Aantal boeken: 4

  • Der dy namma fan heten is

    It komôf fan plaknammen
    Pieter Duijff
     22,50

    Der dy namma fan heten is

    Yn Fryslân tilt it op fan doarpen, en der binne ek noch alve stêden. Efter de namme fan elk fan dy delsettingen sit in ferhaal. Wêrom hawwe de minsken harren wenplak neamd sa’t it hyt? Hoe kamen de minsken op de plaknamme ‘Wyldinghen’ en wat is de doarpsnamme no? In hiel soad plaknammen binne foar it earst oerlevere yn it twadde part fan de midsiuwen, mar der is net by skreaun wat de eftergrûn fan dy nammen is. Mei kennis fan it Frysk en oare talen kin fan gâns fan dy nammen dochs hiel wat fan it komôf sein wurde. Yn dit boek wurde yn goed fjouwerhûndert koarte haadstikjes de nammen fan alle offisjele Fryske delsettingen beskreaun.

    Pieter Duijff is al mear as trije desennia oan de Fryske Akademy ferbûn. Hy hat dêr al dy tiid warber west op it mêd fan Fryske wurdboeken en wurdlisten. Boppedat hat er bygelyks skreaun oer taalfariaasje yn Fryslân, yn it bysûnder oer it Stedfrysk.

     22,50
  • Kunst in Games

    Arranged Realism
    Merijn de Boer
     19,95

    Kunst in Games

    In de bijna onbeperkte mogelijkheden om ‘uit te beelden’, historische werkelijkheden digitaal te verwezenlijken en fantasie om te zetten in werelden die zich hyperrealistisch voordoen, loopt de game voorop. Beter dan welke andere discipline ook is zij in staat mensen te betrekken en werelden te laten ervaren waarin werkelijkheid en fantasie, waarheid en fictie in elkaar vervloeien.

    Games komen tot stand dankzij de bijdragen van honderden specialisten uit verschillende vakgebieden. Tezamen hebben zij de laatste decennia de game in technologisch maar ook beelden opzicht naar een uitzonderlijk hoog niveau weten te tillen.

    Het boek ‘Kunst in Games’ blikt terug op vijftig jaar innovatie, maar schenkt vooral aandacht aan laatste ontwikkelingen en aan het werk van een toonaangevende kunstenaars binnen de game industrie.

     19,95
  • Prinsentuin Leeuwarden

    Van stadhouderlijke lusthof naar stadswandelpark
    Els van der Laan – Meijer, Willemieke Ottens
     17,90

    Prinsentuin Leeuwarden

    In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
    Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
    Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.

     17,90
  • Op reis met de NTM

    De Nederlandsche Tramweg Maatschappij 1880-1971
    Melle C. Van Der Goot
     17,50

    Op reis met de NTM

    In 1880 werd de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) opgericht. Doel van het bedrijf was in Nederland trambanen aan te leggen en te exploiteren, te beginnen met paardentrams, al snel gevolgd door de stoomtram.
    Busliefhebber Melle van der Goot schetst in dit boek de geschiedenis van de NTM; de uitbreiding van het bedrijf in Noord-Nederland tot 1920 en de concurrentie van en overstap naar autobussen in de jaren dertig. Vervolgens beschrijft de auteur de woelige oorlogsjaren en de bloei van het bedrijf in het eerste decennium na de bevrijding, totdat de NTM in 1971 opging in de FRAM. Op reis met de NTM is rijk geïllustreerd met uniek beeldmateriaal uit privéverzamelingen en bedrijfsarchieven.

     17,50