Aantal boeken: 2

  • Uit het hoofd

    Een geschiedenis van de menselijke intelligentie
    Kris Merckx
     24,95

    Uit het hoofd

    De werktuigen en technieken die de prehistorische mens bedacht dienden niet enkel om het werk te verlichten maar ook om onze hersenarbeid te verminderen. Het schrift ontlastte de belastingcontroleurs in het Oude Egypte van heel wat geheugenwerk. In het oude Babylon bedacht men indexeringstechnieken om tussen de massa kleitabletten informatie snel terug te kunnen vinden. We halen ook tegenwoordig letterlijk de data en het denkwerk uit het hoofd.

    Welk voordeel biedt het ons evolutionair gezien om informatie te kunnen onthouden? Hoe onthouden we informatie zowel in als ‘uit het hoofd’? Waarom verzamelen grote techbedrijven zoals Google en Facebook massa’s data? Hoe komt het dat 90 procent van alle data die de mens ooit produceerde stamt uit het laatste decennium?

    Intelligentie kan je niet meten in IQ. Intelligentie heeft te maken met informatieverwerking, met waarneming, maar ook met groepsgedrag. Op bepaalde momenten in de menselijke geschiedenis is de herseninhoud niet toe- maar afgenomen. Hoe komt dit? Bepaalt de grootte van de hersenen de intelligentie? Zal kunstmatige intelligentie in de toekomst – of is dat nu al zo? – ons denkvermogen overnemen?

    Kris Merckx is historicus, actief als webontwikkelaar en auteur van tientallen boeken. Hij is docent multimedia en websiteontwikkeling aan de Universitaire Campus Leuven-Hasselt. Hij doet daar onder meer onderzoek naar augmented reality en brain computer interfaces.

     24,95
  • Eene quaestie van vraag en aanbod

    Veenbaas Alle Wytzes en zijn arbeiders in Appelscha
    Reitze Jonkman
     19,50

    Eene quaestie van vraag en aanbod

    Het is eene quaestie van vraag en aanbod, antwoordde veenbaas Van der Sluis tegenover een parlementaire commissie  op de vraag hoe in zijn Appelschaster veenderij de hoogte van de arbeiderslonen werd bepaald. Dat de machtspositie van de veenbaas bij dit overleg veel sterker was dan die van de arbeider liet hij wijselijk in het midden. Maar hoe verhield de winst van de baas zich eigenlijk tot het loon van de arbeider? Dat wordt duidelijk door de boekhouding over de jaren 1866-1897 van Alle Wytzes van der Sluis, die met zijn neven en zonen de belangrijkste verveendersfamilie in Zuidoost Friesland vormde, onder de loep te nemen. Zijn uitgaafboeken van de veenderijen in Appelscha en onder Haulerwijk geven inzicht in de uitgaven aan kapitaal en arbeid. Erfenissen en boedelbeschrijvingen tonen de omvang van de vergaarde rijkdom en dagboeken brengen de uitgekiende werkwijze van de familie aan het licht. Ook de andere kant van de medaille komt in beeld: de verdiensten van de gravers en kruiers en hun vrouwen en kinderen. Zij treden in dit boek uit de anonimiteit. Aan de hand van het cijfermateriaal kan zelfs een ‘Quote 30’ van Appelschaster veengravers worden opgesteld. Waren de veelbesproken slechte levensomstandigheden van de veenwerkers nu Mythe of Werkelijkheid? Waren de veenbazen Weldoeners of Uitbuiters? Met een aanbod van nieuw cijfermateriaal en persoonlijke verhalen van betrokkenen kan dit boek licht werpen op de discussies in onze tijd over de sociale omstandigheden van die tijd.

    Reitze Jonkman ( Wijnjeterp 1950) was werkzaam als docent wiskunde en conrector aan het Drachtster Lyceum. De combinatie van interesse in familiegeschiedenis, regionale historie en een cijfermatige aanpak daarvan leidde tot deze publicatie.

     19,50