Aantal boeken: 4

  • Fokje Pasma (1865-1956)

    Boerin, vroedvrouw, muze van Pieter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     24,90

    Fokje Pasma (1865-1956)

    De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.

    Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.

     24,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50
  • Fersen foar Fokje

    Syklus fan Piter Jelles Troelstra
    Bertus Mulder
     12,50

    Fersen foar Fokje

    Yn de simmer fan 1881 krige de jonge Piter Jelles Troelstra ferkearing mei de boeredochter Fokje Frânses Pasma fan Westermar. Doe’t hy studint waard yn Grins, moast dit oer wêze neffens de famylje Troelstra.

    Yn njoggentjin fersen fan Piter Jelles fynt men dêrfan de delslach. De fersen foar Fokje beskriuwe syn jongfeinte lok en lijen. ‘De leafde foel as simmerrein m’yn ’t hert,’ skriuwt er. De opgong, de twifel, de hope op better as de ferkearing in jier tusken heakjes set wurdt, de ferstille wanhoop en mankelikens komme allegear werom yn dizze syklus.

    Bertus Mulder ( It Hearrenfean, 1949) studearre arbeidssosjology, wie dosint sosjale skiednis en promovearre yn 1991 oan de Ryksuniversiteit Grins. Hy is auteur fan de boeken De jonge Piter Jelles, Jaap Nieuwenhuize Onstuimig en onvervaard en de Nazi’s te slim af zijn.

     12,50
  • Opstand in de turf

    Het harde leven in een turfmakersgebied
    Kerst Huisman
     19,90

    Opstand in de turf

    Opstand in de turf is het verhaal van de turfgravers van westelijk Opsterland en het noordoostelijke gedeelte van de gemeente Heerenveen. Historicus en oud-journalist Kerst Huisman is geboren en getogen in het gebied dat hij beschrijft. Hij heeft de tijd waarin het boek speelt (van 1750 tot 1940) niet zelf meegemaakt, maar heeft er uit overlevering veel over gehoord. Bovendien heeft hij tientallen mensen die het wel hebben meegemaakt, uitgebreid geïnterviewd. Daarbij heeft hij ook nog veel archiefonderzoek gedaan.

    Hebben mensen nog wel een idee hoe het is geweest? Hele dorpen in de winter op de vlucht voor het ijskoude kolkende water, omdat grootgrondbezitters de aanleg van een polderdijk tegenwerkten. Arme ouders die met hun kinderen uit hun onderkomens op straat werden gezet door hardvochtige armvoogden. Arbeiders die aan het einde van de koude winter een dode koe opgroeven, zodat ze toch wat te eten hadden. Een veenbaas die het hele jaar de halve centen spaarde, zodat hij de nieuwjaarsbedelaars geen hele cent hoefde te geven.

    Veel aandacht besteedt het boek aan de sociale strijd in de veenpolders. Het bevat ook de geschiedenissen van moedige idealisten, schoolmeesters, handwerkslieden en arbeiders die alles, inkomsten ja zelfs hun gezondheid, opofferden omdat ze geloofden in een betere toekomst voor hun kinderen. Verhalen die ontroeren en inspireren. Maar het boek gaat niet alleen over het leven van de turfgravers. Het gaat ook over veenbazen, adellijke heren, schippers, dominees, winkeliers en herbergiers.

    Dit boek is een volledig herziene en aangevulde versie van de eerste (1981) en tweede (1994) druk. Deze herziening was noodzakelijk vanwege voortgezet onderzoek en voortschrijdend inzicht inzake het verloop van de veenderijen, de veenstakingen, terwijl ook aanvullend genealogisch onderzoek is verricht naar mensen en families die in het boek voorkomen en die in het verhaal een bepaalde rol spelen.

     19,90