Atlas van de noordelijke mythologie

De godenwereld van Vikingen en Germanen
François Emion, Jean-Baptiste Rendu

 34,90

De oude volkeren uit het Noorden vatten het heelal op als een immense boom waaruit zich negen werelden vertakken. Hun mythisch universum wordt bevolkt door reuzen, goden, dwergen, alven, helden en Walkuren die de zielen van gestorven krijgers meevoeren naar het Walhalla.

In Asgaard heerst Odin, god van wijsheid en magie, samen met Thor, belichaming van brute kracht en beschermer van het leven, en Frigg en Freyja, godinnen van liefde en vruchtbaarheid. Maar uiteindelijk blijkt de ‘Godendeemstering’, de bloedige strijd die het einde van de wereld inluidt, onvermijdelijk.

Eeuwenlang werden deze verhalen mondeling doorgegeven, tot ze – na de bekering van Vikingen en Germanen in de elfde eeuw – werden opgeschreven.

Jean-Baptiste Rendu en François Emion leiden ons door de verbeeldingswereld van de oude volkeren in Noordwest-Europa – van Duitsland en Engeland tot Scandinavië en Groenland, met de Lage Landen ergens tussenin.

Jean-Baptiste Rendu is journalist en historicus, François Emion docent Scandinavische studies aan de Parijse Sorbonne.

Verschijningsvorm:
Hardcover
Taal:
Nederlands
Uitgeverij:
Uitgeverij Noordboek
Aantal pagina's:
224
Druk:
1
ISBN:
9789464712339
Uitgiftedatum:
15-11-2024
Gewicht:
1136 gram
Afmeting:
293x219x24 mm

Gerelateerde boeken

  • Leuven en zijn colleges

    Leuven en zijn colleges

    Trefpunt van intellectueel leven in de Nederlanden (1425-1797)
    Edward de Maesschalck
     29,90
  • De kathedralenbouwers

    De kathedralenbouwers

    Kunst en samenleving 980-1420
    Georges Duby
     49,90
  • Landgoed De Braak

    Landgoed De Braak

    Twee eeuwen cultuur- en natuurbeleving
    Els van der Laan-Meijer, Michiel Purmer
     17,50

    Landgoed De Braak

    Vlakbij de stad Groningen, op de provinciegrens met Drenthe, ligt het landgoed De Braak. In de zeventiende eeuw stichtte de Groningse elite een buiten, gelokt door het aantrekkelijke landschap zo dicht bij de stad. Eerst waren het de welgestelde burgers die hier hun buitenverblijf hadden, later zou De Braak een geliefd wandeloord worden voor de Stadjers.
    In 1827 kocht ondernemer Abraham Hesselink het landgoed en hij gaf de bekende tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) de opdracht om de strakke lanen te transformeren naar een landschappelijke aanleg met schitterende waterpartijen. De erven Hesselink hebben in 1888 De Braak verkocht aan de bekende Groningse industrieel Jan Evert Scholten. Hij transformeerde De Braak in enkele jaren tot een aantrekkelijk en succesvol openbaar wandelpark , voorzien van de nodige attracties.

    In 1920 kocht het jonge Natuurmonumenten de Braak, waarmee het voor deze vereniging de eerste aankoop van een compleet landgoed was. De publieksfunctie van dit wandelpark werd daarmee voor de stad en de streek voor de verdere toekomst gegarandeerd. In de afgelopen honderd jaar zocht Natuurmonumenten naar een evenwicht tussen het aantrekkelijke wandelpark en hoge natuur- en cultuurwaarden. Het verhaal van de eigenaren en het beheer op het oude landgoed van de afgelopen tweehonderd jaar is nog altijd beleefbaar voor de wandelaars uit Groningen en Drenthe en ver daarbuiten.

     17,50
  • Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    Sinterklaasviering in Drenthe door de eeuwen heen
    Abel Darwinkel
     20,00

    Zul oes Sunterklaos wel kommen

    De eerste decennia van de twintigste eeuw bestonden er nog grote regionale en sociale verschillen in de viering van het Sinterklaasfeest. Pakjesavond was een stedelijk verschijnsel dat op het platteland nauwelijks voorkwam. In dorpen werd wel een schoen of klomp gezet met iets voor het paard, maar alleen in burgerlijke kringen was het pakjesavond en verscheen de Sint ook zelf. Scholen gebruikten Sinterklaas als steun bij de opvoeding en ontleenden er prestige aan.

    Daarnaast bood de nieuwe viering een alternatief tegen de wilde vormen van sinterklaasvieren die nog op het platteland bestonden: het Klaasjagen, Zwarte Klazen of Sunterklaoslopen. Lawaai makende jongelui trokken potsierlijk verkleed, met onherkenbaar gemaakte zwarte gezichten en uitgerust met kettingen langs de huizen. Ze vroegen naar stoute kinderen, maakten kinderen bang, strooiden pepernoten en vroegen om geld of lekkers. Eind negentiende, begin twintigste eeuw groeide het verzet tegen dit wilde gedoe dat gezien wordt als een vorm van bedelarij. Daartegenover stelde men de nieuwe beschaafde Sinterklaas. Dit proces van verburgerlijking heeft de uniformering van het feest in Nederland tot gevolg gehad.

    In dit boek wordt de Drentse Sinterklaastraditie van de afgelopen eeuwen beschreven. Aan het boek werken schrijvers mee die al dan niet in het Drents over Sinterklaas in Drenthe vertellen.

    “Een feest als Sinterklaas dat door zovelen wordt gevierd kun je moeilijk beschermen, want het is een cultureel proces dat voortdurend in beweging is. Sinterklaas zal blijven veranderen.” Henk Nijkeuter

    “Kalenderfeesten en tradities veranderen door de jaren heen. Als iets duidelijk wordt uit dit boek is het wel dat dat in hoge mate geldt voor het Sinterklaasfeest.” Abel Darwinkel

     20,00