Aantal boeken: 4

  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • Wat soesto!

    Freark Smink
     15,00

    Wat soesto!

    Freark Smink set mei Wat soesto! de kroan op synymposante toanielkarriêre. Yn dit boek fine jo de Fryske teatertekst en de oersetting yn it Nederlânsk. Boppedat skreau Geert Mak in wiidweidich essay oer Smink en kuieret hy oan de hân fan dit ferhaal troch de ûntwikkelingen yn de lânbou en yn Fryslân. Bouke Oldenhof skriuwt oer toanielskriuwen en it ûntstean fan dit stik. It boek jout derneist in oersicht fan it toanielwurk fan Freark Smink, yllustrearre mei prachtige foto’s út de âlde doaze.

     15,00
  • De onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek tussen Schütz en Bach (1650-1700)

    Ignace Bossuyt opent de deuren van de onvermoede schatkamer van de Duitse barokmuziek tussen 1650 en 1700, de periode na de Dertigjarige Oorlog. Een uitzonderlijk rijke tijd die vooral opvalt door open artistieke grenzen en de daaruit voortvloeiende assimilatie van zee diverse invloeden. Bossuyts boek staat vol geheimtips voor zelden gehoorde werken van bekende en minder bekende componisten. Hij bezorgt de lezer het zalige gevoel dat gepaard gaat met het horen van een schitterend muziekwerk waarvan men enkele minuten eerder het bestaan niet eens kende. QR-codes bij elk muziekwerk leiden meteen naar het juiste muziekfragment. Lezen en luisteren vormen een perfecte combinatie.

    Ignace Bossuyt is emeritus professor musicologie aan de KU Leuven.

     20,00
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00