Een filosofie voor het onderweg-zijn
€ 20,90Twee Rotterdamse filosofiestudenten besluiten tot iets nutteloos: liften naar Hong Kong. Waarom ook niet? Om er te komen, moeten ze dwars door Siberië en dan rechtsaf de eindeloze Gobiwoestijn in. Op de kaart ziet het er eenvoudig uit. Maar als ze door dronken Russen worden ondervraagd over MH17, spookrijden over de niet-belijnde snelwegen, in een achterbak Mongolië binnenkomen, en door een argwanende politieagent uit Wuhan worden aangezien voor drugssmokkelaars, blijkt de praktijk weerbarstig. Onderweg naar het Oosten filosoferen de twee over vriendschap, Lada’s, vooruitgaan, onderweg zijn en hun uiteindelijke bestemming. Natuurlijk moeten ze wel eerst een lift krijgen.
Dirk-Jan Laan is langeafstandsloper, programmeur en promovendus in de filosofie. Dennis Prooi werkt in Hong Kong aan een proefschrift over Japanse filosofie.
24 uur in het oude China
€ 21,90Welkom in Chang’an in het jaar 17. De Han Dynastie is op zijn hoogtepunt en de hoofdstad van het Chinese rijk is het bruisende middelpunt, zowel op economisch als cultureel gebied. Het is een dynamische en spannende tijd, maar de bevolking worstelt met de gebruikelijke problemen van werk, geld en familie.
In dit boek brengen 24 uur door met 24 inwoners van de stad. Aan het woord komen onder anderen een arts, een grafrover, een danseres, een leraar en een vroedvrouw. Hun verhalen, en de kaderteksten met interessante aanvullende informatie, geven ons een helder beeld van hoe het was om in die boeiende tijd te leven.
Houtstromen
€ 49,90In Houtstromen ontrafelt Paul Borghaerts de herkomst van hout waarmee boerderijen gebouwd werden in Noord-Nederland in de periode van 1550 tot 1950. Hij stelt vast dat de herkomst van het hout in de loop van de jaren verschoof. Zo werd er aanvankelijk hout uit West-Duitsland en Zuid-Noorwegen geïmporteerd, maar later uit de Baltische staten en zelfs Wit-Rusland.
Om tot dit inzicht te komen heeft de auteur verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd. Zo bestudeerde hij duizenden archiefstukken, heeft hij van meer dan 200 boerderijen de draagconstructie ingemeten, en heeft hij dendrochronologische dateringen gedaan. Dit laatste maakte het mogelijk om elke onderzochte boerderij tot op het jaar nauwkeurig te dateren. Daarmee heeft hij de ontwikkeling van de greidschuur of greidboerderij, die in het brandpunt van de economische ontwikkeling van het rurale gebied in Nederland stonden, tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft inzicht in de internationale netwerken van de (hout)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar oude gebouwen in Nederland en naar schepen van bijvoorbeeld de VOC.