Aantal boeken: 5

  • Wild en zoet

    101 seizoensdesserten met zelfgeplukte ingrediënten
    Rachel Lambert
     24,90
  • Schemerjacht

    Hans Mulder
     22,50
  • 12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen
    Guido Tack, Martin Hermy, Paul van den Bremt, Pieter Blondé
     99,95

    12.000 jaar Bos t’Ename

    Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen 12.000 jaar Bos t’Ename Bos t’Ename kan op vele vlakken model staan voor alle andere bossen in de Lage Landen, maar onderscheidt zich sterk door de veelheid van kennis die erover is vergaard. Duizenden jaren geschiedenis liggen hier op de bodem en werden bovengespit. Bijna veertig jaar intensief onderzoek bracht het erfgoed inclusief de biodiversiteit uit het verleden in kaart, maar daarnaast spitste het onderzoek zich ook toe op de inventarisatie van de actuele biodiversiteit. Vele tientallen specialisten uit binnen- en buitenland en vrijwilligers hebben zich daarbij ingezet om de 15 à 19.000 soorten in kaart te brengen. De mens was verantwoordelijk voor het verdwijnen van een aantal soorten, maar tegelijk toont onderzoek aan dat menselijke beïnvloeding een rijke biodiversiteit niet uitsluit. Een rijke natuur en dito cultuur kunnen perfect hand in hand gaan. Als dat geen hoopvolle boodschap is.

    Guido Tack (1958) werkt bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid op het snijvlak met natuur en bos, landbouw en ruimtelijke ordening en is conservator van het Bos t’Ename. Pieter Blondé (1980) is procesbegeleider bij Natuurpunt en is conservator van het Bos t’Ename. Paul Van den Bremt (1952) werkte als erfgoedconsulent en erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Martin Hermy (1956) is emeritus professor van de KU Leuven, waar hij 25 jaar onder andere de vakken groenbeheer, natuurbeheer en ecologie aan de bio-ingenieurs gaf. Nele Vanmaele (1978) werkt als erfgoedonderzoeker bij het agentschap Onroerend Erfgoed.

     99,95
  • Nevelbok en andere jachtvertellingen

    Bij Uitgeverij Noordboek is onlangs de tweede druk verschenen van Nevelbok en andere jachtvertellingen van Hans Mulder, de meest gewilde jachtauteur van dit moment. Niet alleen in Nederland maar ook onder de lezers van het toonaangevende Duitse jachttijdschrift Wild und Hund genieten zijn verhalen grote populariteit . Net als de andere grootmeester van het jachtverhaal, Wil Huygen, weet Mulder in enkele zinnen een voor jagers herkenbare situatie en sfeer op te roepen.
    Nevelbok is een bundeling verhalen over Mulders alter ego Terwildt en zijn onafscheidelijke draadhaar Claude, los gebaseerd op de eigen ervaringen van de auteur. Het bevat daarmee een mix van meeslepende, onderhoudende, ontroerende, maar ook vaak humorvolle verhalen over de jacht op klein- en grofwild, in binnen- en buitenland. Jachtvertellingen die getuigen van kennis en ervaring, van verantwoordelijkheid, maar vooral van bescheidenheid en respect voor dier en natuur. Nevelbok gaat over leed en plezier, over verdriet en vreugde, het hele spectrum van die diepmenselijke activiteit: de jacht.
    Hans Mulder (Arnhem, 1947) is vanaf jonge leeftijd hartstochtelijk jager. Het bracht hem naast Nederland vaak naar zijn favoriete land Schotland, maar ook Duitsland, Rusland en Namibië.
    Voor wie de jachtavonturen van Terwildt in dit magazine verslonden heeft en de eerste druk gemist heeft, is deze fraai geïllustreerde paperbackuitgave – naast schrijver is Hans Mulder een begenadigd Wildlife-illustrator- natuurlijk een must.

     19,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00