Aantal boeken: 5

  • Het mooie vogelwoorden boek

    Toine Andernach zet bijzonder vogeljargon in de schijnwerpers, vergeten vogelwoorden maar ook nieuwe woorden. In het voetspoor van taalkunstenaars als Ivo de Wijs, Drs. P en Hans Dorrestijn, die zijn inspiratiebron vormen, deelt hij hun liefde voor de natuur en speelt virtuoos met taal.
    Wat is een hemelgeit? Wat doet een zeetrekteller? En van wie profiteert een pelagische kleptoparasiet? In luchtige, soms hilarische, maar altijd informatieve teksten over mooie vogelwoorden deelt Toine Andernach zijn fascinatie voor de manier waarop vogelaars vogels en de vogelwereld aanduiden in onze taal. Daarin verweeft hij zijn persoonlijke vogelervaringen in het veld.
    Het mooie vogelwoorden boek is het perfecte cadeauboek voor vogelaars en taalliefhebbers. Voor beginnende vogelaars is het een gids in het woud van het vogelvocabulaire. Voor ervaren vogelaars is het een feest van herkenning. En voor taalliefhebbers gewoon smullen.

    Toine Andernach heeft een fascinatie voor taal en is gepassioneerd vogelaar. Eerder verscheen van zijn hand het succesvolle Baardman & Boterkontje, de vogel en zijn naam. Met tekeningen van Jos Zwarts.

     19,90
  • Handboek patisserie

    Alle regels van de kunst in de praktijk
    Ferrandi
     75,00
  • Baardman en boterkontje

    De vogel en zijn naam
    Toine Andernach
     22,50

    Baardman en boterkontje

    Heet de fuut fuut omdat ie ‘fuut’ roept? Houdt de ijsvogel van ijs en kan de putter putten?
    Dit soort vragen houdt vogelliefhebbers en taalliefhebbers bezig. In dit boek verklaart Toine Andernach in informatieve en soms hilarische verhalen de herkomst van raadselachtige vogelnamen voor voor vogel- en taalliefhebbers en verweeft die met zijn persoonlijke ervaringen. De verhalen zijn voorzien van prachtige 18de en 19de-eeuwse prenten en bijzondere foto’s.

    Toine Andernach is een enthousiaste vogelaar met passie voor taal. Of moeten we zeggen een taalkundige met passie voor vogels?

     22,50
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Op ús eigen wize

    Sân ferhalen út it boek Hannelingen oer taal en kultuer
    Hinne Wagenaar
     22,50

    Op ús eigen wize

    Minderheidstalen en -kultueren moatte it faak ôflizze tsjin de oerhearsking fan dominante kultueren. By de fersprieding fan it kristendom wie meast gjin omtinken foar lytse talen, kultueren en folken, foaral net yn de perioade fan it Westerske kolonialisme. Yn de lêste 50 jier hawwe Afrikaanske kristenen heftich protestearre tsjin de antropologyske earmoed dy’t dat harren oplevere hat.
    Sy ûntdutsen yn it bibelboek Hannelingen fan de Apostels in folslein oare missionêre hâlding. Troch de analyze fan sân ferhalen besiket Hinne Wagenaar dy missionêre hâlding fierder op it spoar te kommen. Sa komt hy ta in teologyske basis foar tsjerke en spiritualiteit op in eigen wize. Net allinne foar Afrikaanske teology, mar likegoed om de kontoeren te jaan fan in Fryske teology.

    ds. Hinne Wagenaar (Nijemardum, 1962) hat studearre yn Grins en New York. Hy wie dûmny foar bûtenlânske studinten yn Nederlân (1990-1997), dosint systematyske teology yn Kumba, Kamerûn (1998-2002), dosint missiology yn Grins (2002-2005) en dûmny fan de Protestantske Gemeente te Wurdum en omkriten (2002-2012). Sûnt 2012 is hy as pionier-predikant ferbûn oan it pioniersplak Nijkleaster en de gemeente Westerwert te Jorwert.

     22,50