Tied veur n lach
€ 15,00Mainsttied akkedaaiert t meroakels tussen Wubbe en Jannoa, mor sums kinnen zai nkander wel aanvlaigen. Benoam as ain van heur baaident zien handen ien n aandermans webenust stekt.
Ien Tied veur n lach beleven zai weer van ales en zellen joen lachspieren stief aan de bak mouten.Nico Torrenga (1971) schrift noast Grunneger proza toneelstukken dij zowel ien Nederland as ien België speuld worden. Hai publiceert geregeld ien Toal & Taiken, Kreuze en op webstee Dideldom.
Hendrik Werkman
€ 15,00Museum Belvédère stelt een coherente reeks kunstwerken van Hendrik Werkman (1882-1945) centraal, één van de belangrijkste modernisten uit Noord-Nederland. Een belangrijk onderdeel van de presentatie zijn de vroege druksels Schoorstenen, Compositie met letter a, Compositie met gewichten en Compositie, een volledige reeks uitgaven The Next Call en één van Werkmans belangrijkste schilderijen Voerman uit 1923.
Met de tentoonstelling en de uitgave Hendrik Werkman – van Voerman tot Baalschem wil Museum Belvédère de aandacht vestigen op een bijzondere Werkman-collectie, maar ook op de betekenis die gepassioneerd particulier collectioneren kan hebben voor musea. Tevens vormt ze een eerbetoon aan de kunstenaar die zijn persoonlijke vrijheid vond in zijn werk en uiteindelijk vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog bij Bakkeveen werd gefusilleerd.
Tied veur dieverdoatsie
€ 15,00Stap ien de wereld van Wubbe en Jannoa Tillemoa, n wereld vol van doagliekse sleur, prakkezoatsies, hilarische veurvalen en joa … ook gezoes van Jannoa aan Wubbe zien kop. In Tied veur dieverdoatsie beleven zai van alles, soamen mit aal dij heur laif binnen.
Nico Torrenga (1971) schrift toneelstukken ien t Nederlands en t Grunnegers. Ook publiceert hai geregeld Grunneger verhoalen ien Toal & Taiken, Kreuze en Dideldom. Zien kluchten worden deur verschaaiden verainens deur hail Grunnen speuld.Doopsgezinden in Friesland
€ 16,90In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.
Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.