Aantal boeken: 4

  • Geschiedenis van Twente (1528-1870)

    Van oorlogsgebied tot industrieel centrum
    Cor Trompetter
     39,90
  • Tames Oud

    Eiland van verlangen
    Gitte Brugman, Han Steenbruggen
     25,00

    Tames Oud

    De op Ameland geboren Tames Oud (1895-1953) is een uitzonderlijke Friese kunstenaar uit de vorige eeuw. Zoals veel Amelander jongens was hij in de eerste plaats een zeeman. Vanaf 1918 werkte Tames Oud in een suikerfabriek, als glasblazer, huisschilder en -decorateur, sjouwer en kroegbaas. Niettemin werkte hij steevast aan zijn oeuvre. In 1920 vestigde Tames Oud zich in België en volgde hij de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Hij koos voor het vak ‘kunstschilder’ toen hij eind 1938 naar Den Haag verhuisde.

    Ondanks dat zijn werk sterk werd beïnvloed door Vlaamse pointillisten en expressionisten, bleef het een eigen karakter behouden. Zowel in zijn schilderijen, grafiek als tekeningen zocht Oud naar krachtige, eenvoudige vormen en koos hij onderwerpen uit het dagelijkse bestaan van boeren en vissers. De herinneringen aan zijn eiland van herkomst bleven daarbij altijd een rol spelen.

    Het boek verschijnt bij de gelijknamige overzichtstentoonstelling in Museum Belvédère en de Stichting Amelander Musea, te zien van 17 juni tot en met 24 september 2023.

     25,00
  • Prinsentuin Leeuwarden

    Van stadhouderlijke lusthof naar stadswandelpark
    Els van der Laan – Meijer, Willemieke Ottens
     17,90

    Prinsentuin Leeuwarden

    In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
    Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
    Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.

     17,90
  • Doopsgezinden in Friesland

    1530-1850
    Cor Trompetter
     16,90

    Doopsgezinden in Friesland

    In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.

    Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.

     16,90