Aantal boeken: 5

  • Filosofen te koop

    Lucianus, de befaamde Griekse satiricus uit de 2e eeuw, voert Zeus en Hermes op als slavenhandelaren. Vandaag hebben ze bekende filosofen in de aanbieding. Wie koopt Diogenes? Hij helpt je om te ontspullen, maar erg beleefd is hij niet. En wie neemt Socrates? Hij houdt meer van de ziel dan van het lichaam, dus zal hij je zoon heus met rust laten. Dan hebben we nog Pythagoras, die goddelijke filosoof die weigert om bonen te eten. En Chrysippus, een aanrader als je in logica verstrikt wilt raken. Of bied op Pyrrias, de filosoof die beweert dat niets werkelijk bestaat, waardoor hijzelf helaas ook tot niets in staat is. Speciale aanbieding: bij Heraclitus, de somberaar, krijgt je de altijd lachende Democritus cadeau. Een heerlijke satire waarin we de Griekse filosofen leren kennen.

     17,90
  • Geschonden wereld

    Een beschouwing over de kansen op herstel van onze beschaving
    Johan Huizinga
     22,50

    Geschonden wereld

    Midden in de Tweede Wereldoorlog schrijft historicus Johan Huizinga zijn laatste werk, een boek met een veelzeggende titel: De geschonden wereld. Door de opkomst van de massacultuur, het fascisme, en zeker het nazisme, ligt de beschaving onder vuur. De beschaving is niet alleen in de praktijk teloorgegaan, ook als idee ligt ze onder vuur. Huizinga vraagt zich af of het tij te keren is. Herstel van de beschaving is mogelijk, stelt hij, als we afstand nemen van massacultuur en materialisme. Zo scheppen we ruimte voor het individu en de geest.

    Helaas weer actueel

    Johan Huizinga (1872-1945) was Nederlands invloedrijkste historicus van de twintigste eeuw. Hij publiceerde onder meer het wereldberoemde Herfsttij der Middeleeuwen en het filosofisch getinte Homo Ludens.

     22,50
  • Waarom we van honden houden, varkens eten en koe dragen

    Een introductie in carnisme
    Melanie Joy
     22,50

    Waarom we van honden houden, varkens eten en koe dragen

    Een introductie in carnisme, met een voorwoord door Yuval Noah Harari

    Het meest gangbare dieet in onze cultuur had tot nu toe geen naam. Dit boek brengt daar verandering in. Het heet ‘carnisme’. Het is de culturele gewoonte om vlees te eten; een gewoonte die velen van ons is aangeleerd en die ideologische trekjes vertoont. In dit spraakmakende en bekroonde boek bespreekt bestsellerauteur Melanie Joy de carnistische ideologie waarmee we geweld tegen dieren goedpraten. Als ideologie blijkt het carnisme zo sterk dat we zelfs de impact van de vee-industrie op het milieu wegwuiven.

    Een uitdagend boek dat je ideeën over vlees en zuivel voor altijd zal veranderen.

    ——————

    ‘Dit boek helpt ons uit ‘de box van het ‘carnisme’ te stappen, zodat we in staat zijn kritisch naar het systeem te kijken en te zien hoe we zelf onderdeel van de oplossing kunnen zijn en kunnen bijdragen aan een duurzamere wereld met meer compassie.’ – Yuval Noah Harari in de inleiding

    ——————

    ‘Er zit genoeg informatie in dit boek, en inzicht en argumentatie. Maar de ware prestatie van Waarom we van honden houden, varkens eten en koe dragen is dat het ons herinnert aan wat we al weten. Met welsprekendheid doet Melanie Joy een beroep op de waarden die we allemaal al hebben en altijd al gehad hebben. Ze herinnert ons aan wie we zijn.’
    – Jonathan Safran Foer

     22,50
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00