Aantal boeken: 4

  • De Prinsentuin in Groningen

    Van stadhouderlijke gaerde tot publiekstuin
    Edward Houting
     19,90
  • De Bonte Bentheimer

    Het smakelijke verhaal van een tegendraads varken
    Martin Woestenburg
     17,90
  • Kloostermoppen

    Middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen
    Edward Houting, Hans Vrijer
     35,00

    Kloostermoppen

    In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.

    In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.

     35,00
  • Knooppunt Waddenzee

    Laura Govers, Rob Buiter, Theunis Piersma
     17,90

    Knooppunt Waddenzee

    Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!

    In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.

    Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?

     17,90