Historia naturalis: de avibus
€ 39,95In de roep van de kievit kan men ‘komm mit’ horen, daardoor werd de vogel symbool van de dood: als er een kievit in de buurt was, leidde men daaruit een sterfgeval af. Grote, trekkende watervogels als zwanen, kraanvogels, reigers en ooievaars brachten kinderzieltjes mee uit het Andere Land, die dan in hetzelfde jaar geboren zouden worden. Het populaire verhaaltje dat ooievaars baby’tjes aan huis brachten vindt hier zijn oorsprong. Gieren en raven die over het slagveld zweefden waren voortekenen van een veldslag die slecht zou aflopen. Duitse boeren meenden de prijs van graan af te kunnen leiden uit het aantal roepjes van de kwartel …
Historia naturalis de avibus brengt natuur en cultuur samen. Het boek legt verbanden en openbaart grensverleggende inzichten in de belangrijke rol die vogels spelen in de symboliek, emblemen, heraldiek, rituelen, mythologie, devotie, magie, volksgeloof en in onze taal.
Een bijzonder rijke informatiebron, prachtig geïllustreerd met ingekleurde gravures van vogels uit de Histoire Naturelle van Georges-Louis Leclerc de Buffon.
Emeritus prof. dr. Marcel De Cleene is plantenfysioloog. Hij was werkzaam aan de Universiteit Gent.
Hout dat spreekt
€ 29,95Iedereen weet wat hout is en wat je ermee kan doen. Maar is dat echt zo? Na het lezen van dit boek zal u moeten bekennen dat er veel meer over hout te vertellen valt dan u denkt.
De invloed van hout op ons en onze beschaving is immens groot. Zonder hout geen vuur, geen houtskool en dus ook geen ijzertijd, geen luxueuze, zwarte stoffen, geen inkten of plakkaatverf, geen whisky of wijn. In hout dat spreekt maken we kennis met dit geweldige materiaal dat natuur ons brengt.
Wim Tavernier, Viviane Leyman, Ilse Boeren, Maaike De Ridder en Kristof Haneca brengen in dit boek hun wijsheid samen en verassen ons met boeiende inzichten.
Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met Plantentuin Meise.
Mijn bijtring was een hazenbot
€ 17,50Jachtpassie is niet erfelijk, maar als zoon van ‘Meester’ Tulp, onderwijzer – en jager – in Hoogwoud, ging de schrijver (1950) al heel jong mee op jacht. Eerst als drijver, en vanaf zijn 16e met het geweer. Bijna vijftig jaar later is hij nog steeds te vinden in de West-Friese velden. In diverse jachttijdschriften publiceerde hij regelmatig verhalen en artikelen over de jacht.
De illustraties zijn van Kees van Scherpenzeel (1955). Hij was tussen 1978 en 2012 werkzaam als professioneel illustrator. In de loop der jaren heeft hij honderden natuurboeken, kinderboeken, streekromans en tijdschriften van tekeningen voorzien. Ook illustreerde hij een aantal jachtboeken.