Halfhaantje en de Hardrijder
De mooiste, grappigste en griezeligste volksverhalen uit Nederland en Vlaanderen€ 24,90Lichteiland
€ 24,90‘Op Skellig Michael verschijnen en verdwijnen duizenden vogels, die torens bouwen en samenkomen in vleugels van beweging die ontstaan en zich ontrafelen boven de lege zee. Vaak sta ik daar helemaal alleen op het eiland, omringd door een lege lucht en lege rotswanden. De geest dwaalt af: verbanden met het verleden worden gemakkelijk gelegd; oude zienswijzen herleven.’
Robert L. Harris werd in 1987 aangesteld als gids op Skellig Michael, County Kerry, waar hij meer dan dertig jaar het team van gidsen leidde en het eiland observeerde. Hij heeft het grootste deel van zijn leven aan zee of op eilanden gewoond en heeft een grote belangstelling voor het kloosterleven en de natuur. Hij verblijft van mei tot en met oktober op Skellig Michael, als het eiland toegankelijk is, en tijdens de wintermaanden woont hij met zijn vrouw Maigread in County Leitrim.Simon Stevin (1548-1620)
€ 22,50Volgens Stevin is een natuurverschijnsel een wonder zolang het niet wordt doorgrond. Zodra men het natuurverschijnsel door theoretische beschouwingen of uitgevoerde of bedachte experimenten kan verklaren, is het geen wonder. Deze aanpak is de start voor een nieuwe manier om wetenschap te bedrijven. Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken. Hij boog zich over wiskundige problemen, maar dacht ook na over logica, legerorganisatie, omgangsvormen … Stevin publiceerde rentetabellen en verdedigde de theorie van Copernicus. Hij introduceerde in onze taal woorden zoals onder meer evenaar, omtrek, middellijn, scheikunde, evenwijdige
lijnen …Mijn bijtring was een hazenbot
€ 17,50Jachtpassie is niet erfelijk, maar als zoon van ‘Meester’ Tulp, onderwijzer – en jager – in Hoogwoud, ging de schrijver (1950) al heel jong mee op jacht. Eerst als drijver, en vanaf zijn 16e met het geweer. Bijna vijftig jaar later is hij nog steeds te vinden in de West-Friese velden. In diverse jachttijdschriften publiceerde hij regelmatig verhalen en artikelen over de jacht.
De illustraties zijn van Kees van Scherpenzeel (1955). Hij was tussen 1978 en 2012 werkzaam als professioneel illustrator. In de loop der jaren heeft hij honderden natuurboeken, kinderboeken, streekromans en tijdschriften van tekeningen voorzien. Ook illustreerde hij een aantal jachtboeken.