Aantal boeken: 3

  • Het dialectendoeboek

    De schatkamer van 90 jaar Meertens Instituut
    Marc van Oostendorp, Simone Wolff
     17,50

    Het dialectendoeboek

    Het Meertens Instituut in Amsterdam verzamelt al 90 jaar gegevens over de Nederlandse dialecten. Medewerkers van het instituut trokken het land in om overal, eerst met pen en papier, later met bandrecorders en nog later laptops, opnamen te maken van hoe mensen spraken. De klok werd stilgezet en na een kopje koffie vertelden mensen hoe het leven en hoe de taal vroeger was. Omdat
    vanaf het begin vooral ook oudere mensen werden geïnterviewd, krijgen we zo een inkijk in de taal van de Nederlanders tot diep in de negentiende eeuw. In de afgelopen decennia heeft het Meertens Instituut heel veel gegevens uit dat onderzoek gedigitaliseerd en online geplaatst: duizenden uren geluidsopnamen, door lokale dialectliefhebbers ingevulde vragenlijsten, landkaarten waarop is ingetekend waar bepaalde woorden werden gebruikt, en veel meer. Het is een digitale schatkamer voor onderzoekers.

    In het Dialectendoeboek demonstreren 35 dialectwetenschappers op een aanstekelijke manier wat er allemaal te halen is en op welke manier iedereen zelf het goud kan delven uit de digitale mijnen die vierentwintig uur per dag open liggen.

    Het Meertens Instituut houdt zich bezig met de bestudering en documentatie van Nederlandse taal en cultuur. Centraal staan de verschijnselen die het alledaagse leven in onze samenleving vormgeven.

     17,50
  • Van landschap naar tuin

    Nederland als inspiratiebron voor tuinontwerpers
    Maayke de Ridder, Noel Kingsbury
     39,95

    Van landschap naar tuin

    Toegankelijk, vooruitstrevend en herkenbaar Nederlands. Deze drie kenmerken hebben het Nederlandse ontwerp wereldfaam bezorgd en Dutch Design tot een wereldmerk gemaakt. Ook tuin- en landschapsontwerp maakt deel uit van dit wereldwijde merk.

    Tuinen vormen vaak een reactie op het omringende landschap, dat ze temmen en idealiseren. Niet zelden is het een miniatuurversie van het landschap dat de tuinontwerper om zich heen ziet. In dit boek kijken we naar het tuin- en landschapsverleden van Nederland, belichten we het werk van hedendaagse tuinontwerpers, en laten ze zien hoe hun werk aansluit bij het lokale landschap.
    We bekijken tuinontwerpen en hun makers in samenhang met drie verschillende aspecten: allereerst de Nederlandse cultuurlandschappen – resultaat van vele eeuwen interactie van de mens met wat de aanwezige natuur aanreikte – vervolgens de kunstmatige, zeer planmatig georganiseerde, maar altijd functionele landschapsvormen, en ten slotte de landschappen die werden ontworpen om ervan te genieten en leefruimte aan mensen te bieden. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de grote rol van ontwerpers als
    Jac. P. Thijsse, Mien Ruys en Piet Oudolf.

    Wat voor ons normaal en zelfs doorsnee is, is voor Noel Kingsbury, als Brits tuinontwerper en plantenkenner, een verrassende ontdekkingstocht. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de Engelse en Nederlandse tuin weet hij op bijzondere wijze de vinger te leggen op wat ons land uniek maakt en hoe de Nederlandse ontwerpers een moderne draai geven aan tuinontwerp, een draai die je niet snel zult vinden in het buitenland. De blik van Kingsbury en de overvloed aan schitterende foto’s van Maayke de Ridder, maken dit tot een puur Nederlands boek met internationale allure.

     39,95
  • Appelscha

    Door de eeuwen heen
    Rinze Lenstra
     25,00

    Appelscha

    Appelscha door de eeuwen heen

    Appelscha. Een plaats met een lang en rijk verleden. Hoewel we de naam Appelscha voor het eerst halverwege de dertiende eeuw tegenkomen, was het gebied al lange tijd daarvoor, ver voor het begin van onze jaartelling, bewoond. Eeuwenlang vormden akkerbouw en veeteelt de belangrijkste bronnen van bestaan en bestond het dorp uit boeren en landarbeiders. Dit veranderde met de grootschalige afgraving van het noordoostelijk van de plaats gelegen hoogveengebied. Veenbazen en veenarbeiders van buiten vestigden zich aan de rand van het hoogveen. Naast het oorspronkelijke boerendorp vormde zich een veenkolonie. Tegelijkertijd verplaatste het centrum zich van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ Appelscha.
    Het hoogveen verdween en de betekenis van de landbouw nam in de loop van de tijd af. Nieuwe middelen van bestaan werden gevonden in het toerisme, de industrie en dienstverlening.
    Deze sociaaleconomische ontwikkelingen worden in het boek beschreven. Daarnaast is er aandacht voor demografische en landschappelijke veranderingen, voor verenigingen (toneel, zang, muziek en sport), de gezondheidszorg, het kerkelijk leven, het lager onderwijs, de wegverbindingen, vaart en tramlijn.

    Rinze Lenstra (Appelscha 1945) studeerde economische en sociale geschiedenis. Hij werkte in het middelbaar beroepsonderwijs. Was medeauteur van Geschiedenis van Emmen en Zuidoost-Drenthe (1989) en schreef onder meer Anarchisme en syndicalisme in Spanje (2007).

     25,00