Aantal boeken: 5

  • Geschiedenis van Twente (1528-1870)

    Van oorlogsgebied tot industrieel centrum
    Cor Trompetter
     39,90
  • It smelle ûngelok

    Harke Bremer, Jarich Hoekstra
     12,50

    It smelle ûngelok

    Smelle ûngelokken, se komme jin alle dagen oer. Gjin stof foar grutte literatuer, soe men sizze. Te sleau en te pynlik om oer te praten. In taboe dêr’t dizze bondel lang om let mei ôfweeft. Bremer en Hoekstra ha de klassike balladefoarm foar kar nommen om de universelens fan dit tema en syn yngreven belang foar it minskene bestean klear yn ’t ljocht te setten. Sa nimme se de lêzer mei fan foar de widze oant oer it grêf.

    Harke Bremer (1955) en Jarich Hoekstra (1956) skriuwe sûnt har studintejierren tegearre. Fan harren ferskynde earder it satiryske heldedicht Leffert.

     12,50
  • Hoe gehandicapten hun thuis verloren   

    De gevolgen van een falend beleid
    Marijke Malsch
     20,90

    Hoe gehandicapten hun thuis verloren   

    Een paar decennia geleden begon de uitplaatsing van verstandelijk gehandicapten. Ze konden, zo was de gedachte, net zo goed in de wijken wonen. Hun beschermde woonplekken werden opgeheven en er werd bezuinigd op zorg en begeleiding. De gehandicapten zelf hadden er weinig over te zeggen. Bij hun gedwongen verhuizing verloren ze vaak het contact met hun eerdere leefgemeenschap. Hun families constateerden een achteruitgang van de zorg en vereenzaming.

    Ook wetenschappers uitten hun aarzelingen over het nieuwe beleid. Maar de ‘uitplaatsingen’ gingen door. Intussen maakten bestuurders vastgoedplannen voor de ontruimde instellingsterreinen. Tegenwoordig worden gehandicapten weer teruggehaald naar beschermde terreinen. Maar het mislukken van het beleid van ‘community care’ wordt niet toegegeven.

    Een ontluisterend verslag van het neoliberalisme in de gehandicaptenzorg en psychiatrie.

    Prof. Marijke Malsch is hoogleraar aan de Open Universiteit en onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Zij heeft een broer die in gehandicapteninstelling Sherpa woont en ze publiceert regelmatig over maatschappelijk relevante onderwerpen, waaronder de langdurige zorg. Ze werkte eerder als plaatsvervangend rechter en gezondheidsjurist.

     20,90
  • Prinsentuin Leeuwarden

    Van stadhouderlijke lusthof naar stadswandelpark
    Els van der Laan – Meijer, Willemieke Ottens
     17,90

    Prinsentuin Leeuwarden

    In de monumentale stadskern van Leeuwarden ligt de Prinsentuin, een van de groene parels die de Friese hoofdstad rijk is. Halverwege de zeventiende eeuw werd de tuin als lusthof aangelegd door Stadhouder Willem Frederik van Nassau. Deze lusthof kennen we nu als de Prinsentuin en bevat een schat aan bijzondere verhalen uit verschillende perioden in de geschiedenis van de stad.
    Nadat in 1819 koning Willem I de hoftuin teruggaf aan de bewoners van de stad, schreef het stadsbestuur een opdracht uit tot herinrichting. Deze opdracht hield verband met de ontmanteling van het bolwerk. Daarmee was Leeuwarden een van de eerste steden in Nederland die een openbaar stadswandelpark op de vestingwerken liet aanleggen. Stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858) en ‘architect van buitengoederen’ Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) werkten circa vijfentwintig jaar aan de transformatie van de stad. Naast de Prinsentuin ontwierp Roodbaard een aaneengesloten groenstructuur op het bolwerk, waarin de wandeling centraal stond. Zijn collectie ontwerptekeningen geeft een prachtige inzage in de gefaseerde aanleg vanaf 1821 tot ongeveer 1846.
    Nu, tweehonderd jaar nadat werd aangevangen met de omvorming van de Prinsentuin tot openbaar stadswandelpark, heeft het monumentale groen een nieuwe betekenis gekregen. Het park herbergt het verhaal van het verleden, maar het vraagt tegelijkertijd om een toekomstbestendige visie.

     17,90
  • Doopsgezinden in Friesland

    1530-1850
    Cor Trompetter
     16,90

    Doopsgezinden in Friesland

    In Doopsgezinden in Friesland schetst historicus Cor Trompetter het ontstaan van de doopsgezinde beweging in Friesland, met als centrale guur de ex-katholiek geestelijke Menno Simons. Hoe kon een minderheid als de doopsgezinden in de zeventiende en achttiende eeuw toch zo’n belangrijk stempel drukken op ons geestelijk erfgoed? Doopsgezinden stonden in politieke zin aan de kant, werden vervolgd en toch speelden ze een buitengewone rol op economisch en cultureel gebied.

    Verdrinking, onthoofding, ophanging en verbranding viel een doopsgezinde ten deel vanwege afwijkende standpunten en leer. Ook Menno Simons kwam al snel bij de vervolgers in het vizier en vluchtte daarom weg uit Friesland. Simons is nooit de onbetwiste leider van de doperse beweging geweest. Voortdurend was er strijd binnen die beweging. Verharding van standpunten en daarop volgende scheuringen waren het resultaat. Aan het einde van Menno’s leven waren de conicten zo hevig geworden, dat de doopsgezinde beweging in de Nederlanden feitelijk in verschillende groepen uiteen was gevallen. Ook in Friesland, bij botsingen tussen de ‘harde Friezen’ en de ‘nog hardere Friezen’. De onderlinge verdeeldheid onder doopsgezinden was niet zelden een veel groter gevaar dan welke tegenstander van buiten dan ook. Trompetter schetst een politiek-sociale ontwikkeling van deze stroming in de latere eeuwen.

     16,90