Aantal boeken: 4

  • Het mooie vogelwoorden boek

    Toine Andernach zet bijzonder vogeljargon in de schijnwerpers, vergeten vogelwoorden maar ook nieuwe woorden. In het voetspoor van taalkunstenaars als Ivo de Wijs, Drs. P en Hans Dorrestijn, die zijn inspiratiebron vormen, deelt hij hun liefde voor de natuur en speelt virtuoos met taal.
    Wat is een hemelgeit? Wat doet een zeetrekteller? En van wie profiteert een pelagische kleptoparasiet? In luchtige, soms hilarische, maar altijd informatieve teksten over mooie vogelwoorden deelt Toine Andernach zijn fascinatie voor de manier waarop vogelaars vogels en de vogelwereld aanduiden in onze taal. Daarin verweeft hij zijn persoonlijke vogelervaringen in het veld.
    Het mooie vogelwoorden boek is het perfecte cadeauboek voor vogelaars en taalliefhebbers. Voor beginnende vogelaars is het een gids in het woud van het vogelvocabulaire. Voor ervaren vogelaars is het een feest van herkenning. En voor taalliefhebbers gewoon smullen.

    Toine Andernach heeft een fascinatie voor taal en is gepassioneerd vogelaar. Eerder verscheen van zijn hand het succesvolle Baardman & Boterkontje, de vogel en zijn naam. Met tekeningen van Jos Zwarts.

     19,90
  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Vogels van Europa

    De meest complete fotogids
    Andy Swash, Hugh Harrop, Rob Hume, Robert Still
     39,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00