Aantal boeken: 9

  • Fries vlas

    Gerrit Herrema, Henk Dijkstra
     34,90

    Fries vlas

    Friesland is rond 1880 de grootste producent van vlas in Nederland. De teelt gaat in die jaren niet zozeer om het gewas zelf, maar is voornamelijk bedoeld als werkverschaffing. Het eindproduct linnen wordt veelal thuis en in spinhuizen gesponnen en door regionale wevers verwerkt. Voor veel burgerlijke- en kerkelijke gemeenten in de provincie is het dé manier om arbeiders en hun gezinnen de winter door te helpen. De arbeidsomstandigheden in de zogenoemde braakhokken zijn echter vaak ten hemel schreiend.
    Vanaf het begin van de twintigste eeuw verschijnen er in Friesland zo’n twintig fabrieken waarin vlas gemechaniseerd wordt verwerkt. Een van de vele vlasproducten – het lijnzaad – gaat dan een grote rol spelen bij de opkomst van de veevoerindustrie en de intensivering van de landbouw.

    In deze rijk geïllustreerde uitgave beschrijven Henk Dijkstra en Gerrit Herrema de Friese vlasgeschiedenis. Hoe en waar werd in Friesland vlas verbouwd, hoe werd het verwerkt, welke producten leverde het op en hoe was de afzet geregeld. Dit boek bevat een overzicht van veel gebruikte vlasserstermen in zowel het Fries als in het Nederlands. De auteurs sluiten af met de recente ontwikkelingen binnen de vlasteelt en de toekomstmogelijkheden voor Fries vlas.

     34,90
  • Wat gebeurt er in het Nederlands? 

    Over taal, frequentie en variatie
    Lauren Fonteyn, Marten van der Meulen, Nicoline van der Sijs
     24,95

    Wat gebeurt er in het Nederlands? 

    Wat betekent het als een woord, zin of uitspraak vaak voorkomt, of juist bijna nooit? Deze ogenschijnlijk simpele vraag is het uitgangspunt voor een grote verscheidenheid aan bijdragen, die kijken naar de Nederlandse taal in al zijn rijkdom. Taal vroeger, taal nu, en de veranderingen die plaatsvonden. Over uitspraak en grammatica, over meta foren, uitdrukkingen en nog veel meer, vertellen 60 neer landici uit Nederland, Vlaanderen en Suriname. Nicoline van der Sijs is als senior-onderzoeker verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en als hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands aan de Radboud Universiteit. Lauren Fonteyn is verbonden aan de Universiteit Leiden als onderzoeker en docent (toegepaste) taalkunde. Marten van der Meulen promoveert aan de Radboud Universiteit en schrijft, spreekt en blogt over taal voor ieder publiek.

     24,95
  • 200 jaar Friese landbouwmechanisatie

    In de afgelopen twee eeuwen veranderde de wijze waarop in Friesland landbouw bedreven werd ingrijpend. Rond 1800 werkte de boer nog voornamelijk met de hand, geholpen door zijn paard. Een eeuw later nam de trekker de rol van het paard over en volgde op mechanisatiegebied de ene revolutionaire ontwikkeling na de andere. In Friesland begonnen in de jaren net voor en na de Tweede Wereldoorlog innovatieve dorpssmeden en uitvinders met de import, verkoop en bouw van landbouwwerktuigen. Een aantal van hen groeide uit tot succesvolle fabrikanten en handelaren en werden internationale spelers met een iconische status. Voorbeelden zijn de rood-gele landbouwwagens van Miedema, de blauwe hooischudder van Eureka, de maaibalk van Schukken en de gierpomp van Hermes. Friesland leverde ook wereldprimeurs, zoals de melkrobot uit Oentsjerk en de snarenbedpootmachine en looftrekker van uitvinder Abe Gerlsma.

