Handboek trekvogels
€ 39,90Elke lente en herfst vliegen miljoenen vogels tijdens de trek over ons heen. Ze zijn vaak niet te herkennen aan hun vluchtige silhouetten maar dankzij hun roepjes en andere geluiden kunnen we de soorten toch identificeren! In het Handboek trekvogels beschrijven de auteurs nauwkeurig de ‘trekgeluiden’ en zij classificeren deze op type. Geannoteerde sonagrammen maken het mogelijk om de roep van Europese trekkende soorten te visualiseren, te identificeren en beter te onthouden.
• 450 beschreven soorten, met foto’s en sonagrammen
• De essentiële kenmerken voor een doeltreffende identificatie
• Het gedrag, de plaatsen en de perioden van passage van elke soort
• 1.000 downloadbare geluiden om thuis of op je smartphone naar te luisterenStanislas Wroza is hoofd van het team dat verantwoordelijk is voor biodiversiteitsbeoordelingen in Frankrijk en hoofd van het Nationaal Natuurhistorisch Museum. Hij werkt al jaren aan de popularisering van de bioakoestiek bij vogels.
Julien Rochefort, autodidactisch ornitholoog. Gepassioneerd door sonagrammen bestudeert hij meer in het bijzonder de geluiden van kruisbekken.De Goargels
€ 17,99Midden yn ’e nacht wurdt Melle wekker. Der sit in frjemd wêzentsje op de râne fan syn bêd. It liket wol in boltsje wol, mei earmkes en skonkjes en twa hierrige, puntige earen. Mar as Melle it ljocht oandocht, is it wêzentsje fuort.
As er der op skoalle oer fertelt laitsje se him allegear út. Sels heit, dy’t biolooch is, seit dat it ûnsin is, dat sokke wêzentsjes net bestean. Mar Melle wit seker wat er sjoen hat …
No ek yn it Frysk, dit fantasyrike en spannende aventoer oer Goargels, Brutelers en in jonge mei supereagen, fan Jochem Myjer. Yllustrearre troch Rick de Haas, bekend fan Mees Kees.
De Goargels heart by de bêst ferkeapjende berneboeken fan it lân.
Kloostermoppen
€ 35,00In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.
In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.