten van Workum ligt verscholen in het landschap de ‘boerebuorren Nijhúzum’. In dit eeuwenoude dorpje dat omringd is door water en landerijen staat Frieslands kleinste kerk. In het Godshuis uit 1721, omringd door het oude kerkhof, lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Het eenvoudige en intieme interieur zonder elektriciteit, verwarming of stromend water is bijzonder sfeervol en puur. Toch blijkt uit bouwhistorisch onderzoek in deze publicatie dat ook dit kerkinterieur geheimen kent, en meer ontwikkelingen heeft doorgemaakt dan bij de eerste aanblik gedacht.

    Onder de voorwaarde dat het een plaats van bezinning zou blijven werd het gebouw bij het opheffen van de kerkgemeente halverwege de jaren zeventig van de twintigste eeuw overgedragen aan Stichting de Nijhúzumer Tsjerke. Hoe er na ruim 700 jaar een einde kwam aan het kerkelijk leven van een kleine dorpsgemeenschap, en welke pastoors en predikanten, kosters en klokkenluiders, voorzangers, boeren en arbeiders er in de loop der tijd hun steentje bijdroegen en hun geloof beleden, wordt beschreven in dit boek.

    Dr. Hidde Feenstra is freelance historicus met specialisatie (cultuur-)geschiedenis van Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland.

    Drs. Albert Reinstra, afkomstig uit Oudega (SWF), is als bouwhistoricus en specialist kerkelijke bouwkunst werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort.

     17,50
  • Zwaluwen van Gaast

    Theunis Piersma
     16,90

    Zwaluwen van Gaast

    Tweede, geheel herziene, druk, oktober 2017

    Theunis Piersma is hoogleraar trekvogelecologie in Groningen en waddenonderzoeker bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel. Hij is een internationale autoriteit op het gebied van (trek)vogels. In zijn vrije tijd doet hij in zijn woonplaats, het Friese Gaast, onderzoek naar huiszwaluwen. Een dorpsgenoot vroeg hem eens: ‘Waar blijven onze zwaluwen in de winter, Theunis?’ Die vraag was aanleiding voor een zoektocht: hoe overleven huiszwaluwen en waar overwinteren ze?
    Piersma is een geboren verteller en verstaat de kunst om ingewikkelde, wetenschappelijke materie op een begrijpelijke en onderhoudende manier over te dragen. Een literair verslag van een persoonlijke zoektocht, een ode aan de huiszwaluw.

     16,90
  • Reisvogels

    Ode aan de vogels die plaatsen en mensen wereldwijd verbinden
    Theunis Piersma
     39,90

    Reisvogels

    Reisvogels onderscheidt zich van alle andere vogelboeken door de combinatie van tekst van de trekvogelecoloog en waddenonderzoeker prof. dr. Theunis Piersma en de sublieme foto’s van de bekende vogelfotograaf Jan van de Kam. Door de wetenschappelijke blik van de fotograaf zijn de foto’s meer dan mooie natuurfoto’s. Van de Kam en Piersma trokken tientallen jaren samen op, van het Nederlandse wad naar het wad in Mauritanië waar veel van ‘onze’ vogels in de winterperiode verblijven.

    Wadvogels tekenen onzichtbare lijnen in de lucht en tijdens die vluchten spreiden ze een ongelooflijke hoeveelheid inzicht en navigatiekunst tentoon. Ze leggen duizenden kilometers af om van voedselgebied naar broedgebied te komen. Een lichamelijke prestatie die veel van de dieren vergt en vergeleken kan worden met het lopen van een zware marathon.

     39,90
  • Knooppunt Waddenzee

    Laura Govers, Rob Buiter, Theunis Piersma
     17,90

    Knooppunt Waddenzee

    Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!

    In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.

    Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?

     17,90
  • Sweltsjes fan Gaast

    Theunis Piersma
     15,00

    Sweltsjes fan Gaast

    Theunis Piersma is heechlearaar Trekfûgelekology yn Grins en is in ynternasjonale autoriteit op dat gebied. Op syn fakgebied hat Piersma in ôfgryslik soad skreaun. Yn syn frije tiid docht er yn syn wenplak Gaast ûndersyk nei sweltsjes. Syn buorfrou frege him ‘Wêr bliuwe ús sweltsjes winterdeis, Theunis’. Dy fraach wie oanlieding foar in syktocht nei sweltsjes, nei hoe’t se libje en wêr’t se bliuwe.. Piersma ferstiet de keunst om syn wittenskiplik ynsjoch oer de bringen oan in breed publyk sûnder de kwaliteit te koart te dwaan. Dit is syn earste boek yn syn memmetaal. In oade oan sweltsjes en oan Fryslân.

     15,00