    In dit rijk geïllustreerde standaardwerk beschrijft Henk Dijkstra de historie van de landbouwmechanisatie in Friesland, met uitstapjes naar nationale en internationale ontwikkelingen. Aan het eind van het boek wordt uitgebreid de geschiedenis van de 15 belangrijkste Friese fabrikanten van landbouwmachines beschreven.

    Henk Dijkstra (Gytsjerk, 1959) is directeur van het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden.

     49,90
  • Taalwetten maken en vinden

    Het ontstaan van het Standaardnederlands
    Nicoline van der Sijs
     39,95

    Taalwetten maken en vinden

    Hoe en wanneer is de Nederlandse standaardtaal ontstaan? Nicoline van der Sijs laat zien hoe taalgeleerden in de zestiende en zeventiende eeuw discussieerden over de vraag hoe de ideale standaardtaal eruit diende te zien en hoe ze de taalnormen en -regels voor het Standaardnederlands vaststelden. Uit verschillende varianten verhieven ze één bepaalde vorm tot standaardtaal. Soms introduceerden ze een nieuw, geknutseld onderscheid, zoals tussen hen en hun of tussen waaronder en onder wie. In dit boek wordt duidelijk dat de vorming van een standaardtaal mensenwerk is. Daarbij nuanceert Nicoline van der Sijs bestaande aannames, zoals het belang van de Statenvertaling voor de ontwikkeling van de standaardtaal. Bijzondere aandacht krijgt de inbreng van de verschillende Nederlandse dialecten en het Duits in het Standaardnederlands. Ook recente ontwikkelingen komen aan bod, zoals verschillen tussen de standaardtaal in Nederland en Nederlandstalig België. Taalwetten maken en vinden is een omvangrijk standaardwerk dat zowel de geïnteresseerde leek als de vakgenoot en student bedient.

    Nicoline van der Sijs is als senior-onderzoeker verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en als hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij publiceerde diverse boeken over de geschiedenis van de Nederlandse taal, waaronder het Van Dale Groot Leenwoordenboek, het Chronologisch woordenboek en 15 eeuwen Nederlandse taal. Ze is oprichter van etymologiebank.nl en vaste medewerker van Onze Taal.

     39,95
  • 15 eeuwen Nederlandse taal

    Nicoline van der Sijs
     24,90

    15 eeuwen Nederlandse taal

    Hoe ontstond het Nederlands uit het Indo-Europees? Hoe belangrijk was het contact met sprekers van andere talen, dialecten of groepstalen? Waarom leren we op school dat hij vindt met dt moet, maar ik vind met een d? 15 eeuwen Nederlandse taal beschrijft de evolutie van de Nederlandse taal. Ieder hoofdstuk begint met een korte beschrijving
    van de taalcontacten in een bepaalde periode en de belangrijkste maatschappelijke veranderingen in die tijd. Daarna
    lezen we hoe klanken, vormen, woordvormingen en zinsbouw hierdoor zijn beïnvloed. Eén ding is duidelijk: het Nederlands
    heeft altijd opengestaan voor invloeden van buiten; migratie en taalcontact zijn drijvende factoren voor taalverandering.
    Nicoline van der Sijs is senior-onderzoeker aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en hoogleraar historische taalkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij publiceerde onder meer het Van Dale Groot Leenwoordenboek, Taal als mensenwerk en Nederlandse woorden wereldwijd. Ze is oprichter van etymologiebank.nl en vaste medewerker van Onze Taal.

     24,90
  • Zwaluwen van Gaast

    Theunis Piersma
     16,90

    Zwaluwen van Gaast

    Tweede, geheel herziene, druk, oktober 2017

    Theunis Piersma is hoogleraar trekvogelecologie in Groningen en waddenonderzoeker bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel. Hij is een internationale autoriteit op het gebied van (trek)vogels. In zijn vrije tijd doet hij in zijn woonplaats, het Friese Gaast, onderzoek naar huiszwaluwen. Een dorpsgenoot vroeg hem eens: ‘Waar blijven onze zwaluwen in de winter, Theunis?’ Die vraag was aanleiding voor een zoektocht: hoe overleven huiszwaluwen en waar overwinteren ze?
    Piersma is een geboren verteller en verstaat de kunst om ingewikkelde, wetenschappelijke materie op een begrijpelijke en onderhoudende manier over te dragen. Een literair verslag van een persoonlijke zoektocht, een ode aan de huiszwaluw.

