Aantal boeken: 5

  • Ambiorix tegen Caesar

    De feiten en de mythe
    Robert Nouwen
     24,90
  • Der dy namma fan heten is

    It komôf fan plaknammen
    Pieter Duijff
     22,50

    Der dy namma fan heten is

    Yn Fryslân tilt it op fan doarpen, en der binne ek noch alve stêden. Efter de namme fan elk fan dy delsettingen sit in ferhaal. Wêrom hawwe de minsken harren wenplak neamd sa’t it hyt? Hoe kamen de minsken op de plaknamme ‘Wyldinghen’ en wat is de doarpsnamme no? In hiel soad plaknammen binne foar it earst oerlevere yn it twadde part fan de midsiuwen, mar der is net by skreaun wat de eftergrûn fan dy nammen is. Mei kennis fan it Frysk en oare talen kin fan gâns fan dy nammen dochs hiel wat fan it komôf sein wurde. Yn dit boek wurde yn goed fjouwerhûndert koarte haadstikjes de nammen fan alle offisjele Fryske delsettingen beskreaun.

    Pieter Duijff is al mear as trije desennia oan de Fryske Akademy ferbûn. Hy hat dêr al dy tiid warber west op it mêd fan Fryske wurdboeken en wurdlisten. Boppedat hat er bygelyks skreaun oer taalfariaasje yn Fryslân, yn it bysûnder oer it Stedfrysk.

     22,50
  • De Romeinse heerbaan

    De oudste weg door de Lage Landen
    Robert Nouwen
     24,95

    De Romeinse heerbaan

    Van west naar oost, dwars door Vlaanderen, liep vroeger de Romeinse heerbaan van Kassel naar Tongeren. Hij verbond de kuststad Boulogne-sur-Mer met de Rijnstad Keulen en maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse Rijk. Men spreekt in dat verband trouwens terecht van militaire wegen, De Romeinen slaagden erin om uiteindelijk een voor die tijd schitterend wegennet te realiseren van nagenoeg 120.000 kilometer.

    Hoe werden die wegen aangelegd? En hoe bouwden ze bruggen over rivieren en beken? Wie stapten of reden met hun karren over die wegen? Hoe ontstonden de steden? Hoe verliep de bevoorrading? Van de Romeinse weg Maastricht-Tongeren-Tienen-Kassel zijn maar weinig stuken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard gebleven. De mooist bewaarde segmenten liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen een min om meer aaneensluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd.

     24,95
  • Friluftsliv

    Gids voor de natuur als tweede huis
    Benjamin Brinckmann, Eric Brinckmann
     22,90

    Friluftsliv

    Friluftsliv (letterlijk vrije-lucht-leven) is de Noorse manier om je thuis te voelen in de buitenruimte. Eric Brinckmann beschrijft met zijn zoon Benjamin op een luchtige, verhalende en praktische manier het leven in de open ruimte van het Noorse en Nederlandse landschap: buiten slapen, je oriënteren op de zon en de sterren, kamperen met zo min mogelijk spullen, of kanoën in een eindeloos landschap vermengt met praktische toepassingen van eetbare planten, bruikbare bomen en leesbare wolken en Sami-weetjes. Dit is een lees-, reis- en doe-boek dat begint in je eigen tuin of op je balkon: daar valt de buitenwereld al op een spannende manier te beleven. Je kunt daar blijven of er verder op uit trekken, allebei goed. De auteurs vergeten niet dit buitenleven in een historische en filosofische context van Arne Naess en Spinoza te plaatsen en daarmee extra diepgang te geven.

    Eric Brinckmann (1961) studeerde rechten en filosofie en is momenteel directeur van landgoed Het Lankheet in Overijssel en schrijver van filosofische wandelboeken.
    Benjamin Brinckmann (1992) studeerde milieukunde in Noorwegen en woont nu in Sandefjord (Noorwegen) waar hij onder andere docent Friluftliv is.
    Geïllustreerd met informatieve zwart/wit tekeningen.

     22,90
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50