In de diepzee is geen licht (maar wel rijkdom)
Over moed, mangaanknollen, pompeiiwormen en een bewoonbare wereld€ 27,50Het dialectendoeboek
€ 17,50Het Meertens Instituut in Amsterdam verzamelt al 90 jaar gegevens over de Nederlandse dialecten. Medewerkers van het instituut trokken het land in om overal, eerst met pen en papier, later met bandrecorders en nog later laptops, opnamen te maken van hoe mensen spraken. De klok werd stilgezet en na een kopje koffie vertelden mensen hoe het leven en hoe de taal vroeger was. Omdat
vanaf het begin vooral ook oudere mensen werden geïnterviewd, krijgen we zo een inkijk in de taal van de Nederlanders tot diep in de negentiende eeuw. In de afgelopen decennia heeft het Meertens Instituut heel veel gegevens uit dat onderzoek gedigitaliseerd en online geplaatst: duizenden uren geluidsopnamen, door lokale dialectliefhebbers ingevulde vragenlijsten, landkaarten waarop is ingetekend waar bepaalde woorden werden gebruikt, en veel meer. Het is een digitale schatkamer voor onderzoekers.In het Dialectendoeboek demonstreren 35 dialectwetenschappers op een aanstekelijke manier wat er allemaal te halen is en op welke manier iedereen zelf het goud kan delven uit de digitale mijnen die vierentwintig uur per dag open liggen.
Het Meertens Instituut houdt zich bezig met de bestudering en documentatie van Nederlandse taal en cultuur. Centraal staan de verschijnselen die het alledaagse leven in onze samenleving vormgeven.
Waar zijn ze dan?
€ 22,90Hoeveel planeten zijn vergelijkbaar met de onze? Hoe herken je die planeten? Welk soort leven is er dan? Wij zoeken naar buitenaards leven, maar zoekt dat ons ook? Hoe bang moeten we zijn, en moeten we wel bang zijn? Hoe groot zal de schok zijn als we tekenen van leven ontdekken? Pieter Van Dooren geeft antwoord op al deze vragen, gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten. En de ultieme vraag ‘Waar zijn ze dan?, kan hij die ook beantwoorden? Voorlopig lijkt ons speurwerk in de ruimte niet ten einde.
Pieter Van Dooren was jarenlang journalist wetenschappen van De Standaard.
Kloostermoppen
€ 35,00In de twaalfde en vooral de dertiende eeuw vestigden zich onder meer de kloosterorden van de cisterciënzers en de premonstratenzers in Noord-Nederland. Naar voorbeeld van de moederkloosters introduceerden de kloosterlingen grote bakstenen, kloostermoppen genoemd, waarmee ze vanaf het midden van de twaalfde eeuw tot in de zestiende eeuw kerken en kloosters bouwden. In dezelfde periode gebruikten ook vermogende particulieren de grote bakstenen voor de bouw van hun steenhuizen. Vanaf midden dertiende eeuw begonnen de steden zich te ontwikkelen, waarbij de bakstenen werden gebruikt voor stadsmuren en particuliere huizen. Baksteen bood de bouwheren goede mogelijkheden en was duurzamer dan de natuursteen die tot het einde van de twaalfde eeuw werd toegepast als bouwmateriaal. Klei was voor de productie en turf voor het bakken van stenen in ruime mate voorhanden in de provincie Groningen.
In Kloostermoppen, middeleeuws bouwmateriaal in stad en provincie Groningen beschrijven Edward Houting en Hans Vrijer circa 200 middeleeuwse kerken, kloosters, steenhuizen en stadsmuren. Hiermee wordt voor het eerst een uitgebreid overzicht in boekvorm gegeven van het ontstaan en de toepassing van kloostermoppen in Groningen. De uitgave is ruim geïllustreerd met foto’s, bouwtekeningen van middeleeuwse kerken en kerktorens, kaarten en oude prenten. Bovendien voert een wandeling in de binnenstad van Groningen langs zichtbare overblijfselen van middeleeuwse gebouwen.