Aantal boeken: 3

  • Geschonden wereld

    Een beschouwing over de kansen op herstel van onze beschaving
    Johan Huizinga
     22,50

    Geschonden wereld

    Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft historicus Johan Huizinga zijn laatste werk, een boek met een veelzeggende titel: De geschonden wereld. Door de opkomst van de massacultuur, het fascisme, en zeker het nazisme, ligt de beschaving onder vuur. De beschaving is niet alleen in de praktijk teloorgegaan, ook als idee ligt ze onder vuur. Huizinga vraagt zich af of het tij te keren is. Herstel van de beschaving is mogelijk, stelt hij, als we afstand nemen van massacultuur en materialisme. Zo scheppen we ruimte voor het individu en de geest.

    Helaas weer actueel

    Johan Huizinga (1872-1945) was Nederlands invloedrijkste historicus van de twintigste eeuw. Hij publiceerde onder meer het wereldberoemde Herfsttij der Middeleeuwen en het filosofisch getinte Homo Ludens.

     22,50
  • Hendrik Werkman

    Van voerman tot baalschem
    Doeke Sijens, Han Steenbruggen, Peter Jordens, Pieter de Hart
     15,00

    Hendrik Werkman

    Museum Belvédère stelt een coherente reeks kunstwerken van Hendrik Werkman (1882-1945) centraal, één van de belangrijkste modernisten uit Noord-Nederland. Een belangrijk onderdeel van de presentatie zijn de vroege druksels Schoorstenen, Compositie met letter a, Compositie met gewichten en Compositie, een volledige reeks uitgaven The Next Call en één van Werkmans belangrijkste schilderijen Voerman uit 1923.

    Met de tentoonstelling en de uitgave Hendrik Werkman – van Voerman tot Baalschem wil Museum Belvédère de aandacht vestigen op een bijzondere Werkman-collectie, maar ook op de betekenis die gepassioneerd particulier collectioneren kan hebben voor musea. Tevens vormt ze een eerbetoon aan de kunstenaar die zijn persoonlijke vrijheid vond in zijn werk en uiteindelijk vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog bij Bakkeveen werd gefusilleerd.

     15,00
  • Hannekemaaiers en Kiepkerels

    Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
    In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders.

     16,90