Aantal boeken: 5

  • Georg Wilhelm Steller

    Tussen Kamtsjatka en Alaska
    Mark Nieuwenhuis
     24,90

    Georg Wilhelm Steller

    Veel vogelaars kennen Steller van de vogelsoorten die naar hem genoemd zijn, waaronder Stellers eider en Stellers zeearend.
    Maar wie was hij? Georg Wilhelm Steller was een Duitse geleerde in Russische dienst die in 1741 als eerste bioloog landde in Alaska, dat toen nog Russisch was. Op de thuisreis sloeg het noodlot toe. Verzwakt door scheurbuik leed de expeditie schipbreuk op een onbewoond eiland. Tijdens dit onvrijwillige verblijf beschreef Steller onder andere de reusachtige zeekoeien, waarmee hij wereldfaam verwierf. Helaas werden deze spoedig uitgeroeid. Uiteindelijk wisten de overlevende zeelieden Kamtsjatka te bereiken. Voor hij terug kon keren naar Sint-Petersburg stierf Steller, belasterd door tegenstanders en gemangeld door de Russische bureaucratie, in de eindeloze verten van Siberië. Geleerden als Pallas en Linnaeus maakten zijn ontdekkingen wereldkundig en streken de eer op voor zijn pionierswerk.
    Deze uitgave bevat Stellers dagboek van de ontdekkingsreis naar Alaska, fragmenten uit zijn werk over zeezoogdieren, en passages uit zijn Beschrijving van Kamtsjatka.

    Mark Nieuwenhuis (1968) is docent Latijn en vertaler van Latijnse literatuur. Vogels kijken doet hij al zijn hele leven. Nu zijn boek over Steller is voltooid, gaat hij Stellers eider eindelijk eens opzoeken in zijn overwinteringsgebied.

     24,90
  • Meeuwen

    Handboek voor Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten
    Frederic Jiguet, Mars Muusse, Peter Adriaens, Philippe J. Dubois
     34,90

    Meeuwen

    Meeuwen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten is een veelomvattende en moderne determinatiegids voor alle 44 soorten en ondersoorten meeuwen uit het West-Palearctische gebied. Het is de eerste meeuwengids die het herkennen van soms sterk gelijkende soorten en ondersoorten mogelijk maakt door deze op dezelfde pagina naast elkaar te vergelijken. Alle belangrijke kenmerken worden aangeduid op meer dan 1200, zorgvuldig gekozen foto’s, waardoor ook het op leeftijd brengen nu mogelijk is.
    Om de soortbesprekingen tot de essentie te beperken, worden leeftijdsbepaling en rui vooraf uitgebreid behandeld, in de inleidende hoofdstukken. Ook topografie, de onderdelen van de vogel, wordt daarin helder uitgelegd en geïllustreerd. De soortbesprekingen bevatten verder actuele informatie over voorkomen en verspreiding.
    De auteurs zijn vooraanstaande ornithologen. Zij zijn werkzaam bij onderzoeksbureaus, natuurhistorische musea en publiceerden tientallen artikels over het herkennen van meeuwen.

     34,90
  • 12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen
    Guido Tack, Martin Hermy, Paul van den Bremt, Pieter Blondé
     99,95

    12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen 12.000 jaar Bos t’Ename Bos t’Ename kan op vele vlakken model staan voor alle andere bossen in de Lage Landen, maar onderscheidt zich sterk door de veelheid van kennis die erover is vergaard. Duizenden jaren geschiedenis liggen hier op de bodem en werden bovengespit. Bijna veertig jaar intensief onderzoek bracht het erfgoed inclusief de biodiversiteit uit het verleden in kaart, maar daarnaast spitste het onderzoek zich ook toe op de inventarisatie van de actuele biodiversiteit. Vele tientallen specialisten uit binnen- en buitenland en vrijwilligers hebben zich daarbij ingezet om de 15 à 19.000 soorten in kaart te brengen. De mens was verantwoordelijk voor het verdwijnen van een aantal soorten, maar tegelijk toont onderzoek aan dat menselijke beïnvloeding een rijke biodiversiteit niet uitsluit. Een rijke natuur en dito cultuur kunnen perfect hand in hand gaan. Als dat geen hoopvolle boodschap is.

    Guido Tack (1958) werkt bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid op het snijvlak met natuur en bos, landbouw en ruimtelijke ordening en is conservator van het Bos t’Ename. Pieter Blondé (1980) is procesbegeleider bij Natuurpunt en is conservator van het Bos t’Ename. Paul Van den Bremt (1952) werkte als erfgoedconsulent en erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Martin Hermy (1956) is emeritus professor van de KU Leuven, waar hij 25 jaar onder andere de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie aan de bio-ingenieurs gaf. Nele Vanmaele (1978) werkt als erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed.

     99,95
  • Wat soesto!

    Freark Smink
     15,00

    Wat soesto!

    Freark Smink set mei Wat soesto! de kroan op synymposante toanielkarriêre. Yn dit boek fine jo de Fryske teatertekst en de oersetting yn it Nederlânsk. Boppedat skreau Geert Mak in wiidweidich essay oer Smink en kuieret hy oan de hân fan dit ferhaal troch de ûntwikkelingen yn de lânbou en yn Fryslân. Bouke Oldenhof skriuwt oer toanielskriuwen en it ûntstean fan dit stik. It boek jout derneist in oersicht fan it toanielwurk fan Freark Smink, yllustrearre mei prachtige foto’s út de âlde doaze.

     15,00
  • Appelscha

    Door de eeuwen heen
    Rinze Lenstra
     25,00

    Appelscha

    Appelscha door de eeuwen heen

    Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
    Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
    Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.

    Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).

     25,00