     16,90
  • Reisvogels

    Ode aan de vogels die plaatsen en mensen wereldwijd verbinden
    Theunis Piersma
     39,90

    Reisvogels

    Reisvogels onderscheidt zich van alle andere vogelboeken door de combinatie van tekst van de trekvogelecoloog en waddenonderzoeker prof. dr. Theunis Piersma en de sublieme foto’s van de bekende vogelfotograaf Jan van de Kam. Door de wetenschappelijke blik van de fotograaf zijn de foto’s meer dan mooie natuurfoto’s. Van de Kam en Piersma trokken tientallen jaren samen op, van het Nederlandse wad naar het wad in Mauritanië waar veel van ‘onze’ vogels in de winterperiode verblijven.

    Wadvogels tekenen onzichtbare lijnen in de lucht en tijdens die vluchten spreiden ze een ongelooflijke hoeveelheid inzicht en navigatiekunst tentoon. Ze leggen duizenden kilometers af om van voedselgebied naar broedgebied te komen. Een lichamelijke prestatie die veel van de dieren vergt en vergeleken kan worden met het lopen van een zware marathon.

     39,90
  • Knooppunt Waddenzee

    Laura Govers, Rob Buiter, Theunis Piersma
     17,90

    Knooppunt Waddenzee

    Miljoenen wad- en watervogels trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, West-Europa of Siberië, en hun wintergronden in Europa en Afrika. Als je alle routes van die trekvogels op de wereldbol tekent, zie je halverwege die kaart een druk knooppunt: de Waddenzee!

    In het project Metawad hebben onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Rijksuniversiteit Groningen vijf compleet verschillende trekvogels van de Waddenzee onderzocht: de kanoet, de drieteenstrandloper, de rosse grutto, de rotgans en de lepelaar. Ze bekeken de vogels niet als ‘bewoners’ van die Waddenzee, maar als gebruikers van een veel groter systeem waar het wad een belangrijk onderdeel van is: het ‘metawad’.

    Knooppunt Waddenzee biedt een kleurrijk pallet van portretten van de wetenschappers, die ploeterend met palen en hekwerk achterop hun ets over de kwelder trekken, of uren achtereen in weer en wind – of juist bakkend onder de Afrikaanse zon – naar vogels met kleurringen aan hun pootjes staan te zoeken. Het biedt ook portretten van de vijf onderzochte vogelsoorten. Wat weten we van deze dieren? En vooral: hoe kunnen overheden of natuurbeheerders hun voordeel doen met deze wetenschap?

     17,90
  • Sweltsjes fan Gaast

    Theunis Piersma
     15,00

    Sweltsjes fan Gaast

    Theunis Piersma is heechlearaar Trekfûgelekology yn Grins en is in ynternasjonale autoriteit op dat gebied. Op syn fakgebied hat Piersma in ôfgryslik soad skreaun. Yn syn frije tiid docht er yn syn wenplak Gaast ûndersyk nei sweltsjes. Syn buorfrou frege him ‘Wêr bliuwe ús sweltsjes winterdeis, Theunis’. Dy fraach wie oanlieding foar in syktocht nei sweltsjes, nei hoe’t se libje en wêr’t se bliuwe.. Piersma ferstiet de keunst om syn wittenskiplik ynsjoch oer de bringen oan in breed publyk sûnder de kwaliteit te koart te dwaan. Dit is syn earste boek yn syn memmetaal. In oade oan sweltsjes en oan Fryslân.

     15,00