Alles over schadelijke en nuttige insecten
€ 19,95De hosta’s staan heerlijk te pronken met hun diepgenerfde, blauwachtige bladeren, tot je wat dichterbij komt en ziet dat hun bladeren vol gaatjes zitten. En verder staan de rozen mooi in knop, alleen bemerk je een dichte massa bladluizen die over elkaar heen lopen en zich tegoed doen aan blad en bloem … Insecten en andere kriebeldieren kunnen heel nuttig zijn in je tuin: ze bestuiven bloemen of bestrijden parasieten. Ze horen zeker thuis in een biodiverse tuin, maar je wilt ook het evenwicht tussen schadelijke en nuttige insecten bewaren en de juiste maatregelen nemen om je plantgoed te beschermen. De Tuindokter ® geeft in dit boek de allerbeste tips. Hij leert je de schadelijke soorten insecten en hun verschillende stadia kennen, legt uit welke ecologische bestrijdingsmiddelen je in de strijd kan gooien en hoe je je planten meer robuust maakt tegen ongedierte.
Stefaan Bingé, oftewel De Tuindokter ®, heeft een jarenlange expertise in tuinontwerpen. Als geen ander weet hij zijn praktische tips en kennis over te dragen.
Lichteiland
€ 24,90‘Op Skellig Michael verschijnen en verdwijnen duizenden vogels, die torens bouwen en samenkomen in vleugels van beweging die ontstaan en zich ontrafelen boven de lege zee. Vaak sta ik daar helemaal alleen op het eiland, omringd door een lege lucht en lege rotswanden. De geest dwaalt af: verbanden met het verleden worden gemakkelijk gelegd; oude zienswijzen herleven.’
Robert L. Harris werd in 1987 aangesteld als gids op Skellig Michael, County Kerry, waar hij meer dan dertig jaar het team van gidsen leidde en het eiland observeerde. Hij heeft het grootste deel van zijn leven aan zee of op eilanden gewoond en heeft een grote belangstelling voor het kloosterleven en de natuur. Hij verblijft van mei tot en met oktober op Skellig Michael, als het eiland toegankelijk is, en tijdens de wintermaanden woont hij met zijn vrouw Maigread in County Leitrim.Houtstromen
€ 49,90In Houtstromen ontrafelt Paul Borghaerts de herkomst van hout waarmee boerderijen gebouwd werden in Noord-Nederland in de periode van 1550 tot 1950. Hij stelt vast dat de herkomst van het hout in de loop van de jaren verschoof. Zo werd er aanvankelijk hout uit West-Duitsland en Zuid-Noorwegen geïmporteerd, maar later uit de Baltische staten en zelfs Wit-Rusland.
Om tot dit inzicht te komen heeft de auteur verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd. Zo bestudeerde hij duizenden archiefstukken, heeft hij van meer dan 200 boerderijen de draagconstructie ingemeten, en heeft hij dendrochronologische dateringen gedaan. Dit laatste maakte het mogelijk om elke onderzochte boerderij tot op het jaar nauwkeurig te dateren. Daarmee heeft hij de ontwikkeling van de greidschuur of greidboerderij, die in het brandpunt van de economische ontwikkeling van het rurale gebied in Nederland stonden, tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft inzicht in de internationale netwerken van de (hout)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar oude gebouwen in Nederland en naar schepen van bijvoorbeeld de VOC.